De praktijk leert dat het publiceren van de resultaten van een afgerond onderzoek doorgaans (gelukkig)
niet betekent dat daarmee alles over het betreffende onderwerp gezegd blijkt te zijn. Verdergaand eigen
onderzoek én (soms) reacties van lezers geven na verloop van tijd aanleiding nog eens op het al besproken
onderwerp terug te komen. Zo ook in het geval van orgelmaker Taeke Pieters Klimstra (1858 - 1945), aan
wie ik onder meer in de Friese orgelkrant 2006 aandacht schonk. Onderstaand artikel biedt zowel
aanvullingen en enkele correcties van al bekende gegevens, als nieuwe informatie (met dank aan onder
andere prof. dr. Ph. Breuker).
Twijzel (huisorgel dhr. J.R. Kloosterman):
Half februari 1898 plaatste Klimstra in Twijzel ten huize van J.R. Kloosterman (1847 – 1914) –
vader van de later bekende schrijfster Simke Kloosterman – een huispijporgel dat Kloosterman kort
tevoren had gekocht van de weduwe W. de Jong te Birdaard. Het instrument was door Klimstra dan wel in
elkaar gezet en speelklaar opgesteld, blijkbaar waren er toch problemen die hij niet afdoende kon
oplossen, gezien het het feit dat enige dagen later nog een reparatie werd uitgevoerd "door
orgelmaker van L. van Dam". Negen maanden later demonteerde Klimstra het orgeltje, waarna het
verkaste naar Apeldoorn, waar Kloosterman enige tijd ging wonen samen met zijn dochter, die er als
organiste geregeld speelde in de Grote Kerk. Het huisorgel werd er begin december van dat jaar weer in
elkaar gezet door orgelmaker N.S. Leyser uit Zutphen (van hem stamt onder andere het orgel dat nu in de
rooms-katholieke kerk te Steggerda staat). In 1904 verhuisde Kloosterman via Veenwouden weer naar Twijzel
en in zijn notitieboekje noteerde hij op 10 en 11 november: "T. Klimstra vandaag en morgen het
Orgel in elkaar gezet en klaar speelbaar gemaakt." Laatstgenoemde zal het instrument vermoedelijk
ook in 1906 hebben geplaatst in het nieuwe huis van Kloosterman in Twijzel, maar daarover staat verder
niets genoteerd. Na zijn overlijden werd het instrument in 1914 geschonken aan de plaatselijke Gereformeerde
kerk (zie onder).
Twijzel, gereformeerde kerk:
In de Leeuwarder Courant van 20 maart 1914 staat te lezen: "de erven J.R. Kloosterman te Groningen
hebben aan de Geref. Kerk te Twijzel een prachtig kabinetorgel geschonken. Wijlen de heer J.R. Kloosterman
aan de Geref. Diaconie eene som van f 27,50." Mogelijk werd het door Klimstra (gezien zijn
eerdere bemoeienis met het orgel) in de kerk geplaatst en kwam men daardoor ook vanzelf een zevental jaren
later bij hem terecht toen men een krachtiger orgel zocht. Nadat Klimstra er in 1921 het van de
gereformeerde broeders te Workum overgenomen Bätzorgel plaatste, heeft het kabinetorgel [dat niet mocht
worden verkocht, - een voorwaarde bij de schenking in 1914] enige tijd gestaan in de gereformeerde kerk van
Eestrum. Verdere lotgevallen zijn onbekend. Zoals bekend gingen kerk en Bätzorgel in Twijzel in 1933 in
vlammen op. Inmiddels is een foto van dit instrument opgedoken (in 1921 gemaakt in Workum) zodat we nu
eindelijk weten hoe dit helaas verloren gegane instrument er heeft uitgezien.
Wierum, gereformeerde kerk:
De inwijding van dit orgel vond plaats op 9 juni 1910, blijkens het inwijdingsbericht in de Leeuwarder
Courant van 13 juni (een dag daarna overgenomen in het Friesch Dagblad):[Wierum 10 juni.]
"Door de offervaardigheid harer leden daartoe in staat gesteld, kon de Ger. Gem. alhier een
gebruikt kerkorgel kopen. Dit werd gerestaureerd en geplaatst door onzen dorpsgenoot T. Klimstra, een
selfmade man. Gisteravond is het ingewijd. Het muziekinstrument met zijn aardig front en aangenamen klank
is een aanwinst voor het eenvoudige kerkgebouw en de godsdienstoefeningen, die er worden gehouden."
Hieruit blijkt dat Klimstra inderdaad – zoals al werd verondersteld – als orgelmaker
autodidact was. Het instrument zou volgens de overlevering in Wierum afkomstig zijn uit een roomse
kerk te Bolsward. Het enige orgel dat daarvoor in aanmerking komt is het instrument (waarschijnlijk zijn
opus 1) van Dirk Sjoerds Ypma uit 1838 dat tot 1873 stond in de St.-Franciscuskerk aldaar. Het werd in
het najaar vervangen door een nieuw instrument van Pereboom & Leijser, orgelmakers te Maastricht.
Waar bleef nu het oude orgel? Volgens het dagboek van een vroegere inwoner van Waaksens (bij Bolsward)
werd in 1874 in de hervormde kerk aldaar een orgel geplaatst, dat afkomstig was uit 'de grote
rooms-katholieke kerk' te Bolsward; dat moet dan de Sint-Franciscuskerk zijn geweest. Aangezien dit oude
instrument niet voorkomt in de administratie van Pereboom & Leijser, is het heel goed mogelijk
dat het kerkbestuur het voordien al had verkocht aan de plaatselijke orgelmaker E.S. Ypma (een jongere
broer van Dirk Ypma) - waarschijnlijk in meerdere of mindere mate ook betrokken bij de bouw van het nieuwe
orgel in Bolsward - en had deze het vervolgens geleverd aan de kerk in Waaksens. De verkoop was mogelijk
het resultaat van de advertentie van E. Ypma in de Leeuwarder Courant van 15 augustus 1873, waarin hij
te koop aanbood een "Kerkorgel, een solied werk, bevattende acht doorloopende
en een half Register, met Pedaal, Prestant 2,384 [m] (8 vt.) van Engelsch tin in ’t front, in zeer
nette kast, geschikt voor eene kleine Prot. Kerk, op aannemelijke voor-waarden, voor de geringe som van
zes honderd gulden (…)”. Op 27 mei was daaraan al een beknoptere aanbieding van
hetzelfde instrument voorafgegaan. Blijkens een bericht in de Franeker Courant was het afkomstig uit
"eene der R.C. gemeenten in Bolsward” en was het hersteld en in Waaxens geplaatst door
E.S. IJpma, die met dit werk veel eer inlegde.
Het moet dus dit instrument zijn dat in 1910 door T. Klimstra werd geplaatst in de gereformeerde
kerk te Wierum; het is derhalve niet afkomstig uit de gereformeerde kerk (A) te Bolsward, zoals tot nu
toe in Wierum werd gedacht (maar op grond van de beschikbare gegevens uit Bolsward al erg
onwaarschijnlijk was geworden). Het is wel opvallend dat de herkomst uit Bolsward in zowel Waaxens als
Wierum bekend was; of is het bericht over de herkomst uit Bolsward vanuit Waaksens 'meegenomen' naar
Wierum? Het front van het in de loop der tijd sterk gewijzigde instrument, lijkt die herkomst te
ondersteunen (gelet op de overeenkomsten met andere vroege orgelfronten van Dirk Ypma). Nadat men
in Waaksens in 1909 besloot een nieuw orgel te laten bouwen door de firma Van Dam, werd er met het oude
orgel op 8 en 9 september van dat jaar geadverteerd in de Leeuwarder Courant. Te koop wordt aangeboden
een "Kerkorgel" (…) "wegens het aanschaffen van een grooter, nieuw, wordt
thans nog gebruikt en is in goeden staat". Zo werd voor het Ypma-orgel de weg vrijgemaakt voor
de verhuizing naar Wierum.