ok2023menu



Voorjaarsexcursie Friese Orgelkrant 2023
 

Elk jaar start het excursieseizoen met de Voorjaarsexcursie. Als de natuur weer tot leven komt, de bladeren en bloemen uitkomen, de vogels nesten bouwen, dan zijn wij ook weer van de partij. Deze keer start de Voorjaarsexcursie in Hindeloopen, waar we in de Grote Kerk een Van Dam-orgel beluisteren in een oudere kas van Jan Harmensz. Kamp. Oorspronkelijk is zowel de kas als het instrument gebouwd voor de hervormde kerk van Oosterbierum. Als tweede staat het orgel in de Martinikerk van Koudum geprogrammeerd. Het betreft een Van Dam-orgel met ten dele nog 17e-eeuws pijpwerk van Bader. De volgende stop is de doopsgezinde kerk in Warns. Het orgel in deze kerk is gebouwd door Bakker & Timmenga, die veel orgels in doopsgezinde kerken bouwde. Het orgel stamt uit 1896. Het orgel in de Nicolaaskerk in Stavoren – het eindpunt van onze excursie – is lange tijd een mysterieus orgel geweest. Pas in 2004 zijn allerlei zaken aan het licht gekomen. Hoe het klinkt? Jan Jongepier omschreef het als “een bonte verzameling klanken”.

Hindeloopen

Ooit was Hindeloopen – Hindeloopers zeggen ‘Hielpen’ en Friezen ‘Hylpen’ – een rijke stad. De zeehandel met Scandinavië, de Baltische landen en Engeland bloeide. In die tijd ontwikkelden zich ook de Hindelooper schilderkunst en de Hindelooper klederdracht. Bovendien ontstond een eigen dialect, dat nogal afwijkt van het Fries. Dat dialect ontstond o.a. doordat Hindeloopen weinig contact had met haar achterland, maar via haar handelsrelaties juist wel met het buitenland. Zo zitten er Scandinavische invloeden in het Hindeloopers (bv. ‘dòkke’ = pop, vgl. het Deense ‘dukke’) en ook Engelse (‘siie’ = naaien, vgl. Engelse ‘to sew’). Kijk tijdens de Voorjaarsexcursie in de Grote Kerk in Hindeloopen gerust eens in het Hindelooper liedboek ‘En nó mar sûnge. Hylper lydbûkjen fôr serke en thús’. Deze liedbundel is uitgegeven in 2019 en bevat bijna tachtig liederen, voornamelijk afkomstig uit het Liedboek 2013. Overigens bestaat er sinds 1981 ook een Hindelooper woordenboek(je), en in 2019 verscheen een nieuw circa duizend pagina’s tellend ‘Great Hylper Wordebook’. Het Hindeloopers is net als het Schiermonnikoogs en Terschellinger Fries een volledig taalsysteem dat een eigen ontwikkeling doormaakte. Je kunt dus met recht spreken van een taal.

Nog ouder dan de taal is uiteraard het stadje zelf. Al in de 8e eeuw was er een nederzetting die omstreeks 825 de naam Hindelop kreeg. In een latere ‘croniicke’ uit 1597 staat beschreven: Hindeloopen “creech dese voorschreven naem van etlicke wilde beesten, die men hinden noemde, die uut het Bosch van die Creijl aldaer hare ganck en de loop hadden”

Wanneer je nu door Hindeloopen wandelt – het op één na kleinste stadje van de Friese elf steden – kun je nog heel wat van die oude glorietijd bespeuren. De 33 rijksmonumenten maken het stadje tot een soort openluchtmuseum. In één van die monumenten, het voormalige stadhuis uit 1682, bevindt zich het Hindelooper museum. Daar is van alles te zien over de woon- en leefcultuur van Hindeloopen.

Wij bezoeken een ander monument: de Grote Kerk. Dit kerkgebouw verving een in 1570 verwoeste voorganger. De kerktoren dateert uit 1593. In 1701 ging de toenmalige torenspits verloren na een blikseminslag. De huidige spits dateert van 1724 en is achtkantig met daarop een koepeltje met een windvaan in de vorm van een zeilschip. Dankzij de groei van de bevolking werd de kerk te klein en is aan de zuidzijde een uitbreiding gerealiseerd, zodat er een tweebeukige hallenkerk ontstond. In 1892 werd de uitbreiding weer afgebroken. Boven het ingangsportaal aan de zuidzijde is een fronton zichtbaar met het jaartal 1658, het wapen van Hindeloopen en de tekst:
“Des Heeren Woordt met
Aendaght hoort komt
daertoe met Hoopen
Als Hinden-Loopen”

Boven de nieuwe toegang uit 1892 aan de noordzijde is het stadswapen geplaatst met eveneens een afbeelding van de Hoorn des Overvloeds en een wijnkan.

