ok2008menu




Olivier Messiaen (1908 - 1992), erflater mystieke kroonjuwelen Friese Orgelkrant 2008
 

Slenteren door een stad met historie is altijd de moeite waard. Kerken kijken hoort daarbij, en dan snuffel je ook wel eens rond in het kerkelijk tijdschriftenrek.
Het was 1991, de stad was Parijs en de kerk was de Eglise de la Sainte Trinité. Op de voorpagina van het kerkblaadje dat ik in het rek aantrof een foto van een oude man, gedrongen gestalte, opvallend grote bril, een wat verlegen lach (wilde hij niet op de foto?) tussen drie geestelijken, twee generaties jonger dan de hoofdpersoon in het midden.
De man was de organist van de kerk en de foto werd genomen op de zondag waarop hij 60 jaar in functie was. Zijn naam: Olivier Messiaen.
Toen hij, 23 jaar oud en juist bij Marcel Dupré afgestudeerd, werd benoemd was hij een veelbelovend organist, in 1991 al lang de beroemdste nog levende componist van de wereld.

Leven

Messiaen werd in 1908 geboren in het Zuid Franse Avignon. Zijn moeder was een dichteres, zijn vader leraar engels. Als kind al werd hij gegrepen door muziek, maar ook door het katholieke geloof. De componist die hem het meest bekoorde, was Claude Debussy. Al voor zijn 20e componeert hij muziek die volstrekt volwassen klinkt, aanvankelijk voor piano, pas later, als zijn organistschap in Parijs begint, ook voor orgel.
In 1939 breekt de tweede wereldoorlog uit. Messiaen brengt een deel daarvan door in een gevangenenkamp. Daar wordt in 1942 een van zijn belangrijkste composities geboren, het 'kwartet voor het einde van de tijd', geschreven voor de componist zelf en drie collega's die hij in het kamp leerde kennen. De bezetting van het stuk werd daardoor bepaald: klarinet, viool, cello en piano.
Als de oorlog is afgelopen keert Messiaen terug naar Parijs. Hij wordt er leraar aan het conservatorium. In dat verstarde instituut is hij rond 1950 de enige docent met een open mind. Jonge componisten komen voor hem daarheen. Zo wordt hij de inspirator van de grote modernisten van de jaren 50 en 60 van de twintigste eeuw: Karlheinz Stockhausen en Pierre Boulez. Op hun beurt beïnvloeden zij ook hun leraar. De modernst klinkende muziek schrijft Messiaen in de vroege jaren 50.
Als hij in 1992 overlijdt, heeft hij een leven achter de rug van onafgebroken componeren ("ik componeer", zei hij, " zoals een appelboom appels voortbrengt") en voortdurend over de hele wereld reizen om zijn muziek toe te lichten. Naast de al genoemde piano- en orgelmuziek en het kwartet componeerde hij liederen, koormuziek, orkestmuziek en een opera over het leven van Franciscus van Assisi. Zijn leven lang bleef Messiaen zijn Parijse orgel trouw.

Orgelwerken

Messiaens orgelmuziek ontstond in het verlengde van zijn zondagse organistschap. Zijn composities waren vaak uitwerkingen van improvisaties. Alle grote kerkelijke feesten hebben een rol gespeeld in het ontstaan van zijn orgeloeuvre. In volgorde van ontstaan: "L'Ascension " (voor hemelvaart) in 1933,"La Nativité du Seigneur" (voor kerst) in 1935, "Les Corps Glorieux" (voor pasen) in 1939, de "Messe da la Pentecôte" (voor pinksteren) in 1951. Latere grote werken houden zich wel met religieuze thema's bezig, maar zijn niet, of minder dwingend, gekoppeld aan een kerkelijk feest.

Muzikale taal

Over de compositietechnische vernieuwingen die Messiaens muziek bevat, zijn boeken vol geschreven. Het gaat dan over nieuwe toonladders, nieuwe akkoorden, nieuwe ritmes, maar ook over virtuoze imitaties van vogelgeluiden. Het is boeiende kost voor muziektheoretici. Maar leidden al deze vernieuwingen ergens toe? Jazeker, tot een nieuwe, in de letterlijke zin van het woord 'ongehoorde' muziek. Messiaen voegde aan de westerse muziek iets toe dat er nog niet was. Zo meditatief en zo mystiek was er nog niet gecomponeerd vóór hem. Voor wie niets kan beginnen met dergelijke aanduidingen: heel nuchter kun je ook zeggen dat het extreem lage tempo dat Messiaen regelmatig voorschrijft ook nog door geen componist voor hem was aangedurfd.

Natuurlijk staat tegenover het hier beschreven uiterste (te beluisteren, meer nog: te ondergaan als Messiaen mediteert over de goddelijke liefde of over de hemelse gelukzaligheid) ook het andere: de grote vitaliteit van toccata-achtige delen zoals het nu al haast klassieke 'Dieu parmi nous' of 'Transport de joie'. Voor wie zich openstelt en zijn horloge thuis laat, is deze muziek onuitputtelijk rijk. Waar Johann Sebastian Bach meer dan 250 jaar geleden putte uit de lutherse traditie, vond Messiaen in de voorbije eeuw zijn inspiratie in de katholieke mystiek. Maar de taal van hen beiden heeft zo'n grote kracht dat ze ieder bereikt die zijn oren opent.

Dat de geboorte van Messiaen dit jaar 100 jaar geleden is, is een goede aanleiding extra aandacht te geven aan zijn muziek. Dat 2008 is uitgeroepen tot jaar van het religieus erfgoed, komt bijzonder goed uit. Messiaens oeuvre behoort tot de kostbare juwelen van dat erfgoed.


stuur link via whatsapp stuur link via mail kopieer link naar clipboard