ok2016menu




De voorjaarsexcursie Friese Orgelkrant 2016
 

De voorjaarsexcursie van Stichting Organum Frisicum voert globaal langs de middeleeuwse kustlijn van Noordoost-Friesland. Rondom de vroegere Lauwerszee bezoeken we Lioessens, Ee en Engwierum. Onbekende en ogenschijnlijk onbeduidende Friese dorpjes. Dat dit slechts schijn is kunt u ontdekken als u door de dorpjes wandelt en de sfeer proeft: een rijke geschiedenis en cultuur, al vanaf de vijfde eeuw toen de terpbouw begon. Ook zijn de vervangers van de terpen, de middeleeuwse dijken, nog duidelijk aanwezig. Na de afsluiting van de nabijgelegen Lauwerszee op 25 mei 1969 hebben deze geen beschermende functie meer. De kerken en orgels die bezocht worden hebben allemaal een interessante historie. Ook in deze streek van Friesland is genoeg kerk- en orgelgeschiedenis.

LIOESSENS

Het eerste dorp dat tijdens de voorjaarsexcursie wordt bezocht is Lioessens (Ljussens), waar we de gereformeerde kerk bezoeken. Lioessens ligt vlakbij het Lauwersmeergebied, telt ongeveer 400 inwoners en wordt vaak in één adem genoemd met buurdorp Morra. Hoewel er weinig bekend is over de geschiedenis van het dorp, wijzen de aanwezige terpen in deze omgeving erop dat er in het begin van de jaartelling al mensen woonden. In tegenstelling tot Morra is Lioessens echter geen echt terpdorp; de kleine terp in het oosten was vanaf de 17e eeuw al niet meer bebouwd. Tussen de beide dorpen staat nog het gebouw van de halte 3e klasse van de Noord Friesche Lokaal Spoorweg Maatschappij (het 'Dokkumer Lokaaltje'). Station Morra-Lioessens werd geopend in 1913 en weer gesloten in 1935. Het voormalig stationnetje is prachtig gerestaureerd en dient nu als woning. In het dorp staat ook een prachtige oude middeleeuwse kerk, die deels nog uit de 13e eeuw dateert. Deze kerk heeft geen pijporgel, maar een Allenelektronicum.

Daarom bezoeken we echter de nieuwere, gereformeerde kerk aan de Doarpstrjitte. In 1851 besluit een klein groepje mensen zich af te scheiden van de Hervormde Kerk. Het kleine groepje wordt groter en in 1853 besluit men een kerk te bouwen. Hierover is verder weinig bekend, behalve dan dat die 10 jaar later werd vergroot wegens het toegenomen ledental, en de kerk een kruiskerk werd. Weer tien jaar later zorgde een kerkorgel “voor grote verbetering van het kerkgezang”. Dit orgel kwam uit de NH kerk te Anjum en was in 1667 gebouwd door de firma Bader. De organisten werden in 1876 met een boek beloond “voor de vrijwillige en gewillige diensten (...) en dat zoo goed en best tot stigting der gemeente”. In het voorjaar van 1927 werd besloten tot het bouwen van een nieuwe kerk. Al in november van dat jaar werd de nieuwe kerk opgeleverd. Deze kerk werd ontworpen door Ane Nauta (1882-1946), een architect die vooral naam maakte als bouwmeester van gereformeerde kerken in Friesland. Nauta leerde het vak in de praktijk. Zo was hij onder meer opzichter bij de bouw van de gereformeerde kerk in Winterswijk, ontworpen door de architect Tjeerd Kuipers. Kuipers' rationalistische stijl was van grote invloed op het werk van Nauta, maar later ontwikkelde hij zich meer richting gematigd expressionisme, waar het huidige kerkgebouw in Lioessens een voorbeeld van is. Het Bader-orgel werd in 1932 overgebracht naar de gereformeerde kerk van Echtenerbrug, waar het verloren is gegaan bij een kerkbrand in 1954.

Het huidige orgel in deze kerk werd in 1876 gebouwd voor de Sint-Martinuskerk te Bolsward door Lodewijk Ypma. Lodewijk Ypma (1823-1887, geboren en getogen in Bolsward) had de orgelmakerij te Alkmaar van zijn broer overgenomen en maakte ongeveer 45 orgels, maar slechts één daarvan was voor Friesland bestemd: dat van Bolsward. Later werd er nog een orgel van hem van Akersloot overgeplaatst naar de R.K. parochiekerk te Sint-Nicolaasga. In 1932 werd de Sint-Martinuskerk gesloten en later afgebroken wegens het samenvoegen van de beide parochies te Bolsward. Het orgel (het binnenwerk) werd gekocht door de firma Standaart te Schiedam en vervolgens gebruikt voor het nieuwe orgel voor de kerk te Lioessens. Het orgel kreeg een nieuw front. In 1972 restaureerde de heer S. Bak uit Edam het orgel; het onderging een grote verandering en kreeg een neobarokke klank. Het orgelbouwbedrijf Haarsma uit Drachten bracht het orgel in 1987 weer zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat terug. Ook voegde het een Mixtuur toe aan het orgel, die een kopie is van de Mixtuur van het Ypma-orgel van de R.K. kerk te Den Burg (Texel).

Dispositie:

(de registers die zijn gemerkt met Y zijn gemaakt door orgelmaker Ypma):

Hoofdwerk (C-f3): Bourdon 16vt (Y), Prestant 8vt (Y), Holpijp 8vt (Y), Salicionaal 8vt, Octaaf 4vt (Y), Fluit 4vt, Octaaf 2vt (Y), Mixtuur II-V sterk, Cornet IV discant (Y), Trompet 8vt bas/discant (Y)

Bovenwerk (C-f3): Bourdon 8vt (Y), Viola di Gamba 8vt, Prestant 4vt, Roerfluit 4vt (Y), Nasard 2 2/3vt, Woudfluit 2vt, Clarinet 8vt

Pedaal (Cd1): Bourdon 16vt (tr.m), Octaaf 8vt (tr.m)

Werktuiglijke registers: MK, P-HW, P-BW, Tremulant


EE

Ee of Ie, slechts twee letters. Bovenin het noordoosten van Friesland ligt dit fraaie terpdorp. Ee kent een lange geschiedenis, want reeds vóór het jaar 900 moet er al bebouwing zijn geweest. Ee duidt op het Latijnse 'aqua', dat water betekent. Zelfs een van de straten heet Haven. Tot hier moet het vroeger mogelijk zijn geweest om met de schepen het dorp te bereiken. Na het ontstaan van de zeedijken rond 1200 eindigde de terpenbouw. De terp is goed intact gebleven en Ee is mede daarom een beschermd dorpsgezicht. Zonder auto’s in het dorp waant u zich honderden jaren terug in de tijd.

Gereformeerde Eben Haëzerkerk

Deze karakteristieke gereformeerde kerk, gebouwd in 1919, vervangt een voorganger uit 1891. Het huidige gebouw heeft een zeer sterke gelijkenis met de gereformeerde kerk van Rinsumageest uit 1913, gebouwd door de bekende architect Tjeerd Kuipers.

Het orgel is in 1911 gebouwd door de Leeuwarder firma L. van Dam & Zonen. In 1919 plaatst P. van Dam, de laatste generatie van de orgelmakerij van Dam, het orgel over naar de nieuwe kerk. De firma Faber uit Dokkum plaatste in 1960 de Trompet. Omstreeks 1970 heeft de heer S. Bak uit Edam het orgel gerestaureerd. De firma Bakker & Timmenga te Leeuwarden restaureerde het instrument in 1985.

Dispositie:

Manuaal (C-g3): Bourdon 16vt, Prestant 8vt, Violon 8vt, Holpijp 8vt, Octaaf 4vt, Roerfluit 4vt,
Octaaf 2vt, Cornet III sterk discant, Mixtuur II-III sterk (2vt), Trompet 8vt bas/discant, Tremulant. Windlosser.

Pedaal (C-d1): aangehangen.


Hervormde kerk

Ee heeft vele monumentale gebouwen waarvan de middeleeuwse Sint-Gangulfuskerk (de Tsjerke op ’e Terp) uit het begin van de 13e eeuw een bijzondere plaats inneemt. Onder de vloer van dit godshuis bevindt zich een wel die permanent water bevat. En dat op een terp! De toren dateert van 1867, evenals de mooie preekstoel van K.F. Ozinga. Aan de wanden hangen negen ruitvormige rouwborden. In de noordwand is een rijk renaissance-epitaaf van albast en zwart marmer opgenomen ter herdenking van de in 1627 overleden Snelliger Meckema. In de buitenmuren ziet u een lange rij middeleeuwse consoles met mens- en diermaskers.

Het orgel

De Tsjerke op 'e Terp heeft een bewogen orgelgeschiedenis. Het huidige orgel uit 1956 is gemaakt door de Apeldoornse orgelmaker Ernst Leeflang. Vanaf 1922 stond hier een orgel van de orgelbouwer Dekker. Dit orgel heeft niet lang gefunctioneerd. Het verving een kostbaar instrument van Albertus van Gruisen uit 1794 welke in 1922 vanuit Ee werd overgeplaatst naar Klazinaveen; verkocht wegens geldgebrek! In 1951 werd dit instrument weer door Klazinaveen doorverkocht aan de hervormde kerk van het Zeeuwse Burgh, op het eiland Schouwen-Duiveland. Ter nagedachtenis aan het Van Gruisen-orgel staat de groot-C pijp van de Flute d’amour 4vt nog in dit Leeflang-orgel, een gracieuze schenking van Burgh! Een lange inscriptie gemaakt op 2 juli 1794 vermeldt de schenking door Eelkje Reinders en de maker Van Gruisen te Leeuwarden; kosten: 400 Karolingische guldens.

Ernst Leeflang startte op 1 maart 1932 zijn eigen bedrijf in Middelharnis. Hij was leerling geweest bij Standaart in Schiedam en bedrijfschef bij Blaisse & Strunk te Rotterdam. Zijn eerste orgel bouwde hij voor de christelijk gereformeerde kerk te Vlaardingen in 1934. Al snel verlegde hij zijn bouwwijze van elektropneumatisch naar mechanisch. Na de watersnoodramp van 1953 vestigde het bedrijf zich in mei 1954 in Apeldoorn. Onder de naam Leeflang & Keijzer (medefirmant) werden ook vele orgels gebouwd. In het naburige Anjum staat eveneens een Leeflang- orgel uit 1972, in de gereformeerde kerk. In die tijd baarde dit orgel veel opzien. De firma Orgelbouw Ernst Leeflang BV werd op 1 januari 1995 opgeheven. Alle activiteiten en materialen werden overgenomen door de Orgelmakerij Gebroeders Reil te Heerde. Ernst Leeflang overleed op 28 augustus 1994 op 87-jarige leeftijd. Jan Keijzer overleed op 10 februari 2005. Ook het huidige Leeflang-orgel kon worden aangeschaft dankzij een donatie van een familie Meindertsma. De vleugelstukken aan het orgel verbeelden Paulus en Liudger, gemaakt door Dick Ozinga. De balustrade is nog origineel, uit de tijd van het Van Gruisen-orgel. De bekende orgeladviseur A.P. Oosterhof begeleidde de bouw.

Dispositie:

Manuaal I (C-g3): Prestant 8vt, Holpijp 8vt, Octaaf 4vt, Fluit 4vt, Mixtuur IV sterk (2vt).

Manuaal II (C-g3): Roerfluit 8vt, Prestant 4vt, Gemshoorn 2vt, Sesquialter II sterk, Trompet 8vt.

Pedaal (C-d1): Subbas 16vt.

Koppelingen (C-d1): Manuaal I - Manuaal II, Pedaal - Manuaal I, Pedaal - Manuaal II.


ENGWIERUM

Engwierum (Ingwierrum) is een terpdorp dat ontstond in de vroege Middeleeuwen op een kwelderwal op een hoek land, omringd door de Lauwerszee en het Dokkummer Grootdiep. Dijken moesten het dorp beschermen tegen invloeden van de zee en restanten van de oude zeedijk zijn nog steeds in het landschap te herkennen. In 1729 werd het Dokkumer Grootdiep afgesloten bij het huidige Dokkumer Nieuwe Zijlen. Dankzij bedijking van aangeslibde landen (ook in het Lauwerszee-gebied) ontstond meer leefbaar gebied en steeg het inwoneraantal. Engwierum heeft tegenwoordig ruim 400 inwoners. Het dorp heeft meerdere rijksmonumenten waaronder het oudste pand van Engwierrum uit 1744, gebouwd als kleine kop-hals-rompboerderij (aan De Dobbe 2).

Op de westzijde van de terp is in 1746 de huidige kerk van Engwierum gebouwd, nadat de oude in 1722 was afgebroken. De kerk is omgeven door een kerkhof met daaromheen een ijzeren hek. De toren, met een muur ter dikte van ongeveer een meter, stamt nog uit de 13e eeuw. Hij is in de 14e eeuw iets verhoogd en kreeg bij de nieuwbouw van de kerk een nieuw zadeldak. Opvallend in het interieur van de kerk zijn onder andere de preekstoel en de gebrandschilderde ramen, allebei daterend uit de bouwtijd van de nieuwe kerk.

De rijk met snijwerk versierde preekstoel heeft elegante uit- en inzwenkende vormen, met aan de voet van de kuip de vier evangelisten-symbolen. Daarboven op de gebogen stijlen van de kuip worden vier deugden voorgesteld. Op de gebrandschilderde ramen zijn het wapen van Friesland en van de Friese stadhouder Willem Karel Hendrik Friso afgebeeld. De wapens worden geflankeerd door allegorische figuren. De vensters, die beschermd worden door lattenblinden, zijn gemaakt door Ype en Jurjen Staak uit Sneek.

Uit rekeningen blijkt dat het schip van de kerk in 1822 verbouwd is ten behoeve van het orgel. Het orgel, met een bijzonder fraaie orgelkas, werd in 1823 gebouwd en is het eerste éénklaviersorgel dat gemaakt is door Luitjen Jacob en Jacob van Dam, zoons van Lambertus. Opvallend is de lage middentoren, uniek voor Van Dam. De claviatuur is aan de voorzijde geplaatst.
Tijdens restauratiewerkzaamheden in 1956 (door Bakker & Timmenga) werd het klankbeeld veranderd: de Mixtuur kreeg een andere samenstelling, het pedaal kreeg een eigen register (waarvan de pijpen grotendeels afkomstig zijn uit het Scheuer-orgel, in 1839 gebouwd voor de hervormde kerk van Woudsend) en het orgel werd hoger gestemd. Onlangs werd het orgel weer gerestaureerd, kreeg de Mixtuur de oude samenstelling terug en werd de toonhoogte uit 1823 hersteld. Tijdens deze laatste restauratie, wederom door Bakker & Timmenga, bleek dat enige honderden pijpen afkomstig zijn van een ouder orgel. Na wat speurwerk bleek dat deze afkomstig moeten zijn uit het orgel van de Grote Kerk in Leeuwarden, gemaakt door Christiaan Müller. (Een meer uitgebreid verslag van deze restauratie kunt u vinden in de Orgelkrant van 2015, pagina 9 en 10.)
Het orgel werd indertijd geschonken door de Commune, een stichting uit de Napoleontische tijd. Ze beheerde een fonds waaruit regelmatig geput kon worden voor investeringen en onderhoud van de kerk. Na meer dan 200 jaar bestaat dit fonds nog steeds.

De dorpsrechter, schoolmeester en organist Hans Blom maakte het gedicht dat onder het orgelfront afgebeeld staat:

Laat d'orgeltoon deez'kerk doordringen
maar moogt des zangers lieflijk zingen
elk hart inwendig raken
Gods heil schept telkens nieuwe vreugd
dat ieder ziel mag zijn verheugd
en Jezus Liefde smaken.

Dispositie:

Manuaal I (C-f3): Bourdon 16vt discant, Prestant 8vt, Viola di Gamba 8vt, Octaaf 4vt, Fluit dolce 4vt, Quint 3vt, Octaaf 2vt, Mixtuur III-V sterk, Cornet III sterk discant, Trompet 8vt bas/discant.

Pedaal (C-d1): Subbas 16vt (1958)

Werktuiglijke registers: Pedaalkoppel, Tremulant


RIEMKE DIJKSTRA
SIEBE REIDING


stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard