Workum en Fryslân een monumentaal koororgel rijker
Friese Orgelkrant 2006
In augustus 2005 werd in het koor van de Sint-Gertrudiskerk te Workum een huisorgel geplaatst. Het is afkomstig uit de kapel van de
Vereniging van Rechtzinnig Hervormden te Hoorn. Op 10 september, op de Open monumenten- en Nationale Orgeldag werd het officieel in
gebruik genomen.
Het instrument is gebouwd door Johannes Pieter Künckel. Deze werd in 1750 te Mettman bij Elberfeld (in Duitsland) geboren. Hij trouwde met een Nederlandse vrouw uit Gouda en woonde van 1779 tot aan zijn dood in 1815 te Rotterdam. Zijn zoon zette daarna de orgelmakerij voort, tot hij in 1821 overleed. Künckel maakte orgels voor kerkgebouwen in Zaandam, Dirksland en Hazerswoude. Daarnaast bouwde hij vooral huisorgels. Künckel genoot faam als huisorgelbouwer, maar over de kwaliteit van zijn kerkorgels lopen de meningen uiteen. Het instrument dat nu in de Sint-Gertrudiskerk van Workum staat, was ooit het bezit van de welgestelde Delftse notaris, Abraham Petersen. Het is één van de grootste huisorgels die ooit in ons land zijn gemaakt. Het dateert van 1784, is 306 cm hoog, 175 cm breed en 87,5 cm diep. Na Petersen's dood in 1822 werd het door de oud-katholieke kerk van Schiedam aangekocht. In 1865 verhuisde het naar de hervormde kerk van Odijk en in 1933 werd het eigendom van de Vereniging van Rechtzinnig Hervormden in Hoorn. In 'de nieuwe kapel' werd het achter een schijnfront opgesteld.
In 1965 kwam het instrument op de monumentenlijst te staan, waardoor het in 1973 kon worden gerestaureerd. Het orgel dat in 1933 voor fl. 200,- was gekocht, werd na de restauratie van 1973 voor fl. 100.000,- verzekerd. Het orgelmeubel is grotendeels in de
Lodewijk-VI-stijl. Het instrument heeft 11 stemmen, verdeeld over twee manualen en een aangehangen pedaal. Er is een schuifkoppel en een tremulant. De omvang van de manualen is C – f''' en van het pedaal C – f. Er bevinden zich nog zes huisorgels van Künckel in ons land: vier staan er in een kerk en twee zijn particulier bezit.
Op zijn nieuwe plek in Workum is het instrument van 1784 niet zonder slag of stoot terecht gekomen. Nadat de hervormde predikant
uit Workum in 1998 eens in Hoorn had gepreekt, liet hij zich enthousiast over het Künckel-orgel ontvallen het wel te willen kopen.
In 2003 kwam een ouderling-kerkvoogd daarop terug, omdat kapel en orgel zouden worden verkocht. Door de medewerking van
kapitaalkrachtige en/of orgelminnende gemeenteleden kon Workum een bod van € 48.500,- uitbrengen. Dit bod werd geaccepteerd, maar
toen stak er een krachtige tegenwind uit andere hoek op. Eerst wilden B&W van Hoorn verhinderen dat het monument hun stad zou
verlaten. Nadat de gemeentelijke Hoor- en Adviescommissie Bezwaarschriften het college op de vingers had getikt, ging de
Vereniging Oud Hoorn dwars liggen. De rechtbank van Alkmaar stelde de vereniging echter in het ongelijk. Pas toen kon het instrument naar Workum. Flentrop Orgelbouw Zaandam tekende voor de overplaatsing.
Het huis- c.q. koororgel zal in Workum niet alleen gebruikt worden voor het begeleiden van de protestantse gemeentezang in het koor
van de kerk (in de avonddiensten, bij Avondmaalsvieringen, in trouw- en rouwdiensten). Het is de bedoeling, dat het ook bij concerten zal functioneren. Het is duidelijk, dat Friesland met de komst van het Künckel-orgel naar Workum een uniek monument rijker is.
(deze bijdrage is een verkorte versie van een artikel dat dr. J.D.Th. Wassenaar, die van 1996 tot 2004 hervormd predikant te Workum was, met medewerking van Jan Jongepier schreef)