Een verscheidenheid aan orgels in Damwoude en de bewogen geschiedenis van een orgel van Simon Bak
Friese Orgelkrant 2018
Het dorp Damwâld ligt zo’n drie kilometer ten zuiden van Dokkum. Tot voor kort kwam men via de N356 door het
dorp Damwoude vanuit Dokkum naar het zuiden rijdend. Sinds 2016 is de N356 (de ‘Centrale As’) verlegd en wordt
het autoverkeer buiten het dorp om geleid. Damoude is in 1971 ontstaan uit drie aan elkaar gegroeide dorpen:
Dantumawoude, Akkerwoude en Murmerwoude. De eerste letters van de drie oorspronkelijke dorpen vormden
samen de naam van het nieuwe dorp DAMwoude. Sinds 1 januari 2009 heet Damwoude officieel Damwâld omdat
de gemeente Dantumadiel (voorheen Dantumadeel), waartoe het dorp behoort, toen tot Friese plaatsnamen overging.
Daarbij werd teruggegrepen, zo is me verteld, op het Friese spraakgebruik Dantumawoude als Damwâld aan
te duiden.
Oude en nieuwe orgels
Doordat Damwâld uit drie voormalige dorpen bestaat en bovendien nogal wat verschillende kerkgenootschappen telt, is het
een behoorlijk aantal orgels rijk. Er zijn vier historische orgels. In het voormalige Akkerwoude bevindt zich een Van Dam-orgel
uit 1818 dat oorspronkelijk voor ’s Gravenzande werd gebouwd en in 1899 naar Akkerwoude (kerkgebouw De Ikker) overgeplaatst.
Orgelmakerij Bakker & Timmenga leverde aan Murmerwoude twee orgels: in 1885 voor de doopsgezinde kerk (12/I/P) en in 1895
voor de toenmalige hervormde kerk, nu de protestantse Bonifatiuskerk (7/I/aP). De naam Murmerwoude zou afgeleid zijn van
‘Moordenaarswoude’ omdat Bonifatius hier in 754 omgebracht zou zijn. Het is echter waarschijnlijker dat de dorpsnaam te verklaren
is uit ‘moarre’ (wat hoogveen betekent) en ‘woude’ (hetgeen gebied betekent). Murmerwoude heette in het Fries Moarrewâld.
In het voormalige Dantumawoude staat één van de vijf Hinsz-orgels in de provincie Fryslân. In 1777 bouwde Hinsz een éénklaviers
orgel (8/I/aP) voor de hervormde kerk, thans Benedictuskerk geheten. Men is er gestopt met het organiseren van een paar orgelconcerten
per jaar. Vorig jaar pleegde Bakker & Timmenga het nodige groot onderhoud aan het orgel. In het nabij gelegen Driezum (Driesum)
bouwde Hinsz in 1783 nog een éénklaviers orgel (11/I/aP). Naast deze ‘oude’ orgels kent Damwoude een aantal naoorlogse orgels:
• een Van den Heuvel-orgel (1977) in de christelijke gereformeerde Sionskerk.
De kerk is gebouwd in 1972. Het vorige kerkgebouw dateerde van 1900. Het orgel in deze Sionskerk van het vroegere Murmerwoude
kent 23 stemmen, twee manualen en een vrij pedaal. Tot voor enkele jaren werden er jaarlijks enkele orgelconcerten gegeven,
maar de organisatoren zijn daarmee gestopt en nu vindt er nog maar sporadisch een concert plaats, doorgaans door een organist en
een koor.
• het orgel in de gereformeerde kerk van het voormalige Murmerwoude, nu de protestantse kerk De Ontmoeting.
De gereformeerde gemeente ontstond hier, net als de christelijke gereformeerde gemeente, vanuit De Afscheiding (1834). In
1873 betrok de afgescheiden gemeente een nieuw, eigen kerkgebouw. Tot dat jaar gingen de kerkleden in Dokkum of Driesum ter
kerke. Na 1892 scheidden in Murmerwoude de wegen van de christelijke gereformeerde kerkgemeente (officieel tot stand gekomen
in 1869) en de gemeente van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Medio 1907 werd een nieuwe gereformeerde kerk gebouwd,
die in 1934 ingrijpend werd verbouwd en vergroot. Het aantal gemeenteleden bleef groeien en daarom werd in 1967
besloten tot de bouw van een nieuw kerkgebouw. In september 1968 vond de ingebruikname van de nieuwe kerk en een nieuw
orgel plaats. Pels & Van Leeuwen leverde het mechanische orgel (opus 693). Het telde 10 registers verdeeld over twee manualen
en een vrij pedaal. Het orgel werd bespeeld door de in Fryslân bekende organist, Arnold Feddema. Deze overleed in januari 2016
op 99-jarige leeftijd. In 1985 plaatste Kaat & Tijhuis enkele nieuwe registers op gereserveerde plekken.
Sinds de vorming van de Protestantse Kerk Nederland heeft het kerkgebouw de naam ‘De Ontmoeting’.
• het orgel in de voormalige gereformeerde kerk vrijgemaakt van Murmerwoude.
De gereformeerde kerk vrijgemaakt in wat nu Damwâld heet, had na de vrijmaking van eind 1944 geen eigen kerkgebouw
en huurde in Murmerwoude het “Volksgebouw” voor haar samenkomsten. Dit was in 1937-1938 gebouwd voor een stichting, die
werd gevormd door de Geheelonthouding (drankbestrijding), de Landarbeidersbond en de SDAP (één van de voorgangers van
de PvdA). In de volksmond werd het pand wel “Ons huis” genoemd maar meestal het “Volksgebouw”. Het gebouw functioneerde
als een soort dorpshuis. Eind zestiger jaren verloor het Volksgebouw steeds meer zijn oorspronkelijke functie en
kon de gereformeerde kerk vrijgemaakt eigenaar van het gebouw worden. In 1981 was er een grondige verbouwing van het
kerkinterieur en de terreinen. Het orgel (uit 1977/78) van Bak is toen door S. Haarsma uit Drachten opgeslagen en technisch
hersteld. In 1997 is het gebouw uitgebreid en in december van dat jaar opnieuw in gebruik genomen. De opgeknapte en uitgebreide
gereformeerde kerk vrijgemaakt heette in het vervolg “De Begroeting”
De ‘vrijgemaakte’ gemeente van Damwâld ging samenwerken met de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Dokkum en Wouterswoude-
Driesum. Al in 1965 waren de gereformeerde gemeenten vrijgemaakt van Oenkerk (Oentsjerk) en Murmerwoude samengevoegd.
Vergaande samenwerking met de omringende zusterkerken bleek echter een moeilijke en uiteindelijk onmogelijke aangelegenheid.
De actieve gemeente in Damwoude telde destijds 96 leden en was daarmee te klein om zelfstandig te kunnen voortbestaan.
Op zondag 28 maart 2010 is de laatste eredienst in ‘De Begroeting’ gehouden. De vrijgemaakte gereformeerde gemeente
van Damwâld is in 2010 opgeheven en tenslotte helemaal uit elkaar gevallen. De kerk werd gesloten en de gemeenteleden
zijn her en der verspreid. Haar bezittingen zijn verdeeld en een afscheiding van christelijke gereformeerde kerkgemeente in
Broeksterwoude, heeft de kerk gekocht. Deze afgescheiden gemeente noemt zich ‘Andreasgemeente Broeksterwoude’ en gebruikt nu
het kerkgebouw, voorheen “De Begroeting”, in Damwâld. De christelijke gereformeerde gemeente van Broeksterwâld (Broeksterwoude)
heet nu Petrusgemeente. In haar kerk staat een mechanisch Van den Heuvel-orgel (9/II/P) uit 1981.
Begin 2012 werd een uit Gouda afkomstig orgel, in 1971 gebouwd door De Koff en voltooid door Pels & Van Leeuwen, in de kerk
van de Andreasgemeente geplaatst. Het instrument, het vierde naoorlogse orgel in Damwâld, is in januari 2012 door Consultare
Orgelbouw gereviseerd en overgeplaatst naar Damwâld.
Een mechanisch orgel van Simon Bak
Aanvankelijk werd de gemeentezang in de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Murmerwoude begeleid door een pedaalharmonium
(Pedalion), dat eigendom was van de al eerder genoemde organist, Arnold Feddema. Plannen om in 1949/50 een (hoogstwaarschijnlijk
elektropneumatisch) pijporgel aan te schaffen, strandden. Vervolgens vond van 1951 tot 1978 de begeleiding van de gemeentezang
plaats door een prachtig, groot Frans drukwindharmonium. Helaas begon dit harmonium allerlei gebreken te vertonen.
Daarom werd in 1973 contact gezocht met orgeladviseur mr. A. Bouman met het oog op de aanschaf van een nieuw orgel.
Korte tijd werd op proef gebruik gemaakt van een orgelpositief, gebouwd door Pels & Van Leeuwen. Dit positief was in Drachten
bij uitvoeringen van de Matthäus Passion gebruikt. Het bleek echter ongeschikt voor de kerkruimte in Damwoude, omdat het niet
geherintoneerd was. In eerste instantie stond W.N. de Jongh uit Lisse op de nominatie om een mechanisch orgel te leveren, maar
toen deze zich terugtrok werd gekozen voor een orgel van Simon Bak uit Edam. Deze orgelbouwer leverde in 1977/78 een nieuw instrument,
een positief dat op de begane grond kwam te staan en niet op de galerij zoals voorheen het harmonium. Het was een orgel met een mechanische
toets- en registertractuur. Naast nieuw pijpwerk van Stinkens werd er bij de bouw van het nieuwe orgel ook gebruik gemaakt van bestaand
materiaal: het handklavier en de pijpen van de registers Holpijp 8 voet, Roerfluit 4 voet en de Octaaf 2 voet waren afkomstig van het
voormalige Bakker & Timmenga orgel (1891) uit de Gereformeerde Kerk (synodaal) van Sexbierum. De Subbas 16 voet, een register van
Valckx & Van Kouteren (1937), was afkomstig uit het voormalige orgel van de Gereformeerde Kerk (synodaal) te Rinsumageest. Ook de
orgelbank, eveneens van Valckx en Van Kouteren, kwam over van Rinsumageest naar Damwoude.
Adviseur was mr. A. Bouman uit Eelde, die vaak op Rinsma State in het bij Damwoude gelegen Driezum (toen nog Driesum) verbleef.
Tijdens de gemeentevergadering van 30 maart 1978 is het orgel officieel in gebruik genomen. Bij de ingebruikname kende het
orgel de volgende dispositie:
Koppel Manuaal-Pedaal. Windlade: sleeplade.
Alle registers waren gedeeld in bas/discant. De Octaaf 4 voet was niet als afzonderlijk register opgenomen, maar geïntegreerd in de
(lage) discant van de Mixtuur.
Het orgel van Bak, dat rond de 27.500 gulden gekost zal hebben, bleek van slechte kwaliteit te zijn. Een vervelende zaak voor de
gemeente: goedkoop draaide uit op duurkoop. Toen het kerkgebouw in 1981 verbouwd werd, moest Syb Haarsma uit Drachten al
voor technisch herstel zorgen waardoor het orgel weer een poos mee kon en de aanschaf van een elektronicum werd afgewend.
Vanaf ongeveer 2000 was het orgel in onderhoud bij Mense Ruiter Orgelmakers bv te Zuidwolde (provincie Groningen).
Jubileumconcert
Jan Jongepier (1941-2011), tot 2006 organist van de Jacobijnerkerk in Leeuwarden en adviseur van de Stichting Organum Frisicum,
heeft één keer een concert op het orgel van Bak in Damwâld gegeven. Het was een bijzonder improvisatieconcert dat gegeven
werd ter gelegenheid van 25 jaar Bak-orgel in Damwâld en van het 60-jarig bestaan van de gereformeerde gemeente vrijgemaakt.
De heer Gjelt Visser uit Damwâld die 40 jaar organist van die gemeente in zijn woonplaats Damwâld is geweest, vertelde ons dat Jan
Jongepier aanvankelijk niet op het verzoek een concert te geven wilde ingaan. De twijfelachtige kwaliteit van het orgel speelde
daarbij een grote rol. Organist Gjelt Visser deed per e-mail een ultieme poging Jan Jongepier alsnog over te halen. Hij betoogde in
zijn e-mailtje dat door de aanschaf van het mechanische Bak-orgel de komst van een elektronicum was afgewend. Jongepier liet
zich vermurwen en sprak af dat hij een improvisatieconcert zou komen geven waarbij de gemeenteleden tevoren gemotiveerde
verzoeken konden indienen.
Op 2 oktober 2004 improviseerde hij in drie ‘blokken’ waarin zoveel mogelijk verzoeken werden verwerkt, terwijl het aanvankelijk de
bedoeling was maar één verzoek te honoreren. Maar Jongepier was zó onder de indruk van gegeven motiveringen dat hij het
ongepast vond een keus te maken. Tussen de improvisatieblokken was er samenzang. Het concert kende een intieme en ontspannen
sfeer en vormt een hoogtepunt in de geschiedenis van de voormalige gereformeerde gemeente vrijgemaakt in Damwâld.
Einde van het Bak-orgel
Dankzij Gjelt Visser kwamen we onlangs meer aan de weet over het einde van het Bak-orgel in Damwoude. De huidige organist
van de Andreas-gemeente, Ab Kerkstra, bevestigde dat de Andreas-gemeente in 2010 met het ‘vrijgemaakte’ kerkgebouw ook het
Bak-orgel aankocht. Nog geen twee jaar (2010-2012) heeft de Andreas-gemeente het instrument gebruikt. Over het orgel schrijft
hij: “Het was krachtig genoeg en had een paar mooie fluitregisters! We hadden echter nogal wat problemen met
de mechanische tractuur en hangers. Het instrument ‘werkte’ behoorlijk. Ook vond ik de opbouw Prestant 8 voet, twee fluiten en
dan een Octaaf 2 voet niet zo logisch vanwege het ‘gat’ in de dispositie. Dat gat werd wel opgevuld door de Mixtuur, maar die
werd als veel te luid ervaren.” De Andreas-gemeente liet op instigatie van de organist een aantal orgelmakers komen
om advies te geven. Jan Veldkamp van Mense Ruiter, Fokke Feenstra uit Grootegast en Jan Bambacht van Consultare Orgelbouw
waren unaniem van oordeel dat het orgel het beste vervangen kon worden, omdat er veel goede gebruikte orgels als alternatief
voorhanden waren. De kerkenraad kon gelukkig worden overtuigd dat aanschaf van een echt pijporgel de beste optie was.
Jan Veldkamp en Fokke Feenstra boden een te duur orgel aan. Dus kwam de Andreas-gemeente uit bij Jan Bambacht. Hij had een De
Koff/Pels & Van Leeuwen-orgel daterend van 1971 uit Gouda. Met enige wijzigingen zou dat heel goed passen. Dat instrument
(8/II/P) werd dus aangeschaft. Voor de dispositie zie www.orgbase.nl.
En het oude orgel van Bak? Dat is in onderdelen via Marktplaats door Kerkstra verkocht. De beide fluiten van Bakker & Timmenga
werden net als de Mixtuur door een particulier voor diens huisorgel gekocht. De windmotor is naar het orgel in de aula van de
VU in Amsterdam gegaan. Als het goed is, functioneert die daar nog steeds. De Octaaf 2 voet uit het orgel van Bak klinkt tegenwoordig
in Damwoude als een Quint 2 2/3 voet. De ontbrekende pijpen zijn door Škrabl (Slovenië) bijgemaakt. Het register Viola da Gamba 8 voet
(klinkend vanaf c0) werd in zijn geheel nieuw gemaakt door Skrabl. De Subbas 16 voet is eveneens verkocht en de pijpen van de Prestant
8 voet moeten nog ergens in het ouderlijk huis van organist Kerkstra liggen. De orgelbank – net als de verkochte Subbas van het orgel
uit Rinsumageest van Valckx & Van Kouteren – staat vermoedelijk ergens op de zolder van de kerk. De rest van het orgel is afgevoerd.
En daarmee kwam een roemloos einde aan het Bak-orgel in de gereformeerde kerk vrijgemaakt – vanaf 2010 de christelijke gereformeerde
kerk van de Andreas-gemeente – te Damwoude.