ok2003menu




Orgelrestauraties in Fryslân Friese Orgelkrant 2003
 

De actuele stand van zaken

Het meest spectaculaire moment in de Friese orgelwereld zal dit jaar ongetwijfeld in Bolsward plaats vinden. Halverwege dit jaar hoopt Verschueren Orgelbouw uit Heythuysen immers de eerste en tweede fase van een omvattende restauratie van het Hinsz/Van Damorgel af te ronden. Een gebeurtenis om naar uit te zien!
Het Hinsz/Van Damorgel van Bolsward is het grootste historische orgel in Fryslân. Het orgel werd gemaakt door de reeds bejaarde Albertus Anthoni Hinsz in l781 met 34 registers op hoofdwerk, rugwerk en vrij pedaal. Tachtig jaar later vergrootte de firma L. van Dam & Zn. het met een prachtig bovenwerk van acht registers. Ondanks kleine veranderingen na l861 kan men zeggen dat het orgel in grote lijnen goed bewaard bleef. Zeer terecht heeft het orgel dan ook een bijzondere plaats in het hart van vele orgelliefhebbers. Elders in deze krant is meer te lezen over de grote restauratie, waarvan fase één en twee eind juni zullen worden afgesloten.

De neiging bestaat, om naast een dergelijk groot werk het herstel van orgels van kleiner formaat wat te veronachtzamen. Een groot deel van de orgelliefhebbers droomt immers het liefst weg onder hoge gewelven bij het ondergaan van stoere en indrukwekkende orgelklanken.
Hoe legitiem ook, in Fryslân bestaat de culturele rijkdom, waar ook de orgels deel van uitmaken, in hoofdzaak uit miniaturen. De torens, al of niet met zadeldak, de kleine dorpskerken, van stokoud Romaans tot deftig 19e eeuws, de interieurs met middeleeuwse fresco’s en statig eikenhouten meubilair vormen een veelkleurige invulling in het altijd weer prachtige landschappelijk decor. In dat kader spelen ook de orgels hun toontje mee.
De grootte is daarbij geen factor die waardebepalend is. Dat geldt evenzeer voor de kerkgebouwen als voor de orgels.
Vanuit die invalshoek willen we als Stichting Organum Frisicum de aandacht vestigen op het totale Friese orgelbestand, niet alleen de grote orgels, maar ook de kleintjes, niet alleen de oudste orgels, maar ook de jongere instrumenten. Zonder de terechte focus op de restauratie van grote orgels te willen ontkennen, pleiten we dan ook voor aandacht voor het verheugend herstel van kleinere orgels in onze provincie.

In de eerste plaats willen we berichten over twee orgels die toch ook weer niet zo erg klein zijn.
Dit voorjaar zal door Orgelmakerij Bakker & Timmenga de eerste fase van de restauratie van het orgel in de Hervormde kerk van Hallum worden afgerond. Na twintig jaar van voorbereiding is het dan eindelijk zo ver, dat een eerste stap op de weg van herstel van dit prachtige orgel is gezet. Het gaat hier om het grootste orgel dat ooit door de orgelmaker Albertus van Gruisen werd gemaakt. Bij oplevering in l811 bezat het 13 registers op het hoofdwerk en 9 registers op het rugwerk. In l870 voegde Willem Hardorff er nog een vrij pedaal van vier stemmen aan toe. Latere restauraties (1910 door L. van Dam & Zn. en l931 door Bakker & Timmenga) hebben ingrijpende veranderingen aan het orgel teweeg gebracht.
Jarenlang heeft het orgel ernstig geleden onder uitdroging. De lekkages die hierdoor ontstonden maakten het gebruik in de wintermaanden vrijwel onmogelijk.
Als eerste fase van het herstel zijn nu de windladen van hoofdwerk en rugwerk gerestaureerd, en is de windvoorziening nagezien en winddicht gemaakt. Bovendien is een begin gemaakt met het onderzoek van het pijpwerk. Aan de hand hiervan zal het plan voor de volgende fasen worden opgesteld. Het is te hopen, dat binnen niet al te lange tijd de restauratie kan worden voortgezet!
Het tweede orgel, dat we hier willen noemen is misschien wel het minst bekende historische orgel van Fryslân. Het betreft het orgel in de Hervormde kerk van Stavoren, waarvan de restauratie jongstleden februari door Orgelmakerij Bakker & Timmenga begonnen is. De geschiedenis van het orgel van Stavoren is de meest vermakelijke orgelhistorie in onze provincie. Rond l780 construeerden Wybe Meyes en Meye Wybes (vader en zoon, ‘huistimmerlieden’ volgens een beschrijving uit die tijd) een monumentaal orgel met hoofdwerk en rugwerk in de voormalige kerk van Stavoren. De Friese orgelkenner Nicolaas Arnoldi Knock had in l788 in zijn gedrukte dispositieverzameling al geen goed woord over voor dit orgel. Veel orgelmakers hebben gepoogd, er wat van te maken. Allerlei opschriften aan de binnenkant van de orgelkas getuigen hier ook van. De ‘eindredactie’ kwam tot stand via een omvangrijke restauratie en vernieuwing door L. van Dam & Zn. in l902.
De restauratie die nu in uitvoering is, beoogt het herstel van dat concept van l902. Gedetailleerd onderzoek tijdens de restauratie zal aan het licht moeten brengen, wat er nog van het werk van de timmerlieden over is gebleven. Zeker is, dat het orgel na restauratie een rol van betekenis kan gaan spelen in het muziekleven van de streek.

De restauratie-inspanningen in Bolsward, Hallum en Stavoren betreffen orgels uit de klassieke periode. Ook al is het orgel van Hallum volgens jaartal een l9e-eeuws orgel, naar de geest wortelt het nog in de l8e eeuw.
In Fryslân maken orgels uit de l9e eeuw een groot deel uit van de historische orgelvoorraad.
Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen orgels uit de eerste helft van de l9e eeuw en instrumenten van na l850. De periode van vóór l850 kenmerkt zich door een sterke band met de klassieke periode van de l8e eeuw. Maar tegelijkertijd is dat beeld in de vroege l9e eeuw bijgesteld naar een meer lieflijk karakter. De Duitse stroming van het Biedermeier is hierin herkenbaar.
Orgelmakers die deze stroming in Fryslân vertegenwoordigden waren de gebroeders L.J. en J. van Dam (tweede generatie van dit huis), Willem van Gruisen, en vader en zoon Radersma.
Van een klein, maar zeer sprekend voorbeeld van orgelbouw uit deze periode is dit voorjaar ook de restauratie voltooid: het orgel in de Gereformeerde kerk van Oosthem. Flentrop Orgelbouw uit Zaandam restaureerde dit kleinood, dat in l840 gebouwd werd door Luitjen Jacob van Dam voor de Doopsgezinde kerk te Heerenveen en dat in l900 door de firma Bakker & Timmenga naar Oosthem werd overgebracht. Daar begeleidt het sindsdien de kerkdiensten in het kleine, uit l897 daterende kerkje. Tijdens de restauratie is ontdekt, dat de claviatuur van het orgel oorspronkelijk in de achterwand was aangebracht en in l900 naar de zijkant werd overgebracht. Voor het overige is het orgel ongewijzigd. Opvallend is de aanwezigheid van drie spaanbalgen, in een aparte balgenkas achter het orgel opgesteld. Balgenkas en orgelkas zijn bijna even groot!

Een substantieel deel van de restauratieverrichtingen van het afgelopen jaar werd besteed aan orgels uit de tweede helft van de l9e eeuw en de vroege 20e eeuw.
Weer twee Van Damorgels moeten hier worden genoemd. Maar nu gaat het om instrumenten, gebouwd door de derde generatie orgelmakers van dit huis, onder de firmanaam L. van Dam & Zn. Orgelmakerij Bakker & Timmenga legt de laatste hand aan de restauratie van het orgel van Terband (l887), dat tevens met een Trompet 8 voet (op een door de orgelmakers Van Dam voorbereide plaats) werd vergroot, en maakte inmiddels een begin met de restauratie van het orgel te Hegebeintum (l862). Beide orgels zijn éénklaviers instrumenten met aangehangen pedaal en bleven in grote lijnen in authentieke staat bewaard. Het orgel van Hegebeintum is ernstig verzakt door de verzakkingsproblemen van het kerkgebouw en zal weer worden rechtgezet. In Terband is de orgelkas, waarvan de kleur bij de laatste kerkrestauratie niet erg gelukkig was gewijzigd, weer in de oorspronkelijke kleurstelling hersteld.

Vier historische orgels van de firma Bakker & Timmenga moeten tenslotte worden genoemd, vanwege de oplevering van een uitgevoerde restauratie. Steeds duidelijker wordt daarbij hoe het werk van deze orgelmakers perioden heeft gekend, bijna per decennium verschillend van karakter, uitvoering en materiaaltoepassing.
Het oudste orgel uit deze reeks is het orgel in de Hervormde kerk van Garyp uit l886. Dit grote éénklaviers orgel vertoont in uitvoering en klank veel overeenkomst met het orgel van Aldtsjerk uit l884. Dispositie en pijpwerk van het orgel van Garyp bleven goed bewaard, op technisch gebied moest bij de thans uitgevoerde restauratie nogal wat schade van een vorige ‘behandeling’ ongedaan worden gemaakt.
Het orgel in de Hervormde kerk van Nijega dateert uit l894. Dit orgel bezit twee klavieren en een aangehangen pedaal. Ook dit orgel was volkomen gaaf, en behoefde alleen technisch herstel. De orgelkas kreeg de oorspronkelijke kleurstelling (mahonie-imitatie) terug.
Ook het orgel in de samen-op-weg kerk van Oppenhuizen werd gerestaureerd. Dit Bakker & Timmenga-orgel dateert uit l909. Het werd destijds op 30 april in gebruik genomen, samenvallend met de geboorte van prinses Juliana dus, waaraan een geschilderde oorkonde boven de claviatuur herinnert. Voor een Friese dorpskerk is dit een riant orgel, met twee klavieren en vrij pedaal. De restauratie van het orgel is tevens aangegrepen om tegelijkertijd de verzakking ongedaan te maken en de ondersteuning te versterken. Voor de restauratie van deze drie hierboven genoemde orgels was Orgelmakerij Bakker & Timmenga verantwoordelijk.
Mense Ruiter Orgelmakers restaureerde in deze zelfde periode het orgel in de Hervormde kerk van Hollum, een kerk die men gerust ‘de kathedraal van Ameland’ zou mogen noemen.
Oorspronkelijk was dit een éénklaviers orgel, gemaakt door de orgelmakers Bakker & Timmenga in l894. Enkele decennia terug is het door de orgelmakers Reil uit Heerde met een tweede klavier vergroot. Het instrument speelt een grote rol in het muziekleven van het eiland, mede door de grote kerk met zijn prachtige akoestiek. Ook hier is een ontstane verzakking ongedaan gemaakt, en is het schilderwerk vernieuwd. De restauratie betrof verder vooral het oorspronkelijk deel uit l894, dat geheel gaaf bewaard was gebleven, maar in technisch opzicht aan herstel toe was.
De genoemde orgels van Garyp, Nijega en Hollum werden gemaakt door de beide eerste firmanten samen. Desondanks is er al verschil te bespeuren tussen de orgels uit de jaren 80 en de jaren 90 van de l9e eeuw. Het orgel van Oppenhuizen is daarentegen een werkstuk van Arjen Timmenga alleen, Fokke Bakker was inmiddels overleden. Uit dit instrument, dat in technisch opzicht bijvoorbeeld het oudere orgel van Rinsumageest (l892) navolgt, spreekt wat klank betreft al een andere, nieuwere geest dan bij de orgels van vóór 1900. Het zijn juist die verschillen, die de orgellandkaart van Fryslân zo boeiend maken. Verschillen, die men in orgelfronten of disposities minder duidelijk ziet, maar in klank des te duidelijker leert onderscheiden. Orgels zijn er dan ook om naar te luisteren, of om op te spelen. Dan pas leert men de persoonlijkheid van de instrumenten kennen. En dan zijn het net mensen: geen één is gelijk aan de ander!

Jan Jongepier


stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard