ok2018menu




Orgels die van zich deden spreken Friese Orgelkrant 2018
 

Spiering-orgels in Wâlterswâld en andere Friese plaatsen

Sinds 2000 bevindt zich in de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Wâlterwâld (Wouterswoude) een positief dat in 1972 geleverd werd aan het kerkelijk centrum De Fontein in Dokkum. Het positief kwam vrij toen de De Fontein het Reil-orgel uit de gesloten Noorderkerk van Dokkum kocht. Even leek het positief van Van Vulpen een nieuwe bestemming in de Grote Kerk van Harlingen te vinden, maar het kwam uiteindelijk in Wâlterwâld terecht. Daar verving het een elektronisch orgel. Dit elektronische Heyligers-orgel had een orgel van de Dordtse orgelfabrikant Spiering vervangen, dat niet langer mee ging. Het werd gedemonteerd en kreeg geen nieuwe bestemming, ook onderdelen niet. Daarvoor was de kwaliteit te slecht.

We duiken in de geschiedenis van de weinige Spiering-orgels die Fryslân gekend heeft. Wat Wouterswoude betreft, gebeurt dat door informatie uit kranten van vroeger, internet en vooral door verhalen van enkele personen die het Spiering-orgel gekend of bespeeld hebben. Op grond van documenten is weinig over het orgel te achterhalen. Zo zijn uit een bedrijfsarchief geen gegevens te putten want, zo deelde de heer M. Spiering uit Dordrecht me mee, dat is volledig verloren gegaan. Ook zijn er geen oud-werknemers van orgelmakerij Spiering meer in leven, zo zei deze telg uit de familie van de orgelmakers. Kenners van de orgelgeschiedenis in en rond Dordrecht en omgeving konden slechts beamen dat weinig over de orgelfabrikant Spiering bekend is.

Het begin van de orgelmakerij Spiering ligt in 1888. Machiel Spiering, aanvankelijk houtvlotter van beroep, vestigt zich dan in Dordrecht. Hij begint een muziekhandel die volgens diverse krantenadvertenties al snel aan de Voorstraat gevestigd is. Volgens het Algemeen Dagblad regio Dordrecht van 11 augustus 2016 opende hij in 1890 een zaak om ‘automatische muziekinstrumenten, speeldozen, violen, zithers, mandolines, banjo’s en harmonica’s te kopen, te ruilen of te laten repareren.’ Een andere bron zegt dat Machiel Spiering zich in 1888 als ondernemer in Dordrecht vestigde en dat hij na 1899 winkels had aan de Voorstraat 405 (piano’s en orgels) en op nummer 386 (muziekinstrumenten). Een advertentie in het Nederlands Dagblad van 27 november 1971 bevestigt 1888 als oprichtingsjaar van de onderneming.

Na zijn overlijden heeft zoon Machiel het bedrijf voortgezet. Rond 1930 werd het bedrijf door Thijs Spiering overgenomen. Spiering groeide uit tot een bloeiend bedrijf van kerkorgelbouw en pianoverkoop. De zaak had in de hoogtijdagen twintig orgelbouwers in dienst. Tot het eind jaren vijftig of begin jaren zestig van de vorige eeuw heeft Spiering als ‘kerkorgelfirma’ bestaan. Op de website orgbase.nl zijn nog 83 orgels van ‘orgelfabriek’ Spiering te vinden. Verreweg de meeste daarvan zijn na 1945 verloren gegaan of zijn omgebouwd dan wel deels in nieuwe orgels verwerkt. In 2005 wilde de laatste telg van de familie Chiel Spiering de winkel, gespecialiseerd in bladmuziek maar waar ook instrumenten werden verkocht en gerepareerd, sluiten. Twee dames, die voorheen voor Spiering werkten, zetten de zaak toen voort, maar in augustus 2016 viel dan toch het doek voor de winkel, een begrip in de stad Dordrecht. Na 126 jaar werd de muziekwinkel Spiering beëindigd. Uit de vele advertenties van Spiering wordt duidelijk dat in meer gehandeld werd dan alleen orgels. Wat echter niet duidelijk wordt, is wanneer precies de firma Spiering zich met de levering van (kerk)orgels bezig hield en evenmin wat Spiering daarbij zelf produceerde en wat het bedrijf van anderen inkocht.

