Interview met Peter van der Zwaag, organist van het oudste orgel van Fryslân
Friese Orgelkrant 2021
“Er is niets mooiers dan psalmen te spelen op een orgel in middentoonstemming”
Op 1 april 2020 werd Peter van der Zwaag (*1986) benoemd tot organist van de Salviuskerk te Dronryp. Een goede reden om hem te interviewen.
Introductie
Peter van der Zwaag studeerde orgel bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Hij won diverse prijzen, waaronder tweemaal de eerste prijs op het Intenationale orgelconcours Jan Pieterszoon Sweelinck (2017 en 2019). Naast het organistschap heeft hij verschillende andere functies, zoals artistiek adviseur van Organum Frisicum en hoofdredacteur van de Friese Orgelkrant. Ook is hij eigenaar van de muziekhandel en -uitgeverij Boeijenga Music te Leeuwarden.
“De muziek van Sweelinck klinkt in Fryslân nergens mooier dan in Dronryp!”
Wat trok je aan in deze vacature?
Het was niet echt een officiële vacature. Ik hoorde dat een van de drie amateur-organisten wilde stoppen en heb daarom contact gezocht. Het is een bijzonder instrument, het oudste van Fryslân, en omdat oude muziek een specialisatie van mij is, zag ik hier een gelegenheid om zowel dit instrument als de oude muziek een bredere bekendheid te geven. Ik kom dus niet in een gespreid bedje maar kan dit zelf van de grond af opbouwen. Daarbij ben ik erg dankbaar dat de kerkrentmeesters van Dronryp dit belangrijk vinden en een budget ter beschikking hebben gesteld.
Het orgel van Dronryp is in meerdere opzichten een bijzonder orgel, niet alleen het oudste van Friesland, maar het staat ook in een oude stemming. Ervaar je dit als een beperking, een verrijking of allebei?
Dit orgel is inderdaad het oudste van de provincie, gebouwd in 1657 (de kas is iets ouder), maar ook het enige originele instrument van Bader. Er zijn in de loop der jaren wel veel veranderingen aangebracht, maar dit betrof vooral verschuiving van de pijpen. Dus veel van het pijpwerk is, anders dan bijvoorbeeld in Zutphen waar later veel pijpwerk is toegevoegd, nog origineel. Deze wijzigingen zijn bij de laatste restauratie in 2002 weer teruggebracht naar het oorspronkelijk concept. De middentoonstemming (muziek met meer dan drie kruisen of drie mollen wordt problematisch) heeft zijn beperkingen, maar je krijgt ervoor terug dat muziek met twee of minder voortekens veel ‘schoner’ klinkt in de dubbele betekenis van het woord. Door de stemming krijgen bepaalde intervallen een extra spanning. En daar maakten de componisten tot aan de vroege barok dan ook gebruik van. De muziek van Sweelinck klinkt in Fryslân nergens mooier dan in Dronryp!
Je bent aangesteld als kerkelijk organist, hoe zie je de rol van het orgel in de liturgie? Dat zal in de eerste plaats de begeleiding van de gemeentezang zijn. Ik vraag je dit om twee redenen: de gemeente zal steeds kleiner worden, maar de smaak en de keuze van de liederen verandert ook en zal niet altijd passen bij een in middentoon gestemd instrument.
Het orgel is voor de meeste kerkliederen het beste begeleidingsinstrument, maar een piano kan soms ook goed werken. Het belangrijkste is kwaliteit. Een combo of bandje kan ook prima, maar dan wel met goede musici. Er is natuurlijk niets mooiers dan de psalmen te spelen op een orgel in middentoonstemming. Ze zijn daar als het ware voor gemaakt. Maar bij de liederen uit de meer romantische periode, zoals vele Engelse hymnen, moet je soms transponeren. Ook voorspelen kunnen best in een modern idioom. Je bent door de oude stemming misschien beperkt, maar het is ook een uitdaging. Je moet jezelf opnieuw uitvinden.
