CD met orgelwerken van Alain in Sneek gepresenteerd
Friese Orgelkrant 2006
De NCRV heeft vorig jaar een CD-box uitgebracht met de complete orgelwerken van Jehan Alain. Deze werken worden uitgevoerd door
Leonore Lub en Erwin Wiersinga op het fraaie Robustelly-orgel in de Sint-Lambertuskerk te Helmond (gerestaureerd door Verschueren)
en het mooie orgel in de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht (gebouwd door Verschueren). De twee uitvoerenden waren studiegenoten op
het conservatorium te Groningen. De opnamen dateren van 2000 (Helmond) en 2001 (Maastricht). Naar aanleiding van de vele positieve
reacties op deze opnamen, heeft de NCRV besloten de opnamen samen met VLS in deze box uit te brengen.
Op vrijdag 30 september 2005 werd de CD-box in de Sint-Martinuskerk te Sneek gepresenteerd. Voordat het presentatieconcert begon,
vertelde Leonore Lub (organiste van de remonstrantse kerk in Groningen) kort iets over het ontstaan van de dubbel-CD en de keus van
de orgels. Vervolgens ging Erwin Wiersinga (organist van het Hinsz-orgel in de hervormde kerk te Roden) in op de voor het concert
gekozen werken. Beide concertgevers lieten vervolgens het Sneker Maarschalkerweerd-orgel van zijn beste kant horen.
Jehan Alain: zijn totale oeuvre omvat volgens de Alain internetsite ruim 140 werken. Alain, die werd geboren op 3 februari 1911 en
stierf op 20 juni 1940, heeft de muziek met de paplepel ingegoten gekregen. Zijn vader was musicus en leerling van Vierne en Guilmant. Tevens waren zijn zusters en broer muzikaal actief. Vanaf zijn 13e levensjaar was Jehan als organist werkzaam. Les heeft Jehan gehad van onder meer Paul Dukas, Roger Ducasse en Marcel Dupré. Een oeuvre van ruim 140 werken als 29 jarige hield een belofte in voor de toekomst. Het heeft helaas niet zo mogen zijn: gesneuveld op het slagveld bij Saumur op 20 juni 1940 is voortijdig een groot talent heengegaan. Bij het recenseren van deze uitgave is gebruik gemaakt van een drietal andere uitvoeringen, te weten:
● Eric Lebrun op het Cavaillé-Coll-orgel van de Saint-Antoine te Parijs.
● Monique Gendron op het Laramée-orgel te Iberville, Canada.
● Marie-Claire Alain op het Callinet-orgel van de Saint-Christophe te Belfort (Elzas, Rhin-sud).
Omwille van de leesbaarheid wordt hier slechts een selectie uit het complete oevre besproken. Om te beginnen de Aria. Dit werk wordt door Erwin Wiersinga uitgevoerd in Maastricht. Hij speelt hier mooie lijnen, alleen jammer dat de Larigot 12' ontbreekt.
Wel een hele mooie uitvoering! Eric Lebrun speelt dit werk langzamer en ook hoekiger. Het openingswerk van de CD box is de Premier
Fantaisie en wordt uitgevoerd door Leonore Lub op het Robustelly-orgel in Helmond. Ze speelt deze Fantaisie in een gematigd tempo,
wat de muzikaliteit ten goede komt. De andere uitvoerenden geven hier gehaast spel ten beste dat onrust veroorzaakt. Het Choral
Dorien is een mooie intieme compositie. Marie-Claire Alain past hier een registratie toe die niet voorgeschreven staat in de
partituur. Erwin Wiersinga daarentegen registreert hier zeer uitgebalanceerd, wat in combinatie met zijn rustige spel, een
wonderschone uitvoering oplevert. Ook in het geval van het Lamento is Marie-Claire Alain niet te volgen in haar registratiekeuze.
Jammer. Qua tempo spant Eric Lebrun hier de kroon met een 3'14'' op de klok. Op de voet gevolgd door Monique Gendron met 3'32''.
Dit zijn ons inziens te hoge tempi, die in dit werk beslist niet voldoen. Erwin Wiersinga kwam zogezegd als laatste binnen maar is,
naar de mening van de recensenten, duidelijk de winnaar in de uitvoering van dit stuk. Het Berceuse sur deux notes qui cornent wordt overtuigend door Leonore Lub gespeeld. Hoewel het een korte compositie van slechts 24 maten is, kiest Lebrun ook hier helaas een te hoog tempo. Tot slot is er het Grave; qua tempi is Eric Lebrun een constante factor. Ook hier zit hij weer ruim boven het voorgestelde tempo van MM=60 (halve noot). Monique Gendron maakt wel zeer sterk gebruik van de zwelkast; dat staat niet als zodanig in de partituur aangegeven. In dit werk is Marie-Claire Alain op haar best. Mooie registratie en een fraaie tempokeuze. Erwin Wiersinga vindt hierbij goed aansluiting.
Samenvattend: een prachtige CD-box van Nederlandse bodem met geïnspireerd orgelspel door twee toporganisten. De koper krijgt niet
alleen kwalitatief maar ook kwantitatief waar voor zijn geld: Lub en Wiersinga hebben drie werken meer dan Marie-Claire Alain en
vier meer dan Eric Lebrun opgenomen. Voor een ieder die altijd al eens de complete orgelwerken van Alain wilde aanschaffen, maar er
nooit toe kwam, is deze box daarom absoluut een aanrader!
Echt Fries is een cassette met daarin een DVD plus CD over 8 historische orgels in Leeuwarden. Op de DVD vertelt Jan Jongepier de
kijker-toehoorder over de Leeuwarder kerken en hun orgels. Van een echte rondleiding is niet altijd sprake: hetgeen Jongepier vertelt is grotendeels opgenomen in de Grote Kerk. In de Grote Kerk zelf is wel sprake van een rondleiding. Hij laat daar onder meer het binnenwerk van het Müller-orgel zien. Interessant is ook dat op de DVD een tijdens de zomer van 2005 live opgenomen
improvisatieconcert van Jongepier staat. Het verhaal van Jongepier wordt omlijst door orgelfragmenten gespeeld op het orgel van de
desbetreffende kerk. Op de CD van deze cassette is die orgelmuziek integraal te beluisteren.
Het idee om deze cassette uit te brengen is afkomstig van de beheerder van Beheer Kerkgebouwen Leeuwarden, tevens koster van de
Grote of Jacobijnerkerk, Henk van Es. Het eindresultaat heeft hij niet mogen meemaken: volkomen onverwacht overleed hij in augustus
2005, nog maar 43 jaar oud. De meeste tijd wordt uitgetrokken voor de Grote of Jacobijnerkerk en het Müller-orgel van 1727. Dat is
niet verwonderlijk. Het is de oudste kerk van Leeuwarden en heeft de rijkste historie. Die is voor een deel verbonden met de Friese
stadhouders. De stadhouderskraak, schuin tegenover de preekstoel, herinnert nog daaraan. En natuurlijk de graftombe en de
wapenschilden van de Friese Nassaus tot en met Johan Willem Friso en zijn echtgenote, Marijke-Meu.
De titel van de cassette 'Een glimp van de hemel' blijkt te zijn ontleend aan wat Jongepier over de beelden op de tussenvelden van
het grote orgelfront in de Grote Kerk vertelt. Deze beelden stellen engelen voor, die als het ware uit de hemel op en in het
Müller-orgel zijn neergedaald en aldus een glimp van de hemel laten zien. Ook de Waalse Kerk heeft een band met de stadhouderlijke
familie: het orgel werd in 1740 door Anna van Hannover, echtgenote van de latere prins Willem IV aan de Waalse gemeente in Leeuwarden, geschonken. Zij was bijzonder muzikaal en had in haar geboorteland Engeland nog muziekonderricht van Händel gehad. Het orgel in de Waalse Kerk is gebouwd door Michaell Schwartzburg, die als leerling van Christian Müller vanuit Duitsland mee naar Nederland en dus ook naar Leeuwarden was gekomen. Na de Doopsgezinde Kerk met het prachtige Strumphler-Van Dam-orgel (1786/1858) wordt de Evangelisch-Lutherse Kerk bezocht. Bij de beelden van het interieur van de Lutherse Kerk wordt verteld dat Michaell Schwartzburg hier ouderling is geweest. Het vroegere Schnitger-orgel in deze kerk was het eerste orgel dat Joachim Hess bespeelde, zo wordt verder verteld. Deze Hess, bekend van zijn 'Dispositiën', is later organist van de Sint-Janskerk in Gouda geworden. Hij noemde het Friese Orgelbestand in zijn tijd 'Een schoone voorraad waarlyk', de subtitel van Jongepier's boek 'Vijf eeuwen Friese Orgelbouw'.
Na de Lutherse Kerk, de enige in Friesland, komt de rooms-katholieke Sint-Bonifatiuskerk met een koororgel van Cavaillé-Coll aan de
orde, gevolgd door de nieuwe vrijgemaakt gereformeerde Morgensterkerk en de gereformeerde (thans protestantse) Koepelkerk en
Pelikaankerk. Van het orgel in elke kerk weet Jongepier interessante facetten te vermelden. Op het Valckx & Van Kouteren-orgel
(1932) in de Peilikaankerk speelt hij de Variaties over 'De Heer is mijn herder' van de Leeuwarder musicus Rients Beintema
(1893 – 1976). Curieus is, dat tenslotte nog beelden van de voormalige Westerkerk te zien zijn. Van het grote Van Dam-orgel (1847)
laat Jongepier het beschadigde pijpwerk zien, dat op de zolder van de vroegere kosterij ligt opgeslagen. De beelden van het
opgeslagen orgel zijn op locatie opgenomen, wat net als in het geval van de Grote Kerk het verhaal verlevendigt. Jongepier geeft
blijk van zijn genegenheid voor het Van Dam-orgel uit de voormalige Westerkerk: hij vergelijkt het met een asielzoeker die na zovele jaren eindelijk recht heeft op een definitief verblijf hier!!
Ondanks enkele 'schoonheidfoutjes' (zo geeft track of chapter 17 ruim een minuut lang alleen maar een zwart beeld) is dit een
buitengewoon interessant 'document' geworden. Voor iemand met belangstelling voor de geschiedenis van kerken en orgels in Leeuwarden of voor geschiedenis in het algemeen is deze DVD (met audio-CD) hemels mooi en dus het aanschaffen alleszins waard. In het bijgeleverde boekje wordt een korte historie en de dispositie van elk orgel gegeven. Bovendien wordt de registratie bij de gespeelde werken vermeld.