In de lijst van 83 Spiering-orgels op orgbase. nl zijn er 4 in de provincie Fryslân te traceren: Dokkum, Hijlaard (tegenwoordig Hilaard), Terkaple en ook Schiermonnikoog. Een vijfde Spiering-orgel dat in Fryslân gestaan heeft, is niet via orgbase te vinden en dat is het voormalige orgel van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Wâlterswâld. Afgaande op de Dordrechtsche Courant van 26 april 1937 zou ook het Friese Winsum een Spieringorgel gehad moeten hebben. Volgens het krantenbericht werd daar de bouw van een pneumatisch kerkorgel in de Ned. Herv. kerk van Winsum (Fr.) aan de firma M. Spiering te Dordrecht gegund. In het Friese Winsum staat echter tot op de dag van vandaag in die kerk een Hardorff-orgel uit 1875. Afgaand op orgbase.nl gaat het waarschijnlijk om het Groninger Winsum. In de Dordrechtsche Courant van 1 juni 1937 wordt gemeld dat de ‘firma M. Spiering alhier de plaatsing van een kerkorgel met 2 klavieren en pedaal in [sic] Chr. Geref. Kerk van Murmerwoude (is) opgedragen’. Van dit laatste orgel maakt orgbase.nl eveneens geen melding.

Murmerwoude (Damwoude)

Schaarse informatie over de orgels in de genoemde kerk van Murmerwoude (nu deel van Damwoude) is te vinden in het boek ‘De poorten van Sion. 100 jaar geschiedenis van de Chr. Geref. Kerk Damwoude’ (Damwoude, z.j.). De christelijke gereformeerde gemeente van het toenmalige Murmerwoude werd gesticht in 1900. Al in 1901 werd een nieuw kerkgebouw voor de pas geïnstitueerde gemeente gebouwd. Vroeg beschikte de kerk reeds over een orgel. Volgens Jan Jongepier heeft het eerste orgel van de kerk kenmerken die aan Verhofstad doen denken (blz. 31 van ‘Vijf eeuwen Friese Orgelbouw’). Wanneer precies dit orgel werd aangeschaft, is onbekend. Het jubileumboek ‘De poorten van Sion’ vermeldt dat notulen al in 1917 spreken van een orgel dat geregeld gestemd wordt. Niettemin kende de gemeente toen ook nog een voorzanger. Dit orgel werd in 1937 vervangen door een orgel van Spiering. Het jubileumboek zegt, dat ‘aan de notulen geen duidelijke gegevens te ontlenen (zijn) over het toenmalige orgel’. Wel wordt vermeld dat voor de windvoorziening van een orgeltrapper gebruik gemaakt moest worden. Enigszins geheimzinnig stelt het boek: ‘Het orgel heeft echter wel van zich doen spreken’. Even later wordt deze geheimtaal over het Spiering-orgel gedecodeerd: ‘Dit oude orgel heeft veel problemen gegeven, zoals dat in veel gemeenten in die tijden het geval was’. Of het hier een door Spiering bij Standaart besteld orgel betrof is niet te zeggen, evenmin of het om een aan Spiering toegeleverd front ging. Rond 1960 – tegen het einde van de firma als kerkorgelleverancier – is het Spieringorgel gerestaureerd. Dat gebeurde door de orgelbouwer Spiering zélf onder begeleiding van een adviseur. Het orgel heeft gefunctioneerd tot in 1975 de nieuwe Sionskerk werd betrokken. De oude kerk van 1901 werd toen afgebroken. Het nieuwe kerkgebouw kreeg een nieuw orgel (23/II/P) van Van den Heuvel (1977) waarin enig pijpwerk van het oude Spiering-orgel werd verwerkt.