Het orgel wordt wel de koning van de instrumenten genoemd. Maar de meeste mensen, met name degenen die niet of niet meer in de kerk komen, ervaren het orgel als een afstandelijke koning. Niet weinigen zouden zelfs orgel-republikeinen kunnen worden genoemd die helemaal niets hebben met een orgel. Wat zou daarvan de oorzaak kunnen zijn en zou je in deze nieuwe functie daaraan iets willen/kunnen doen?
Het is de Nederlandse cultuur dat de bespeling van het orgel in de eredienst vaak door amateurs werd gedaan. Deze zijn vaak wel goedwillend maar niet altijd kundig. Daarom heeft het orgel voor sommigen het stigma dat ook de blokfluit ten deel is gevallen. Deze negatieve associatie komt ook voor bij mensen die de kerk hebben verlaten. Maar ontkerkelijking geeft ook kansen. Er is een generatie die deze negatieve associaties niet heeft. Het is belangrijk dat deze mensen, die misschien niet zo makkelijk een kerk binnenstappen, bekend worden gemaakt met het orgel, bijvoorbeeld met excursies van schoolklassen. Je kunt het trouwens breder zien: het geldt ook voor klassieke muziek. Misschien hebben ze op deze jonge leeftijd nog andere muziekprioriteiten, maar als ze er maar van weten, dan komt dat op een oudere leeftijd wel. En met de vergrijzing neemt dus ook de doelgroep toe. Ik ben daar dus helemaal niet pessimistisch over.
“Ik wil er graag voor zorgen dat het orgel van Dronryp zijn verdiende plek krijgt in het Nederlandse orgellandschap”
Ik ga je niet vragen wie je lievelingscomponist is, maar wie is dit na Bach?
Als ik er twee moet noemen, dan zijn dat César Franck en William Byrd. Byrd heeft waanzinnig mooie muziek geschreven. Hij is de grondlegger van wat de muziek ook in latere jaren zo typisch Engels maakt. Velen kennen hem van zijn sacrale muziek, maar hij heeft veel geschreven voor toetsinstrumenten en muzikale ensembles.
En wat César Franck betreft, mooiere romantische muziek is er niet. Het is een beperkt oeuvre, maar elke noot staat op de juiste plaats. Nooit overdadig, waar romantische muziek soms nog wel eens aan lijdt. En, net als bij Bach, hoe ouder je wordt hoe meer je de diepte ervan gaat ervaren.
Wat wil je in de komende 5 jaar bereiken?
Kort gezegd zijn dat twee dingen: ik wil er graag voor zorgen dat het orgel van Dronryp zijn verdiende plek krijgt in het Nederlandse orgellandschap. En ik wil me inspannen om het orgel weer in goede conditie te krijgen. Het orgel is ernstig ziek, aangetast als het is door loodcorrosie. Een probleem waar veel oude orgels die een hoog loodgehalte in de pijpen hebben, mee kampen. Aan restauratieplannen wordt gewerkt, maar al dit jaar is het Sweelinck-jaar! Ik ben bang dat dit net te vroeg komt.
Wat denk je dat de kerkelijke gemeente voor jou zou kunnen doen om de zondagse eredienst zo goed mogelijk een echte viering te laten zijn?
Gemeentezang is kerkopbouw. En daar heb je als organist de leiding over. Je moet als organist dus middenin de gemeente staan en weten wat daar omgaat. Dus laagdrempelig en toegankelijk zijn. Maar vooral: de gemeente plezier geven in het zingen.
Je bent benoemd vlak voor de coronatijd: hoe is het organist te zijn zonder publiek en kerkelijk organist zonder (zingende) gemeente?
Een ongebruikelijk begin, dus. Kennismaking met de gemeente is er nog niet geweest. En de weinige gemeenteleden die de dienst bezoeken worden volgens routeplan weer naar buiten geleid. Ik verlang dus erg naar een volle kerk.
“Gemeentezang is kerkopbouw”
U kunt Peter hier beluisteren: youtube.com/user/petervdzwaag