Bij het binnentreden van de kerk vallen de twee naamborden op van alle predikanten die sinds 1580 in deze kerk dienden. Wij zijn echter bijzonder geïnteresseerd in het orgel. Dit staat sinds 1868 in deze kerk. L. van Dam & Zonen plaatste het. Het orgel was afkomstig uit Oosterbierum, waar Jan Harmensz. Kamp in 1719 een orgel had gebouwd, bestaande uit een hoofd- en rugwerk. In 1813 komt L. van Dam met een nieuw binnenwerk voor Oosterbierum, waarbij hij de kas van Jan Harmensz. Kamp intact laat. Als Oosterbierum in 1868 een nieuw orgel krijgt, wordt het oude in zijn geheel overgeplaatst naar Hindeloopen. Het krijgt daar wel een nieuwe opstelling: het rugwerk komt te vervallen. Het orgel bestaat nu uit een hoofd- en een bovenwerk. Ook worden enkele dispositiewijzigingen doorgevoerd. Deze laatste zijn tijdens een restauratie in 1980 door Bakker & Timmenga weer gewijzigd naar de oorspronkelijke situatie van 1813.


Dispositie:

Hoofdwerk (C-f3): Bourdon 16’; Prestant 8’; Holpijp 8’ (b/d); Viool 8’ (d); Octaaf 4’; Quint 3’; Octaaf 2’; Mixtuur II-III sterk; Trompet 8’ (b/d)

Bovenwerk (C-f3): Prestant 8’ (d); Fluit does 8’; Prestant 4’; Fluit 4’; Gemshoorn 2’; Carillon II sterk (d)

Pedaal (C-d1): Aangehangen

Speelhulpen: Manuaalkoppel, Tremulant


Koudum

“Koudum, een der vermaakelykste en schoonste Dorpen van Friesland, is gelegen op hooge terpen in laag land, een uur gaans ten Zuidoosten van Hindeloopen”, aldus de Tegenwoordige staat van Friesland (1788). De oudst bekende vermelding van het dorp stamt uit 855, toen nog onder de naam Coluuidum. Koudum groeide vrij snel uit tot een behoorlijk groot dorp en trok ook welgestelde families aan, zoals de Galama’s, Epema’s en Donia’s die er hun staten bouwden. Van deze staten is alleen de (ingrijpend verbouwde en verkleinde) Grovestins State aan de Bovenweg nog over. Het voormalige gemeentehuis aan de Dammenseweg is gebouwd naar het voorbeeld van de Galamastins, die tot ongeveer 1800 aan de Hoofdstraat stond.

Koudum staat nu vooral bekend als watersportplaats, hoewel het dorp aan de Koudumervaart maar een kleine haven heeft. De grote jachthavens bevinden zich ten zuiden van Koudum bij de Kuilart en de Galamadammen. Op de plek van de Galamadammen werd in 1732 een doorgang voor de scheepvaart tussen Stavoren en Sneek gegraven. Pas in 1836 kwamen er bruggen over het water en in 2007 zijn die vervangen door een aquaduct. De mooie, oude herberg die hier stond brandde in 1945 af. Nu staat er een nieuw hotel-restaurant.

Wij bezoeken de Martinikerk in Koudum. De huidige kerk heeft ten minste twee voorgangers gehad. Waarschijnlijk werd in de 16e eeuw een kruiskerk gebouwd met daar tegenaan een toren met een romp van dertig meter hoog en daarbovenop nog eens een spits van meer dan dertig meter. Deze toren – gebouwd tussen 1614 en 1617 – was zo hoog dat hij als baken diende voor de scheepvaart op de Zuiderzee. Twee eeuwen later werden kerk en toren afgebroken en kwam er een achtkantige kerk met koepeltoren voor in de plaats. De levensduur van deze kerk, die rond 1831 gereed was, was slechts kort. Omdat het gebouw in 1852 verlaagd werd, kon het niet meer dienst doen als landmerk voor de zeevaart. Derhalve werd de jaarlijkse toelage van het ministerie van Marine (voor het onderhoud) ingetrokken. Waarom de kerk niet voldeed, is niet bekend, maar in 1857 werd hij vervangen door de huidige kerk. Bij graafwerkzaamheden voor de fundering van de huidige kerk werd een zeer oude sarcofaag gevonden uit 1050 à 1075. Deze is nu te bezichtigen in het Kerkmuseum te Jannum.

Vooral het interieur maakt de Martinikerk van Koudum bijzonder; het is grotendeels afkomstig uit de oude kerk. De kansel met snijwerk van zuilen, friezen en panelen met bloem- en vruchtenguirlandes, rust op een voetstuk van zeven gepolijste marmeren zuiltjes met Dorische kapitelen en een zwarte marmeren plaat. Tegen deze plaat zijn marmeren cartouches en wapens aangebracht. De koperen leuning en de zware koperen lezenaar, die rust op een steun in de vorm van een eendenkop, zijn gemaakt door de Amsterdamse geelgieter Elias Eliasz van Vliet. Hij vervaardigde ook de doopboog van het doophek. Bijzonder is ook het gedenkbord uit 1612 dat herinnert aan de Spaanse overval op het dorp tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Het orgel in de kerk werd in 1859 gebouwd door L. van Dam & Zonen. Eerder stond in Koudum een orgel van de orgelmakers Arnold en Tobias Bader uit 1651. Tijdens de bouw van het Müller-orgel in de Grote Kerk van Leeuwarden (1724-1727) verrichtten Christian Müller en zijn metgezellen ook herstelwerkzaamheden aan orgels elders in Friesland, zo ook in Koudum. Bij de bouw van het nieuwe orgel in 1859 maakte Van Dam dankbaar gebruik van een aanzienlijke hoeveelheid pijpwerk van Bader. Deze pijpen waren in de afgelopen tijd helaas zo sterk aangetast door loodcorrosie, dat besloten is ze te vervangen door kopieën die gemaakt werden met een hoger tingehalte. Dit werk werd in 2019 en 2020 uitgevoerd door de firma Bakker & Timmenga.

Het orgel heeft één klavier en aangehangen pedaal. Het is niet groot voor een dergelijk gebouw. De vorm van het front is gelijk aan het Van Dam-orgel in de doopsgezinde kerk te Drachten, dat Van Dam twee jaar eerder bouwde. De plaatsing van het orgel op een onderbouw, gelijk aan de hoogte van de balustrade van de orgelgalerij, geeft het front een rijzig en voornaam karakter. De drie grote, barokke 18e-eeuwse beelden op het orgel zijn afkomstig uit Stavoren. De kleinere beelden uit Koudum, die mogelijk op het rugwerk van het Bader-orgel hebben gestaan, verhuisden naar Stavoren.


Dispositie:

Manuaal (C-g3): Bourdon 16’; Prestant 8’; Holpijp 8’; Octaaf 4’; Roerfluit 4’; Prestantquint 3’; Superoctaaf 2’; Tertiaan I-II sterk; Cornet III sterk (d); Trompet 8’ (b/d)

Pedaal (C-g): Aangehangen

Speelhulpen: Afsluiting; Tremulant; Forte/piano-inrichting


Warns

Warns is een lintdorp van enkele kilometers lang. Het loopt van It Noard via de Buorren over in It Sou (Súd). De naam Wardesle wordt al genoemd in het jaar 1132. De naam komt voor op de kapellenlijst van het klooster Sint-Odulfus te Stavoren, net als Laaxum en Scharl, kleine dorpjes die nu formeel onder Warns vallen. In de 17e en 18e eeuw was Warns een dorp van boeren en kapiteins (grootschippers) die geld verdienden op de internationale handelsvaart. Enkele grootschipperswoningen in Warns zijn bewaard gebleven. Later werden landbouw en visserij vanuit Laaxum de belangrijkste bron van inkomsten.
De bebouwing van Warns kent twee kernen. Eén ervan is It Noard. Er is daar een jachthaven op het terrein van de voormalige zuivelfabriek, waarvan alleen de schoorsteen rest als stille getuige. In deze kern staat een doopsgezinde kerk en een fraaie rooms-katholieke kapel. De andere kern is de Buorren. Daar bevindt zich de Johannes de Doperkerk met een 12e-eeuwse tufstenen kerktoren. It Sou (Súd) bewaarde tot op heden zijn open karakter door lichte bebouwing en wordt dus niet als kern aangemerkt. Via It Sou komt men in Laaxum, ook wel bekend als kleinste haven van Europa. Even verderop langs de oude zeedijk bevindt zich het Roode Klif met – sinds 1951 – een monument bestaande uit een grote zwerfkei met de tekst “Leaver dea as slaef”, ter herinnering aan de Slag bij Warns, toen de Friezen in 1345 de indringers uit Holland verdreven.

Eerste doopsgezinde kerk in Warns pas gebouwd na toestemming van hervormden

Wij bezoeken de doopsgezinde kerk in Warns. Al in de 16e eeuw bestond er in Warns een doopsgezinde gemeente. In het begin kwamen de doopsgezinden bijeen op een klein eilandje in de Morra en later in een schuurkerkje vlakbij het meer. Toen het kerkje te klein werd, is in 1665 een kerk gebouwd in de kom van het dorp. Hiervoor is wel eerst toestemming gevraagd, want de hervormden zagen niet graag een vermaning verschijnen. Toen in 1875 de grindweg Warns-Molkwerum werd aangelegd moest de doopsgezinde gemeente grond afstaan.
Omdat de kerk in zeer slechte staat verkeerde is toen ook maar gelijk besloten om nieuwbouw te plegen. In 1877 werd de huidige kerk in gebruik genomen. Het gebouw bestaat uit vijf traveeën en in de buitenmuur zijn per travee twee gekoppelde rondboogvensters zichtbaar. In 1950 werd de voorgevel vernieuwd en werd het houten koepeltje vervangen door een stenen torentje.

Het interieur, de banken en het spreekgestoelte, van de doopsgezinde kerk stammen uit de bouwtijd van de kerk en de fraaie liedbordjes zijn van Hindelooper houtsnijwerk. Het orgel dateert van 1896 en is gebouwd door orgelmakerij Bakker & Timmenga. Deze orgelmakerij is in 1880 opgericht door Fokke Bakker en Arjen Timmenga. Fokke Bakker had daarvoor drie jaren alleen als orgelmaker gewerkt. Fokke was doopsgezind en hij kreeg in 1877 schriftelijke aanbevelingen van de doopsgezinde gemeente te Leeuwarden en van de organist van de doopsgezinde kerk aldaar. Deze aanbevelingen hebben de orgelmakerij geen windeieren gelegd:
van de elf orgels die de eerste vijf jaren van hun bestaan gebouwd werden, waren er vijf bestemd voor doopsgezinde kerken. Later volgden er meer, waaronder dus ook het orgel in de doopsgezinde kerk van Warns.

Het vijfledige frontontwerp gebruikten Bakker & Timmenga in de eerste periode bijna twintigmaal. Kenmerkend zijn de tussenvelden, waarvan de onderste sprekende pijpen hebben en de bovenste niet. De volgorde van de pijpen is ook verschillend: in het onderste veld staat de langste pijp in het midden, in het bovenste staat die tegen de middentoren. De velden zijn licht hol gebogen. In 1938 werd op een vrij gebleven sleep, die waarschijnlijk bedoeld was voor een Cornet of een tongwerk, een Bourdon 16’ geplaatst.


Dispositie:

Manuaal (C-f3): Bourdon 16’; Prestant 8’; Melophone 8’; Viola di Gamba 8’; Bourdon 8’; Octaaf 4’; Viola 4’; Roerfluit 4’; Woudfluit 2’

Pedaal (C-c1): Aangehangen

Speelhulpen: Tremulant; Ventiel


Stavoren

De oudste van de Friese elf steden is Stavoren. Dat is de laatste plaats die we bezoeken tijdens deze Voorjaarsexcursie. De vermeldingen van de naam van dit stadje vertoont in de 11e eeuw veel verschillende spellingswijzen, waaronder de drie huidige namen. Tot 1979 was de officiële naam van de stad Staveren. In 1979 veranderde de toenmalige gemeente de naam in Stavoren. In Stavoren bleef het in het Stavers Stadsfries ‘Staveren’ en in het Fries is het ‘Starum’.