Dokkum

In de Christelijk-Gereformeerde Kerk van Dokkum stond tot 1977 een orgel van M. Spiering uit 1923, aldus orgbase.nl. Volgens het bericht in het Nieuwsblad van het Noorden dateerde het Spiering-orgel van 1932 en niet van 1923. Het betrof een nieuw instrument met 14 stemmen verdeeld over twee manualen en een (vrij) pedaal. Toets- en registertractuur waren ook bij dit instrument pneumatisch. In 1960 is de dispositie door Roelof Kamp en Zn gewijzigd. In het instrument moet pijpwerk van het Kruse-orgel uit de oude gereformeerde kerk van Kollum verwerkt zijn. Dit instrument van Kruse was in 1925 door Dekker van Kollum naar Dokkum overgeplaatst en toen Spiering het orgel van 1932 in 1950 verbouwde, uitbreidde en elektropneumatisch maakte werd het binnenwerk van Kruse hergebruikt. Dat alles in de oude Kruse-kas. Zoals gezegd is er In 1960 nog aan het orgel gewerkt. Tenslotte leverde Mense Ruiter in 1977 het huidige orgel aan de Christelijk-Gereformeerde Kerk van Dokkum. Ook in dit nieuwe instrument werd oud binnenwerk van het Kruse-orgel verwerkt. De oude kas ging naar Engelum waarvoor Mense Ruiter een geheel nieuw binnenwerk leverde (1980).

Schiermonnikoog

In het Cultureel Ontmoetingscentrum Schiermonnikoog COS (de voormalige Ontmoetingskerk) bevond zich van 1932 tot 1965 een orgel met één manuaal en pedaal van de firma Spiering. Dit orgel had pneumatische kegelladen. De kas van het instrument werd gemaakt door Bakker & Timmenga en dateerde van 1884. De oudere wangen van de orgelkas werden wellicht gemaakt door Van Gruisen. Op 3 augustus 1933 meldt het Leeuwarder Nieuwsblad dat ‘de plaatsing van een nieuw pijporgel in de Geref. Kerk te Schiermonnikoog is opgedragen aan de Electrische Kerkorgelfabriek M. Spiering te Dordrecht’. In verband met een restauratie van het kerkgebouw is de orgelkas in 1965 gerestaureerd. De firma Leeflang bouwde toen onder advies van Lambert Erné tevens een nieuw binnenwerk in de kas. Op 19 december 1965 is het orgel in gebruik genomen.

Hilaard

Ook het Spiering-orgel in de Gereformeerde Kerk van Hijlaard (thans Hilaard geheten) is niet meer aanwezig. Het was een nieuw orgel dat Spiering in 1920 leverde ter vervanging van een tweedehands orgel dat Jan Proper in 1894 aan de kerk in Hijlaard had geleverd. Dit Spiering-orgel zou in 1965 zijn vervangen door een orgel dat door J.J. Harkema werd geplaatst. Het betrof een ouder orgel, waarvan het front niet werd geplaatst. Dit kwam terecht in de kerk van de Vrije Evangelische Gemeente in Groningen, waar het als schijnfront voor een elektronisch orgel kwam te staan. De gereformeerde kerk van Hijlaard sloot in 1984. Vanaf 2000 is deze kerk het onderkomen van de Koptisch-orthodoxe kerk. Eerst ging het om een dochtergemeente van de Koptisch-orthodoxe kerk te Amsterdam, maar sinds oktober 2008 gaat het om een eigen zelfstandige gemeente. Er is thans geen orgel meer in de kerk aanwezig. Het is onbekend wat er met het Spiering-orgel gebeurd is. Het College van Rentmeesters van de protestantse gemeente in Hilaard heeft laten weten niemand te kennen die iets over een Spiering-orgel in Hilaard zou kunnen vertellen.

Terkaple

Het Spiering-orgel in de hervormde – nu protestantse – kerk van Terkaple is nog in gebruik. Het gaat om een instrument dat in 1924 nieuw door de firma M. Spiering te Dordrecht werd geleverd. Geleverd maar waarschijnlijk niet gemaakt. Volgens een rapport van Jan Jongepier is het totale instrument door Spiering zo goed als zeker bij een Duitse toeleverancier besteld en vervolgens doorgeleverd. noemt 1932 in plaats van 1924 als jaar van levering. Het orgel verkeert nog in originele staat en telt 4 stemmen op één manuaal en aangehangen pedaal. Alleen het roldeksel van de speeltafel is verwijderd en de frontkleuren zullen van latere datum zijn. Toets- en registertractuur zijn pneumatisch. Het orgel was en is in onderhoud bij Bakker & Timmenga, Leeuwarden. Jan Jongepier schrijft aan het eind van zijn rapport: ‘Het orgel bezit een onbuigzaam, hard en steriel klankkarakter, zonder enige muzikaliteit of souplesse’. Het instrument was steeds meer storingen gaan vertonen. Het einde van een storingsvrije levenscyclus kwam in zicht. Kosten van herstel kan de gemeente niet opbrengen: kerkgebouw en orgel bezitten geen monumentale status, dus subsidies zijn niet of nauwelijks te verwachten. Bovendien de kerk net in 2016-2017 voor een kwart miljoen euro gerestaureerd. En wat het orgel betreft achtte Jan Jongepier dit orgel ‘vanuit technisch, artistiek en muzikaal opzicht’ grote financiële offers niet waard.

Wouterswoude

Een Spiering-orgel in Fryslân dat op de site orgbase.nl niet wordt genoemd, is het afgebroken orgel van de gereformeerde kerk vrijgemaakt (GKv) in Wouterswoude, dat tegenwoordig officieel Wâlterswâld heet. Dat Spiering-orgel was afkomstig uit Zwaagwesteinde (nu De Westereen geheten). In het veranderende Friese orgellandschap speelt De Westereen momenteel een rol door de verkoop van de gereformeerde Rotondekerk. In juni 2015 fuseerden de gereformeerde gemeente (‘synodaal’) en de hervormde gemeente tot één protestantse PKN-gemeente. De gereformeerde Rotondekerk is inmiddels verkocht. De buitenmuren van het gebouw blijven staan en daarbinnen zullen appartementen verrijzen. De hervormde Torenkerk zal worden ‘vernieuwbouwd’ en krijgt daardoor een grotere kerkzaal. Om te bepalen welk orgel uit de beide kerken zal worden verkocht en welk orgel men zal blijven gebruiken, heeft men orgeladviseur Theo Jellema om advies gevraagd. Deze heeft beide orgels onderzocht en geadviseerd het Pels-orgel (10/II/P; 1965) uit de hervormde Torenkerk te behouden. Het Koch-orgel (13/II/P; 1974) staat inmiddels te koop. Daarmee zal hoogstwaarschijnlijk één van de drie Koch-orgels (Burgum, Haule en De Westereen) die de provincie Fryslân momenteel telt, verdwijnen. Het begin van het Spiering-orgel in Wâlterswâld ligt in de christelijk gereformeerde kerk van Zwaagwesteinde. In 1916 werd in Zwaagwesteinde een eigen, zelfstandige christelijk gereformeerde gemeente gesticht. Aanvankelijk kerkte de nieuwe gemeente in een schuur en een bakkerij. Er werd een klein kerkje gebouwd dat vanaf 1914 werd gebruikt. Dit kerkje werd in 1925 vervangen door een nieuw kerkgebouw. De nieuwe kerk kreeg de begrijpelijke naam Rehoboth. Het huidige kerkgebouw met dezelfde naam dateert van 1975-1976. De kerk van 1925 kreeg in 1929 een orgel. In de eerste jaren kende de gemeente geen orgelbegeleiding. Een ‘opperzangmeester’ zette een psalm in en de kerkbezoekers-gemeenteleden volgden dan wel. Vanaf 1922 was een harmonium voor begeleiding van de kerkzang aanwezig. Dit ging mee naar het nieuwe kerkgebouw van 1925 waarna in 1929 een pijporgeltje werd aangeschaft, gebouwd door de firma Spiering uit Dordrecht. In de Dordrechtsche Courant van 11 februari 1929 wordt van de opdracht tot de bouw ervan melding gemaakt.

Het Spiering-orgel kwam in Zwaagwesteinde op een galerij boven de ingang te staan. Het was maar een klein orgel zonder pedaal. Het was eigenlijk té klein, vooral na de uitbreiding van de kerk in 1934. In het Nieuwsblad van het Noorden van 31 mei 1934 is van deze kerkvergroting verslag gedaan. Omdat er geen windmotor was, moest een orgeltrapper blaasbalg en instrument altijd van wind voorzien. De firma Spiering had de kerkenraad indertijd geschreven dat het een goed instrument was, maat dat viel toch tegen. Geert Postma die sinds 1929 kerkorganist was, moest het orgel vaak repareren. In 1942 werd er nog overwogen een windmotor aan te schaffen, maar vanwege de prijs (250 gulden) besloot men daar voorlopig van af te zien. In 1954 werd het orgel verkocht.

Twee personen die dit instrument nog hebben bespeeld. Gjelt Visser uit Damwâld en Siebe Reiding uit Frieschepalen, vertelden me verschillende wetenswaardigheden over dit Spiering-orgel. Volgens Gjelt Visser kreeg het Spiering-orgel bij de plaatsing in Wouterswoude een windmachine. Omdat deze op een plek stond waar nogal – soms te – koude lucht werd aangezogen, was dit niet altijd een succes. Siebe Reiding vult aan: ‘De gereformeerde kerk vrijgemaakt in Wouterswoude werd In 1952 gebouwd. In 1955 werd het Spieringorgel vanuit Zwaagwesteinde naar Wouterswoude overgeplaatst. Het was een pneumatisch instrument met 5 stemmen en werd in Wouterswoude geplaatst door Faber uit Dokkum. Tot 1968/69 heb ik erop gespeeld. Toen was het orgel totaal versleten. De jaren daarvoor moest Faber het orgel dikwijls met kunst- en vliegwerk aan de praat houden.’ Het Spiering-orgel kende de volgende dispositie: Prestant 8 voet, Viola di gamba 8 voet, Holpijp 8 voet, Octaaf 4 voet, Aeoline 8 voet. Het instrument bezat verder een zogenaamd superkoppel. Deze dispositiebeschrijving is ontleend aan de Kollumer Courant. Curieus daarbij is dat de krant zegt deze te hebben opgemaakt aan de hand van de nog voorhanden zijnde naamplaatjes van de registerknoppen. Het orgel was toen inmiddels al gesloopt.

Van begin 70’er jaren tot eind jaren negentig is in de GKv van Wouterswoude gebruik gemaakt van het Heyligers-elektronicum dat in 2000 werd vervangen door het Van Vulpenpositief uit Dokkum. Tot een verbouwing in de 80er jaren bevond de preekstoel zich onder het front van het orgel in de kerk. Het klankbord van de kansel, die zich aan de oostzijde van de kerkzaal bevond, is nog aanwezig. Bij die verbouwing is het kerkinterieur heringericht en sindsdien staat de kansel aan de westzijde van de kerkzaal. De speeltafel van het Heyligersorgel verhuisde toen van de zuidoosthoek naar de noordwesthoek van de kerkzaal. Het positief van Van Vulpen, dat sedert 2000 gebruikt wordt, staat in de zuidoosthoek op de plek waar tot die tijd de speeltafel van het Heyligers-instrument stond. Heyligers Orgelbouw BV te Ermelo heeft vanaf 1968 tot midden jaren ‘90 van de vorige eeuw klassieke elektronische kerkorgels en huiskamerorgels vervaardigd. Onderhoud en service werden daarna nog bijna 10 jaar voortgezet, maar in 2003 werd het bedrijf officiëel opgeheven. Onderhoud, reparatie en service zijn sindsdien voortgezet door Musitronics te Ermelo. Wouterswoude vrijgemaakt was de tweede kerkelijke gemeente in de regio die een Heyligers-instrument aanschafte. De gereformeerde kerk van Engwierum was haar eind 1970 voorgegaan. Enkele gemeenteleden uit Wouterwoude, waaronder Siebe Reiding, gingen januari-februari 1971 daarom in Engwierum op bezoek om het Heyligers-orgel te ‘keuren’ alvorens zelf zo’n instrument aan te schaffen. Of dit inderdaad 1971 was, staat niet vast. We konden dit niet aan de hand van het Nieuwsblad voor Noord-Oost Friesland (de Kolummer krant) verifiëren. Ook op basis van het bedrijfsarchief van Musitronics kon het precieze jaartal niet achterhaald worden. De dispositie van het Heyligers-elektronicum in Wouterswoude was:
Ondermanuaal: Prestant 8 voet, Octaaf 4 voet, Woudfluit 2 voet, Mixtuur 1-4 sterk, Trompet 8 voet.
Bovenmanuaal: Holpijp 8 voet, Roerfluit 4 voet, Prestant 2 voet, Nasard 1 1/3 voet, Sexquialter 2 sterk, Regaal 8 voet en Tremulant.
Pedaal: Subbas 16 voet, Prestant 8 voet, Gedekt 8 voet, Fagot 16 voet, Schalmei 4 voet.
Koppels: Man.1-Man.2, Ped-Man.1 en Ped-Man.2.
Volgens een krantenbericht naar aanleiding van de aanschaf van het Heyligers-orgel in Wouterswoude kan ‘men hier vrijwel alle orgelwerken op spelen en het zal van de organist(en) afhangen of dat ook gebeurt’.

Van Spiering via Heyligers naar Van Vulpen

Momenteel staat in de GKV van Wâlterswâld een positief uit de Dokkumer Fonteinkerk waar in 2000 het Reil-orgel uit de gesloten Noorderkerk in Dokkum werd geplaatst. Het positief van Van Vulpen verhuisde naar Wouterswoude ter vervanging van het elektronisch Heyligers-orgel dat door de verbouwingen van de kerk in conditie achteruit was gegaan. Voordat het Van Vulpen-orgel werd geplaatst, moesten enkele blazers – net als van 1952 tot 1955 – enige tijd de gemeentezang begeleiden.

Aan de komst van dit instrument naar Wouterwoude zit ook een verhaal vast. Eeuwe Zijlstra, organist in Groningen en Harlingen, vertelde het ons. In Harlingen waren de plannen tot restauratie van het Hinsz-orgel in een vergevorderd stadium. Eeuwe Zijlstra, titulair organist van de Harlinger Grote Kerk liet het Van Vulpenpositief kopen door zijn vader. In Harlingen zou het tijdens de restauratie het grote Hinsz-orgel kunnen vervangen en daarna zou het als koororgel kunnen dienen en bij bepaalde concerten gebruikt kunnen worden. Vader Zijlstra bood Harlingen het Van Vulpen-positief in eeuwig bruikleen en gratis te gebruiken aan. Alles leek volgens het plan van Eeuwe Zijlstra te verlopen. Het positief zou gezien vanaf de hoofdingang (westzijde) links in het dwarsschip dicht onder de galerij geplaatst worden. Maar … enkele gemeenteleden gingen bezwaar maken tegen het feit dat het Van Vulpen-positief hun het zicht op de preekstoel zou ontnemen en zij wensten hun vaste zitplaats onder geen beding voor het instrument op te geven! Hoewel de leden van het kerkbestuur aanvankelijk positief tegenover de plannen van Zijlstra met het Van Vulpen-positief stonden, gingen vervolgens sommigen met de bezwaren van de bewuste kerkgangers mee. Daarmee was de consensus in de kerkelijke gemeente definitief weg en werden de plannen van Zijlstra uiteindelijk afgeblazen. Het gevolg is geweest dat het Van Vulpenpositief nooit in de Grote Kerk van Harlingen heeft gestaan: er kwam tijdelijk een lelijk elektronicum uit de 50/60’er jaren. Volgens Eeuwe Zijlstra het ‘beroerdste instrument’ dat hij ooit bespeeld heeft. Vader Zijlstra bood daarop in mei 2000 het Van Vulpenpositief voor een vriendenprijs (ƒ 34.000,00) aan de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Driesum-Wouterswoude aan. Binnen elf dagen was de verkoop geregeld. Omdat enkele vrijgemaakte gemeenteleden zélf het instrument uit Dokkum ophaalden en naar Wouterswoude vervoerden, ging er nog ƒ 2000,00 van de prijs af. Vanwege de (over) plaatsing gaven Bert de Jager, (es cornet), Piet Durk Meijer (trombone) en Eeuwe Zijlstra (orgel) een feestelijk concert, waarvan een cd-opname is gemaakt. Het positief van Van Vulpen functioneert nog steeds tot grote tevredenheid van de ‘vrijgemaakte’ gemeente in Wouterswoude.

De dispositie van het Van Vulpenorgel:

Manuaal (C-f3): Holpijp 8 voet, Prestant 4 voet, Gedekte Fluit 4 voet, Quint (gedeeld) 3 voet, Octaaf 2 voet, Mixtuur 2 sterk

Pedaal (C-f1): aangehangen

Toets- en registertractuur: Mechanisch
Windlade: Sleeplade
Toevoeging: Volgens organist Siebe Reiding is de Mixtuur van het Van Vulpen-positief 4-sterk en datzelfde gold voor de Mixtuur van het Heyligers-orgel. De nis waarin zich voorheen het Spieringfront en het nepfront van het Heyligers-elektronicum bevonden, is bij de kerkvergroting die eind negentiger jaren van de vorige eeuw werd afgerond, dicht gemaakt en voorzien van een afbeelding die de gelijkenis van De Zaaier voorstelt. Deze schildering is gemaakt door Rink Douma uit Kollumerzwaag, tegenwoordig woonachtig in De Westereen (Zwaagwesteinde).

Tot slot

Drie van de hier beschreven Friese Spieringorgels bevonden zich in de Friese Wouden (Damwâld, Dokkum, Zwaagwesteinde en Wouterswoude). Dit gebied, van Dokkum naar het zuiden van Friesland, is vanouds een gebied met een arme bevolking met vroeger vervening en kleinschalige landbouw als belangrijkste middelen van bestaan. Hoewel dit gebied na 1945 een stormachtige ontwikkeling doormaakte, zijn in het kerkelijk palet nog de sporen van het arme verleden zichtbaar. Tijdens de 19e eeuw waren de grote boerderijen in de Wouden onder Dokkum bezit van enkele doopsgezinde families. Daarnaast waren er hervormde pachtboeren die boerderijen huurden van de hervormde kerk of van een grote landeigenaar. Naast een grote groep (land)arbeiders woonden er ook keuterboertjes en ‘gardeniers’ (groentetelers).

In Friesland waren juist binnen die laatste grote groep de aanhangers van de Afscheiding en de Doleantie te vinden. Zij bouwden bescheiden kerkjes (zeker de Afgescheidenen) en konden zich geen dure, monumentale orgels permitteren. Bij firma’s als onder andere Bak, Proper en Spiering kochten zij dan een orgel. In het boek ‘De Poorten van Sion’ wordt niet voor niets opgemerkt, dat Spiering ‘in die tijd aan heel veel orgels in onze kerken’ werkte. Met ‘onze kerken’ worden gemeenten in de traditie van de Afscheiding bedoeld. Helaas waren deze orgels meestal van dubieuze kwaliteit. De onderneming wordt in krantenadvertenties verschillend aangeduid: simpelweg als firma, maar ook als electrische orgelfabriek, electrische kerkorgelfabriek of kerkorgelfabriek, als orgeladviseur(s), als de ‘heeren Spiering’ en een enkele keer als orgelfabrikant. De onderneming van Spiering handelde in meer dan alleen (kerk) orgels: fluiten, mandolines en koffergramophonen [sic] werden aangeboden naast piano’s en orgels. Ook konden bij en door Spiering instrumenten gehuurd, gestemd of gerepareerd worden. Wat kerkorgels betreft leverde Spiering vooral pneumatische en elektropneumatische instrumenten. Het is onduidelijk welke werkzaamheden Spiering precies aan geleverde orgels verrichtte. De indruk wordt gewekt dat Spiering meer een handelaar dan een fabrikant was. Anders gezegd, de firma Spiering zal veelal orgels of orgelonderdelen ingekocht hebben en deze – na assemblage, reparatie of uitbreiding – doorverkocht hebben. In hoeverre zij zelf orgelkassen produceerde is ook onbekend. Als occasions zullen kerkorgels ook zonder meer doorverkocht zijn. Hoe dan ook, de orgels van Spiering zullen bij aanschaf niet duur geweest zijn en soms bood hij aantrekkelijke betalingsregelingen aan. Dat moet een belangrijke reden geweest zijn waarom in de Friese Wouden christelijke gereformeerde, gereformeerde en later ook ‘vrijgemaakt gereformeerde’ gemeenten overgingen tot de aanschaf van een Spiering-orgel. Gjelt Visser herinnert zich dat hij één keer per maand samen met zijn vader achter op de fiets op zaterdag bij de gemeenteleden langs ging om geld voor het orgelfonds op te halen. Dit kon niet voorkomen dat het Spiering-orgel te Wouterswoude in 1968/69 totaal versleten was. Organist Siebe Reiding, toen 13 jaar, mocht het instrument met een paar schoolvrienden zelfs eigenhandig slopen! Drie pijpen heeft hij er nog van bewaard en dat is al wat er aan tastbare herinnering rest van het Spiering-orgel in Wâlterswâld.

JOHAN SJOUKEMA

(met dank aan Jan Reiding, Wâlterswâld;
Siebe Reiding, Frieschepalen
en Gjelt Visser, Damwâld)


stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard