De kerk van Oudwoude mag dan niet zo oud zijn als die van Westergeest,
met wie het samen één kerkelijke gemeente vormt, maar de kerk heeft
zeker zoveel geschiedenis. In Westergeest dateert de Martinuskerk uit de
12e eeuw en zowel van buiten als van binnen (met fresco’s!) is de middeleeuwse
romaanse stijl goed te herkennen. Er zijn nog grafzerken die dateren
van midden 12e eeuw. In Oudwoude is dat geheel anders: een intiem
kerkje, vier eeuwen later gebouwd, met stenen van de voorgaande kerk.
Al in de 8e eeuw werd het mogelijk gemaakt om eigen kerken in Fryslân te stichten. Men
mocht op eigen land, dus bezit vanuit het eigen dorp, een kerk stichten, daar kreeg
men vergunning voor. Dat hoefde niet via de bisschop. De bisschop moest het wel
goedkeuren, maar hij kon het niet verbieden. Kerkeigenaars mochten een eigen priester
kiezen, die wel uit het eigen diocees moest komen, niet daarbuiten, want anders had de
bisschop daarover te besluiten.
Was de kerk in Westergeest door een kloosterorde (Sint Bonifatiusabdij te Dokkum)
gesticht, Oudwoude werd gebouwd door enkele families. Wie dat exact waren is niet
bekend. Er zijn wel een twintigtal families bekend die vielen onder de prebende van
de kerk, ze zullen ongetwijfeld bijgedragen hebben aan de bouw van hun kerk. Ze gaven
land aan de kerk, maar ze gaven ook land aan het vrouwenklooster Olijfberg te
Veenklooster. In 1488 had de kerkparochie Oudwoude een eigen pastoor: Heer Koenraet.
Westergeest had al een eeuw eerder een pastoor, met vicaris of prebendaris
(hulppastoor). Een prebendaris was iemand die door de vrije giften uit kloosters en bisdommen
kon bestaan. Daar werd hen dan sina cure gegeven (zonder zorg). De overige
geestelijken kregen geld van hun orde. Fryslân kende betrekkelijk veel prebendarissen.
In de praktijk waren ze hulppastoor en gaven onderwijs.
Nu was 1580 een belangrijk jaar in Fryslân. Om een eind te maken aan de eeuwigdurende
strijd tussen katholieken en protestanten, maar vooral tussen families die het om
de macht te doen was, hadden Provinciale Staten besloten dat ieder over moest gaan
tot het protestantisme. Alle rooms-katholieke kloosters werden in beslag genomen door
Provinciale Staten en de Roomse eredienst werd afgeschaft. Priesters moesten óf vluchten,
óf hun priesterschap opgeven, óf ze konden mee overgaan naar de Reformatie,
dus protestants worden. De priester van Westergeest Bernardus Henrici vluchtte.
Ook de pastoor van Oudwoude, Johannes van Meppel bleef Rooms-Katholiek en vertrok.
Hendrik Hendrixz, de prebendaris of hulppastoor van Oudwoude, bleef en werd
van de ene op de andere dag hervormd. Hij mocht in functie blijven en moest voortaan
de kerkdiensten verzorgen en de kinderen onderwijs geven.
Nu was 1580 een belangrijk jaar in Fryslân. Om een eind te maken aan de eeuwigdurende
strijd tussen katholieken en protestanten, maar vooral tussen families die het om
de macht te doen was, hadden Provinciale Staten besloten dat ieder over moest gaan
tot het protestantisme. Alle rooms-katholieke kloosters werden in beslag genomen door
Provinciale Staten en de Roomse eredienst werd afgeschaft. Priesters moesten óf vluchten,
óf hun priesterschap opgeven, óf ze konden mee overgaan naar de Reformatie,
dus protestants worden. De priester van Westergeest Bernardus Henrici vluchtte.
Ook de pastoor van Oudwoude, Johannes van Meppel bleef Rooms-Katholiek en vertrok.
Hendrik Hendrixz, de prebendaris of hulppastoor van Oudwoude, bleef en werd
van de ene op de andere dag hervormd. Hij mocht in functie blijven en moest voortaan
de kerkdiensten verzorgen en de kinderen onderwijs geven.
Sinds 1611 heeft Oudwoude samen met Westergeest steeds één predikant. Dat is het
geval tot vandaag toe. Elke zondag wordt er een kerkdienst gehouden, de ene zondag in
Westergeest, de andere in Oudwoude. De PKN-gemeente bestaat nu uit Oudwoude,
Westergeest en Triemen.
De kerk van Oudwoude is een fraai voorbeeld van een kerk waar diverse rouwborden
hangen van families die op Fogelsanghstate woonden, maar ook van families uit Kollum.
Kerkelijk viel Veenklooster met Fogelsanghstate gedeeltelijk onder Oudwoude.
De rouwborden dateren van 1675 tot 1783. De familie Van Heemstra woonde geregeld
de kerkdiensten bij in Oudwoude. Ze kregen zelfs aan de oostzijde een eigen ingang naar
hun familiebank, die in 1966 weer werd weggehaald. Op de begraafplaats zijn twee grafkelders
te vinden van de adel die in Oudwoude en in Veenklooster hebben gewoond. In
de grafkelder van de familie Van Limburg Stirum zijn enkele leden van de familie bijgezet,
die in Villa Vaartzicht onder Oudwoude woonden. Onder anderen Louis Gaspard
Adrien graaf van Limburg Stirum (1802-1884), die grietman was van Kollumerland
c.a. maar ook lid van de Eerste Kamer en in die hoedanigheid werd ingezet om als voorzitter
op te treden van de Eerste en Tweede Kamer om de liberale grondwet Thorbecke
(1848) door de gezamenlijke vergadering van de Staten-Generaal te loodsen. Hij werd
daarvoor ‘beloond’ met het commissariaat des konings in de provincie Groningen en later
Gelderland. De tweede grafkelder is van de familie Van Heemstra.
De voormalige pastorie uit 1806 is een opmerkelijk rijksmonument. Deze ligt ten noordoosten
van de kerk en is gelegen aan een oprijlaan. De pastorijehof is een aanzienlijke
tuin, mogelijk van Lucas Roodbaard.
In de jaren tachtig van de negentiende eeuw vond herstel plaats van de kerk. De toren
was al eind 18e eeuw wegens bouwvalligheid afgebroken en in de jaren tachtig kwam
daarvoor in de plaats een daktorentje. De kerk werd toen naar mode van die tijd geheel
wit bepleisterd, dat werd in 1965 weer verwijderd. Het orgel dateert van 1845 en is
een Lambertus van Dam-orgel. Lange tijd stond de kast naar achteren geplaatst op de
kraak, maar in 2006 is het orgel naar voren “geschoven”, dit kwam de klank alleen maar
ten goede.
Meteen rechts van de ingang van de kerk is een gedenksteen van Jan Binnes uit
Oudwoude-Veenklooster, één van de leiders van de opstand tegen de Franse overheersing
in 1797, vooral bekend onder de term Het Kollumer Oproer. Binnes werd in Leeuwarden
voor zijn daden onthoofd.
Vermeldenswaard is tevens dat de vaste organist in Oudwoude-Westergeest sinds
1959 Pietsje Adema-de Bruin is.