Stavoren was eeuwenlang een belangrijke internationale handelsplaats. In de 11e eeuw verwierf Stavoren stadsrechten en het sloot zich in 1285 aan bij de Hanze. Al vanaf 837 stond er een klooster in Stavoren: het SintOdulphusklooster, genoemd naar de monnik Odulphus die door de bisschop van Utrecht uitgezonden was om de afvallige Friezen opnieuw te bekeren. Het klooster ging verloren tijdens een storm waarbij de golven van de Zuiderzee het klooster opslokten. Het oudste monument van Stavoren is de oude zeesluis naar de Zuiderzee. Deze sluis uit 1576 verloor haar functie in 1966 met de komst van de Johan Frisosluis in het zuiden van Stavoren. Bij de oude zeesluis staat het Vrouwtje van Stavoren uit te kijken over de ‘zee’, wachtend op haar schepen die haar rijkdom zullen brengen. Hier bevindt zich ook de aanlegsteiger voor de al sinds 1886 bestaande veerdienst tussen Enkhuizen en Stavoren. De Voorstraat met haar gracht was vroeger de plek waar redershuizen en pakhuizen stonden. Ook staat er het fraaie, voormalige stadhuis uit 1880.

Schuin tegenover het stadhuis staat, een beetje verscholen achter de huizen, de Nicolaaskerk. Deze kerk stamt uit 1861 en is gebouwd op de fundamenten van zijn voorganger. Op oude afbeeldingen is te zien dat bij de oude kerk een grote, vrijstaande toren stond. Ongetwijfeld zal deze ook als baken voor de scheepvaart gefunctioneerd hebben. Nadat de westgevel van de oude kerk tijdens een zware storm instortte, werd die kerk afgebroken en is dus deze nieuwe Nicolaaskerk gebouwd en in 1861 in gebruik genomen. Het eenbeukige kerkgebouw heeft een neoclassicistische ingangsomlijsting en een elegant torentje. Op het koor staat een windwijzer in de vorm van een zeemeermin.

In het interieur van de Nicolaaskerk kun je nog restanten uit de oude kerk zien, zoals de 17e-eeuwse eikenhouten preekstoel, 17e-eeuwse fragmenten in de kerkenraadsbanken en snijwerk in de voormalige burgemeestersbank. De koperen kronen zijn vermoedelijk eind 18e-eeuws. In de kerk bevindt zich nog een aantal oude grafzerken, waarvan de oudste uit de 17e eeuw stamt.

Lange tijd was het orgel in Stavoren omgeven met vele raadsels. Maar tijdens de restauratie in 2004 door orgelmakerij Bakker & Timmenga is veel aan het licht gekomen, dankzij nauwkeurig onderzoek van het pijpwerk en van de handgeschreven aantekeningen aan de binnenzijde van de orgelkas. Het orgel werd gebouwd in 1786 door de ‘huistimmerlieden’ Wybe Meyes en Meye Wybes. Hun wapens zijn te vinden onder de zijtorens van het hoofdwerk. We weten ook dat het oordeel van organoloog en grietman N.A. Knock niet bepaald positief was. In zijn ‘Dispositiën der merkwaardigste Kerk-orgelen’ uit 1788 merkt hij op: “Edog het heeft naderhand gebleken, dat deze knaapen misschien beter Timmerlieden dan Orgelmaakers geweest zijn; want toen het Orgel zou opgenomen worden, wierd het geheel ondeugend bevonden”. Twee jaar na de oplevering werden de eerste herstelwerkzaamheden al uitgevoerd door Johannes Sporeman. In 1819 wordt het orgel weer onder handen genomen, nu door A. van Gruisen & Zn. en kort daarna pleegt ook de familie Van Dam onderhoud aan het orgel. Het orgel wordt in 1860 vanwege de verbouwing van de kerk door orgelmaker Ypma gedemonteerd en opgeslagen. De firma Lohman plaatst het orgel een jaar later weer in de kerk. Na nog enkele herstelwerkzaamheden door Lohman en Ypma waren het de orgelmakers L. van Dam & Zn. die in 1902 tijdens een grondige restauratie het orgel tot een samenhangend en fraai geheel hebben gesmeed. Je zou kunnen zeggen dat het orgel van Stavoren “als het ware een bonte verzameling klanken uit verschillende windstreken” is, althans zo drukte Jan Jongepier het uit in zijn ‘Bevindingen bij de restauratie’ in 2004.


Dispositie:

Hoofdwerk (C-c3): Bourdon 16’; Prestant 8’; Holpijp 8’; Violoncel 8’; Octaaf 4’; Roerfluit 4’; Quint 3’; Octaaf 2’; Mixtuur I-III sterk; Trompet 8’ (b/d)

Bovenwerk (C-c3): Holpijp 8’; Viola 8’ (d); Prestant 4’; Fluit d’Amour 4’; Quintfluit 3’; Gemshoorn 2’

Pedaal (C-d1): Aangehangen

Speelhulpen: Manuaalkoppel; Tremulant


Riemke Dijkstra
Sietse van der Hoek



stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard