Op 30 maart 2009 overleed de bekende organist Gert Oost. In de Friese Orgelkrant 2009 konden we daarvan geen melding meer maken. Nu, een jaar later, willen we alsnog aandacht schenken aan het overlijden van Gert Oost omdat hij een hechte band had met
Friesland en in het bijzonder met het dorp Minnertsga, waar zijn vader predikant was en waar Gert Oost dus heeft
gewoond. Daarom was hij te beschouwen als een 'Fries om útens'. Twee Friezen die hem gekend hebben, te weten onze voorzitter Otto Roelofsen en hoofdonderwijzer Jan van der Veen uit Minnertsga, vertellen over hun persoonlijke herinneringen aan Gert Oost.
Gert Oost werd in 1942 te Raamsdonksveer geboren. Op zijn dertiende was hij al organist in Sint-Jacobaparochie, Sint-Annaprochie
en Minnertsga. In Minnertsga was zijn vader predikant en Gert heeft daar tussen 1955 en 1960 gewoond. In die jaren bezocht hij
het Gereformeerd Gymnasium in Leeuwarden. Vanaf 1960 studeert hij muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en
hoofdvak orgel aan het Amsterdams Conservatorium bij dr. Anthon van der Horst en Albert de Klerk. In 1968 behaalt hij het einddiploma solospel met onderscheiding en legt hij het doctoraalexamen muziekwetenschap af. In 1970 behaalt hij de Prix d'Excellence voor orgel. In 1975 promoveert Gert Oost op 'De orgelmakers Bätz'. Van 1976 tot 2003 is hij als docent muziektheoretische vakken verbonden aan het Instituut voor Muziekwetenschappen van de Rijksuniversiteit Utrecht. Zijn activiteiten vanaf 1983 voor Schola Davidica zijn alom bekend. Tussen 1988 en 2007 was Gert Oost tevens organist van de Raad van State in
Den Haag. Ook als componist was hij zeer actief.
Na deze memorabele feiten uit het leven van Gert Oost, die moeiteloos aangevuld kunnen worden, volgen nu de persoonlijke herinneringen van twee Friezen. Otto Roelofsen weet van Gert Oost het volgende.
Herinneringen
In de jaren vijftig van de vorige eeuw bezocht Gert Oost het Gereformeerd Gymnasium te Leeuwarden-Huizum. Een gerenommeerde school met als bekende leraar onder andere Hendrik Algra, de latere hoofdredacteur van het Friesch Dagblad. Deze school, thans
Christelijk Gymnasium Beyers Naudé geheten, werd naar zijn toenmalige directeur ook wel het gymnasium van Van der Meer genoemd.
Het was een kleine school met – als ik me goed herinner – slechts zo'n 125 leerlingen. Ook mijn oudste zus behaalde haar gymnasiumdiploma aan deze school. Tot haar klasgenoten behoorden onder andere Gert Oost en ook de later bekend geworden dichterdominee Hans Bouma, die één straat bij ons vandaan woonde. Hans Bouma had hoboles van mijn vader en hij speelde regelmatig bij ons thuis toonladders terwijl hij de trap op- en afliep. Hij heeft nog met mijn zus aan de piano opgetreden voor de NCRV-radio, in het programma Jeugdland.
Terug naar Gert Oost. Zijn vader was predikant in Minnertsga en Gert kwam iedere dag met de bus naar Leeuwarden. Het was een wat bleke en nogal verlegen leerling die goede cijfers behaalde. Hij kwam ook wel bij ons thuis. Toen hij er achter kwam dat boven in
de studeerkamer van mijn vader een pedaalharmonium stond, vroeg hij voorzichtig of hij het eens mocht zien en vervolgens uitermate verlegen of hij er misschien ook op mocht spelen. Hij viel toen al op door zijn zachte weloverwogen spreken. Zijn verzoek werd uiteraard ingewilligd. Het bewuste tweeklaviers harmonium met zelfstandig pedaal is nu in mijn bezit.
Later kreeg ik opnieuw met Gert Oost te maken en wel als concertorganist. Hij trad toen op in de concertserie te Harlingen met een Nederlands programma. Op Vlieland gaf hij samen met sopraan Mirjam Beumer een concert. Zijn concerten waren van hoog niveau.
Hij bleef altijd de bescheiden jongen die hij vroeger ook al was. Toen hij in 2003 het Stichtse Instituut voor Muziekwetenschappen verliet, heb ik samen met mijn zus nog zijn afscheidsconcert bezocht. Het vond plaats in de Janskerk te Utrecht. Onder zijn
leiding werd Dido en Aeneas (Purcell) uitgevoerd door oud-studenten. Het was de laatste keer dat ik Gert heb gezien en gesproken.
Otto Roelofsen
Jan van der Veen kwam in maart 1961 als onderwijzer naar Minnertsga. Gert Oost heeft hij niet in de klas gehad, maar hij kende de jonge Gert Oost natuurlijk als 'zoon van' en als organist in de zondagse kerkdiensten. Na het vertrek van dominee Oost uit Minnerstga in 1965 verslapte het contact met Gert Oost, maar in 1997 kwam het tot een hernieuwde kennismaking tijdens het maken
van het gedenkboek 'As de dei fan juster' (Als de dag van gisteren).
Van der Veen: "We wilden daarin graag een artikel hebben over het in Minnertsga verloren gegane Hinszorgel. Gert wilde dat
wel doen. Ook bespeelde hij op 4 juni 1997 het orgel in de kerkdienst ter herdenking van de brand, vijftig jaar geleden op 3 juni 1947. Hij improviseerde onder andere over de brand van toen. Je hoorde de vogeltjes op die warme dag kwetteren, maar geleidelijk werden ze overstemd door het geknetter van de vlammen, het geroep van mensen en de gillende sirenes.
Na de restauratie van het Robustelly-orgel dat we in Minnertsga nu rijk zijn, vinden sinds 2001 geregeld orgelconcerten in ons
dorp plaats. Gert gaf in december 2003 en in augustus 2004 niet alleen een orgelconcert, maar hij maakte in Minnertsga bovendien een CD-opname, 'Het Robustelly-orgel'. Het laatste concert dat hij in Minnertsga verzorgde, vond plaats op 1 november 2008. De trompettist Auke Akkerman en Gert's echtgenote, de mezzosopraan Hanne Laceulle, verleenden hun medewerking. Een zeer aansprekend concert omdat het programma geheel was ingericht op de viering van Allerheiligen. Gert zei: 'Het is niet zo duidelijk wat je
vieren moet, het is niet een dodenherdenking. Het gaat om hen die ons zijn voorgegaan, opgenomen in een lange stoet van pelgrims
op weg naar de volheid, heelheid, dat is heiligheid'. Hanne's bijdrage 'Schlummert ein ....' vormde het meest ingetogen moment.
Met gesloten ogen ervoer je een hemelse rust, intense vrede, immense stilte. Gert die daarvóór op 21 september samen met zijn echtgenote en zijn dochter (cello) een concert in de Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie had gegeven, zei na afloop
enthousiast tegen me: 'Jan, zomer volgend jaar komen we een dag bij jullie in de tuin op bezoek'. 'Afgesproken', zei ik.
Het heeft niet zo mogen zijn."