Een bijzondere orgelexcursie deze keer: kerken en orgels langs onze Waddenkust. Steeds hebben we zicht op de zeedijk. De keuze heeft een reden
want onze stichting participeert in de Landschapstriënnale 2023, die deze keer plaatsvindt langs de gehele Waddenkust van Groningen en Friesland
tot Noord-Holland.
Ternaard
De excursie begint in Ternaard en wel in de Grutte Tsjerke. Deze laatgotische kerk werd gebouwd in het midden van de 16e eeuw.
Een deel van het interieur stamt uit de 17e eeuw, waaronder de herenbank voor de familie Aylva. De familiewapens van deze eens
zo invloedrijke familie zijn geplaatst op de orgelgalerij.
Douwe II van Aylva schonk de kerk een orgel. Het werd in 1660 opgeleverd door de orgelbouwers Arnold en Tobias Bader, afkomstig
uit Westfalen. Zij bouwden een orgel met een Hoofdwerk en een Rugwerk. Van dit orgel is enkel de orgelkas bewaard gebleven, gelukkig
met het bijzonder fraaie houtsnijwerk, vervaardigd door Jacob Cornelisz.
In 1864 is het Bader-orgel vervangen door een orgel gebouwd door de derde generatie van de orgelbouwers Van Dam uit Leeuwarden.
Daarbij werd in de kas van het Hoofdwerk een orgel met twee manualen gebouwd. Het Rugwerk bleef leeg. “Stemmen
voor Waarheid en Vrede”, een evangelisch tijdschrift uit die tijd, vermeldde het volgende:
“Het orgel, vervaardigd door de Heeren L. van Dam & Zonen, te Leeuwarden, die daarmede hunnen alouden roem als Orgelmakers
op het schitterends hebben gehandhaafd, is geplaatst in de bestaande heerlijk bewerkte en nog zeer hechte kast, en levert
nu een geheel op, dat door deugdzaamheid van stof, fraaiheid van bewerking, liefelijkheid van geluid, en geschiktheid voor het
kerkgebouw, een waar kunststuk mag genoemd worden.”
Het orgel had toen 19 nieuwe stemmen en een aangehangen pedaal. Het oude pijpwerk van de Baders werd in een ander Van
Dam-orgel geplaatst, een orgel dat echter bij een brand in 2004 verloren is gegaan.
In 1938-1939 werd er een restauratie uitgevoerd door de firma Valckx & Van Kouteren. Daarbij werd een vrij pedaal aangebracht en
om het bovenwerk een zwelkast geplaatst. In 1967 volgde er neo-barokke wijziging op het Bovenwerk door de plaatselijke predikant J.
Mostert.
In 1992 volgde een restauratie door de firma Bakker & Timmenga, een reconstructie naar de toestand van 1864, echter wel met de uitbreiding
van een vrij pedaal.
De kerk van Holwert ligt op een terp die, tot de nieuwe zeedijk van 1562, buitendijks lag. Een steen in de kerk herinnert aan deze inpoldering.
De huidige kerk werd gebouwd in de jaren 1775 tot 1778 in Lodewijk XVI-stijl en verving een tufstenen Romaanse kerk. De 13-eeuwse toren is blijven
staan, maar op deze toren is al vóór 1739 een spits geplaatst die diende als baken voor de scheepvaart op de Waddenzee.
Het orgel is pas in 1852 gebouwd door J.C. Scheuer, een orgelbouwer afkomstig uit Westfalen en reeds ongeveer dertig jaar woonachtig en werkzaam
in Zwolle. Via contacten met de Sneker organist en orgeladviseur S.W. Velds kreeg Scheuer ook opdrachten in Friesland waaronder de opdracht voor
het orgel in de doopsgezinde kerk in Sneek. In Holwert werd een orgel gebouwd met een Hoofdwerk, Onderpositief en vrij Pedaal. De bespeling was
aan de achterzijde van het orgel. In 1907 werd het orgel verbouwd door de firma Bakker & Timmenga. De klaviatuur werd verplaatst naar de noordelijke
zijkant van het orgel. Daarbij werd ook de ligging van de windladen van het Hoofdwerk en het Positief omgewisseld en werden er veranderingen
in de dispositie aangebracht.
Bij de laatste restauratie en reconstructie in 1987 door de firma Bakker & Timmenga werd de omwisseling van de windladen
weer ongedaan gemaakt en werd de dispositie van Scheuer uit 1852 hersteld. De veranderde aanleg van klaviatuur en mechaniek bleef echter gehandhaafd.
De Martinuskerk in Ferwert is een kerk die te midden van de dorpsbebouwing domineert en daardoor altijd weer indruk maakt. De voornaamheid van het gebouw
gaat terug op de centrumfunctie die Ferwert had in de oorspronkelijke 15e-eeuwse parochie. De zadeldaktoren moest er, verhoogd in 1525, ook van getuigen.
De lengte van de kerk valt op. Op weg naar de entree komen we eerst nog door de 17eeeuwse toegangspoort bij het pleintje, het Vrijhof.
Binnengekomen in de kerk zien we de stijlvolle inrichting met een fraaie preekstoel (midden 17e eeuw), omgeven door de niet minder mooie ‘dooptuin’.
Tegenover de preekstoel staat de overhuifde herenbank, gesierd met gecanneleerde (gegroefde) zuiltjes. De koperen lichtkroon dateert van de
16e eeuw. In het koor staan nog een aantal doodsbaren.
Het orgel
De orgelkas uit 1866 werd gemaakt door de gebroeders Adema voor de (voormalige) rooms-katholieke Sint-Dominicuskerk in Leeuwarden. In 1940 kreeg de
kas een nieuwe bestemming in Ferwert. Het binnenwerk bevat nog pijpwerk uit twee vorige orgels: het Schnitger-orgel van 1704 (afgebroken in 1872)
en het Adema-orgel van 1873. Een publicatie op 5 maart 1939 getuigt van de ambities van de kerk ten aanzien van het orgel.
“Het orgel krijgt twee klavieren en een vrij pedaal. Er komt een geheel vrijstaande en verplaatsbare speeltafel op de gaanderij.
Op deze speeltafel zullen 44 registers worden aangebracht, waarvan 31 voor sprekende stemmen (…) en 13 voor koppelingen enz. Verder krijgt het 10
drukknoppen, 5 indicatoren, 2 treden (zwelkast en generaal crescendo)”.
Er was een dringende reden. Eerder, in 1927, werd het Adema-orgel vanwege een kerkrestauratie gedemonteerd. De wederopbouw na deze restauratie gebeurde
door de N.V. Orgelfabriek P. van Dam v/h L. van Dam & Zonen. In 1939 besloot men tot vernieuwing van het orgel met gebruikmaking van de Adema-kas uit
Leeuwarden. Organist Fokke Riemersma (sedert 1933 woonachtig in Ferwert en werkzaam als hoofd van de hervormde school, die in 1934 het Adviesbureau
voor Orgelbouw Organum oprichtte) was de motor achter deze megalomane ombouw van het Adema-orgel die o.a. financieel gesteund werd door giften van Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana. Orgelmaker H. Spanjaard voerde de werkzaamheden uit. Vanwege de financiën bleef het Rugwerk voorlopig leeg. De ruimte
werd gebruikt als boekenkast. In 1948 veranderde dat. Dankzij een gift van de weduwe van A.J. Looxma van Welderen baron Rengers ter herinnering aan
haar overleden echtgenoot kon de firma Reil het orgel completeren. Deze plaatste een nieuwe drieklaviers speeltafel. De dispositie van het nieuwe Rugwerk
had veel overeenkomsten met die van het Rugwerk van het voormalige Schnitger-orgel. Wel werden twee nieuwe registers toegevoegd. Het orgel was nu één stem
groter dan dat van de Grote Kerk te Leeuwarden! In fasen kwam het huidige orgel tot stand. Een restauratie in 1983 door de firma Verschueren leidde in
feite tot een ‘nieuw’ orgel met gebruikmaking van alle goede delen van het vorige orgel. Qua stemmen was het nog zeer onvolledig: van het Récit waren
maar drie van de zeven registers geplaatst. Na de restauraties van 1989 en 2001 zijn de Clairon 4’, de Bazuin 16’ en de rest van het Récit geplaatst.
Begin 2021 vindt groot onderhoud plaats door orgelmakerij Bakker & Timmenga. Onder meer het nodige pijpwerk bleek aan corrosie onderhevig.
In februari 2021 stond er weer een goed functionerend orgel.