ok2006menu




Rients Beintema (1893 – 1976), gereformeerd musicus in Leeuwarden Friese Orgelkrant 2006
 

Rients Beintema behoorde tussen 1930 en 1970 tot de vooraanstaande persoonlijkheden in het Friese muziekleven. Veel Friezen zullen hem als organist of dirigent meegemaakt hebben. Koorleden zullen wellicht muziek van hem gezongen hebben. Het oratorium " Christus' geboorte" wordt nog regelmatig uitgevoerd en op de pas verschenen DVD "een glimp van de hemel" speelt Jan Jongepier in de Leeuwarder Pelikaankerk de Variaties over "De Heer is mijn Herder". Helaas is dat werk niet meer verkrijgbaar. Dochter Anneke Beintema wordt vaak benaderd door organisten die het werk willen spelen.

Rients Beintema werd op 29 juni 1893 in Franeker geboren. Zijn vader had daar een winkel in fournituren. Anneke weet zich te herinneren dat haar grootmoeder een goede zangstem had, maar verder werd er in huize Beintema niet gemusiceerd. Dit veranderde toen een lot voor een goed doel een prijs opleverde, een accordeon. De vierjarige Rients wist daar geluid uit te krijgen. Toen kort daarna een harmonium werd aangeschaft en zijn oudere zusje daarop les kreeg, leefde Rients zich op dit instrument uit (wel moest een groter iemand voor hem trappen). Toen hij zes jaar was kreeg Rients zelf les. Na de lagere school volgde de opleiding tot onderwijzer, die in mei 1912 werd afgesloten met het behalen van de akte van bekwaamheid. Rients werd (tijdelijk) benoemd in Hitzum. Bij de onderwijzersopleiding had hij viool leren spelen. Nooit tevoren hadden de kinderen in Hitzum zoveel en zo goed gezongen, waarbij de meester ijverig op de viool begeleidde. In het najaar van 1913 volgde een benoeming in zijn geboorteplaats, maar voordat hij op de betreffende school aan het werk ging, werd hij opgeroepen voor de militaire dienst. In juni 1914 zwaaide hij af, maar werd meteen weer opgeroepen in verband met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij belandde als telefonist in Werkendam, waar hij vaak nachtdienst had.

Omdat er dan weinig telefoontjes kwamen kon hij toch wel voldoende slapen, zodat hij zich overdag aan de muziekstudie kon wijden. Zijn compagniecommandant en een vioolspelende luitenant waren hem goed gezind. In 1917 kwam er een einde aan de militaire dienst. Beintema vestigde zich als 'klavierleraar' in Leeuwarden. Hij nam les bij verschillende destijds vooraanstaande musici, waaronder W. Zonderland in Leeuwarden, J. Godefroy te Steenwijk (piano) en A. Koerman in Leeuwarden (orgel), maar wilde zich ook zélf verder bekwamen. Bij de "Nederlandsche Toonkunstenaars Vereeniging" behaalde Beintema de diploma's voor koordirectie en piano, beide met de kwalificatie "zeer goed". In Werkendam had Beintema al praktische ervaring als uitvoerend musicus opgedaan. Op een zondag nam hij daar voor de kerkdienst plaats op de orgelgalerij. Daar zaten al enige lokale organisten, maar die durfden niet te spelen met een beroemd man naast zich. Nadat één van hen op aandrang van Rients de eerste psalm had begeleid, werd hem een blaadje toegeschoven met het Menuet uit Don Juan van Mozart. Of de gast dat na de dienst wilde spelen? De gast weigerde dit, maar pakte flink uit toen hij Psalm 93 vers 2 moest begeleiden:

De waat'ren, Heer, verheffen zich in 't rond,
rivier en meer verheffen hun geruis,
het siddert al op 't woedend zeegedruis.

Sommige kerkgangers genoten, anderen meenden dat de duivel over de toetsen vloog. Binnen enkele dagen kreeg de jonge musicus de leiding van twee of drie koren. Spoedig gaf hij daarmee een concert, waarbij hij zelf als pianosolist optrad in een werk van Grieg. In Werkendam werden ook de eerste eigen composities voor koor uitgevoerd. Een recensent schreef: "Zo is het dan toch ook in onze kring mogelijk, dat de toonkunst als Godsgave kan bijdragen tot een verrijking van het leven." Deze recensent heeft zeker niet kunnen voorzien, dat hij hiermee eigenlijk de drijfveer aangaf, die gedurende 50 jaar het werken van Rients Beintema zou bepalen. In Leeuwarden werd de klavierleraar spoedig dirigent van de christelijke zangvereniging Euphonia, later (COV). Jaarlijks werden er grote uitvoeringen met orkest gegeven, w.o. Josua en Messias van Händel, de Johannes Passion van Bach en de Schöpfung van Haydn. Na de uitvoering van Die Jahreszeiten van Haydn in oktober 1966 begon Beintema met de voorbereiding voor het Weihnachtsoratorium van Bach. Kort voor de in december 1967 geplande uitvoering legde hij om gezondheidsredenen het dirigeerstokje neer. Van 1923 tot 1956 dirigeerde hij bovendien de COV in Sneek.

Dat Beintema vooral bekend werd als organist, is mede het gevolg van zijn benoeming op juni 1927 in de Koepelkerk te Leeuwarden. Valckx en Van Kouteren voltooiden daar in dat jaar een nieuw pneumatisch orgel, een voor die tijd zeer modern instrument. Tot 31 december 1970 bleef hij aan de Koepelkerk verbonden, waar hij elke zondag twee diensten voor zijn rekening nam. Hij bleef zijn eigen gereformeerde kerk trouw. Nimmer is hij – zoals vele gereformeerde spelers – voor de verleiding bezweken bij een beter betalend ander kerkgenootschap te solliciteren. In 1927 bedroeg het "jaarsalaris" negen gulden. Dit was door de kerkenraad nadrukkelijk bedoeld voor het aanschaffen van muziek, het spelen was immers een eer. Bij meer dan honderd diensten per jaar – aannemende dat een dienst met orgelspel ervoor en erna anderhalf uur duurde - was het uurloon van de organist 1/3 van het uurloon van een landarbeider (in 1935 bedroeg het uurloon van een boerenarbeider een kwartje).

Dat die organist moet studeren om een bepaald niveau te bereiken en te behouden en dat hij wellicht enige voorbereiding nodig heeft, daarover werd niet eens gedacht. De organist mocht het orgel wel gebruiken als lesinstrument. Hij mocht bovendien zeer gewaardeerde orgelconcerten geven. De opbrengst daarvan was voor de kerk. Bij deze concerten traden vaak violisten en zangers op als solist. Tweemaal koos de NCRV Rients Beintema tot organist van de maand, wat inhield dat hij in de betreffende maand vier radioconcerten moest geven. Wegens de oorlogsomstandigheden ging de voor oktober 1940 geplande serie niet door. Het orgel in de Koepelkerk is in 1977 vervangen door een uit 1935 daterend elektropneumatisch orgel van Vermeulen, afkomstig uit de rooms-katholieke Heilig Hartkerk in Tilburg. Wie wil weten hoe het "Beintema-orgel" geklonken heeft, moet het orgel in de Pelikaankerk gaan beluisteren. Dat is eveneens door Valckx en van Kouteren gebouwd met Beintema als adviseur, het heeft bovendien – eveneens net als het "Beintema-orgel" – een pneumatische tractuur. Van 1924 tot 1944 was Beintema ook stadsbeiaardier van Leeuwarden. Als zodanig was hij autodidact. Deze functie hield op, toen de klokken uit de toren werden gehaald om ze voor de bezetters te verbergen.

Beintema en zijn vrouw hadden vier dochters en één zoon. Een van de dochters was ziekelijk. Opdat dit kind toch veel in de buitenlucht zou komen had de familie een vakantiehuisje in het Rijsterbos, waar mevrouw Beintema met de zieke vaak de hele zomer doorbracht. Deze dochter werd slechts veertien jaar oud. Dit huisje werd een veilig toevluchtsoord toen het in 1944 voor vader Beintema in Leeuwarden te gevaarlijk werd. Net als Hendrik Andriessen weigerde Beintema een verklaring van niet-Jood zijn te ondertekenen en zich bij de Kultuurkamer aan te sluiten. De hele familie vertrok naar Gaasterland.

Het huiselijk leven van de Beintema's was karakteristiek voor gereformeerden in die dagen. De kinderen gingen naar christelijke scholen en 's zondags ging men twee keer naar de kerk. Verder kregen ze allemaal pianoles van hun vader, met meer of minder resultaat. Hoewel geen van de kinderen musicus is geworden, trad Anneke vaak op als sopraansoliste. Haar zus Tineke speelde zeer goed piano, waardoor ze vaak ingeschakeld werd als begeleidster. Streng was de opvoeding niet, eerder ruimdenkend. Na de oorlog werd Beintema in zijn woonplaats muziekleraar aan Mariënburg (de Christelijke kweekschool) en aan de Christelijke Opleiding voor kleuterleidsters. Behalve dat hij zelf een uitstekend koordirigent was, deed Beintema ook anderszins veel om de koorzang op een hoger peil te brengen. Hij was adviseur van de Bond van christelijke zangverenigingen in Friesland en van de Koninklijke bond voor zang- en oratoriumverenigingen. Dit hield in dat hij diverse dirigentencursussen gaf op verschillende plaatsen in het land, dat hij vaak jurylid was en dat hij meer dan 360 koorwerken componeerde. "Christus' geboorte" – het meest omvangrijke en belangrijkste koorwerk – werd reeds genoemd. Natuurlijk waren daarbij ook vele volksliedbewerkingen en koraalharmonisaties, waaronder verplichte stukken voor concoursen. Voor orgel heeft Beintema weinig gecomponeerd. De Variaties over "De Heer is mijn Herder" werden door de Leeuwarder muziekhandelaar Ganzevoort uitgegeven. Een partita over "Nu sijt wellekome" verscheen in een bundeltje kerstmuziek bij Harmonia. Dit was een initiatief van S. Schuitema, organist van de Vrij Evangelische kerk in Leeuwarden en samensteller van de 7-delige serie "Oude Meesters", die destijds in een grote behoefte voorzag. Dat de bijgevoegde vingerzettingen en fraseringen naar hedendaagse inzichten eigenlijk aangeven hoe het in elk geval niet moet, doet niets af aan de waarde van het pionierswerk van Schuitema. Bij het bureau voor de auteursrechten zijn nog vijf koraalbewerkingen geregistreerd. Deze zijn echter onvindbaar. De titels zijn: 'Jezus neemt de zondaars aan', 'Het Gebed des Heren', 'Ontwaakt, gij die slaapt', Psalm 139 en Psalm 133.

Na een lang leven in dienst van de muziek overleed Rients Beintema 30 jaar geleden op 19 oktober 1976. Beintema was overtuigd gereformeerd en voerde geen typisch rooms-katholieke koormuziek uit, een typerend standpunt. Het is dit jaar 25 jaar geleden dat de rooms-katholieke componist Hendrik Andriessen overleed. Overeenkomst tussen Hendrik Andriessen en Rients Beintema is dat beiden zonder fundamentalistisch te worden, trouwe leden van hun eigen kerk waren. Beiden wezen de politiek van de bezetter af, ongeacht de gevolgen voor hun werk als musicus. Beiden waren zeer verbonden met het orgel, maar bestreken als musicus een veel breder terrein.

(dank aan Anneke en Piet Beintema voor hun inlichtingen)

Naschrift: de auteur kom graag in contact met personen die composities van Beintema in hun bezit hebben, of tips kunnen geven omtrent de vraag waar naar composities van Beintema te zoeken.

Folkert Binnema


stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard