In het zakenleven is het een bekend verschijnsel, dat ‘de formule’ eens in de zoveel jaren wordt aangepast. Ook als het goed gaat, blijft het management op de juiste formule broeden om ervoor te zorgen dat het goed blijft gaan.
De formule van de voor- en najaarsexcursies die de Stichting Organum Frisicum organiseert, mogen ook succesvol worden genoemd. De laatste jaren is het aantal deelnemers gegroeid naar zo’n 175. Ik kan me de eerste orgelexcursie in 1995 van de toen pas opgerichte stichting nog goed herinneren: nog geen 50 deelnemers, maar we hadden niettemin ‘een goed gevoel’. De gedeputeerde voor cultuur had het eerste exemplaar van de orgelagenda 1995 in ontvangst genomen en met de prachtige kerken en orgels in Jorwert, Mantgum en Weidum hadden we het fenomeen orgelexcursie in Friesland op de kaart gezet. In het begin was de excursieleiding in handen van één organist: in Jorwert, Mantgum en Weidum had Theo Jellema de leiding, tijdens de najaarsexcursie van dat jaar Jan Jongepier.
Geruggesteund door een aanvangssubsidie van het provinciebestuur konden we als stichting in onze beginjaren een boekje over de Friese orgelmakers Van Gruisen uitbrengen alsmede een folder met een (fiets)route langs enkele interessante kerken en orgels in het Westen van de provincie. Die folder en de daarin uitgestippelde route waren de aanleiding om met een Friese Orgeldag te beginnen. Op die dag konden en kunnen (amateur-)organisten in de deelnemende kerken terecht om op het orgel te spelen. Met ingang van de voorjaarsexcursie in 1998 stelden we de formule van onze orgelexcursie enigszins bij: voortaan zouden onze vaste excursieleiders elke excursie met zijn tweeën leiden.
In 1998 jubileerde de Stichting tot Behoud van het Nederlandse Orgel. In onze najaarsexcursie van 19 september sloten we bij dit jubileum aan. In verschillende steden in Nederland werd tegelijkertijd een orgelconcert gegeven. Jan Jongepier, vaste organist van de Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden, verzorgde een ‘jubileumconcert‘ in die kerk, waarmee wij onze najaarsexcursie, een stadsexcursie langs vier Leeuwarder kerken en hun orgels, afsloten.
Nog steeds denken we over onze ‘ formule’ na en dat zullen we blijven doen. Wellicht dat het jubileum volgend jaar ons tot verrassende ideeën zal inspireren. Wat het resultaat ook zal zijn, het spreekt vanzelf dat onze excursieleiders zich daarin moeten kunnen vinden.
5 april: voorjaarsexcursie in Sneek
In 2003 doen we net als in 1998 een stadsexcursie. Op zaterdag 5 april bezoeken we een viertal kerken en hun orgels in de Friese watersportstad Sneek. Als u dit leest, hoort 5 april al weer tot het verleden. Voor hen die niet aan de excursie deelgenomen hebben, geven we hier een kort overzicht van het programma die dag.
We startten om 10.30 uur in de gereformeerde Zuiderkerk. Hierin bevindt zicht een tweeklaviers orgel uit 1893 van de orgelbouwer J. Proper, dat in 1951 door J. Reil met een vrij pedaal werd uitgebreid.
Vervolgens gingen we naar de vlakbij gelegen Rooms-Katholieke Sint-Martinuskerk. Hierin bevindt een prachtig romantisch orgel uit 1891, gebouwd door Maarschalkerweerd. Dit is het enige orgel van deze orgelbouwer in de provincie Friesland. Aan het einde van de excursie in deze kerk werd door de voorzitter van onze stichting, de heer Roelofsen, het eerste exemplaar van de Friese Orgelkrant 2003 overhandigd aan de heer Hartkamp, burgemeester van de gemeente Sneek.
De lunch werd gebruikt in de gebouwen van de Zuiderkerk. Daarna gingen we naar de eveneens vlakbij gelegen Doopsgezinde Kerk. In deze kerk, die in 1843 werd gebouwd, bevindt zich een orgel van de Zwolse orgelbouwer J.C. Scheuer uit 1847. Bij de bouw van het orgel maakte Scheuer gebruik van de kas en van pijpwerk van Van Gruisen, afkomstig uit het orgel van de kerk die voorheen op dezelfde plaats als de huidige kerk stond. In de loop van de tijd is veel aan het orgel veranderd. In 1972 ontstond brand in de kerk, waarbij het orgel ernstige waterschade opliep. In 1975 volgde een restauratie door Orgelbouw Flentrop waarbij het orgel nagenoeg geheel naar de situatie van 1847 ‘teruggerestaureerd’ werd.
Het slot van de excursie vond plaats in de Grote of Martinikerk. Het oorspronkelijke orgel in deze kerk is in 1711 gebouwd door de beroemde Duitse orgelbouwer Arp Schnitger. Het orgel had destijds 35 stemmen, verdeeld over hoofdwerk, rugwerk, borstwerk en pedaal. Het was toen het grootste kerkorgel van Friesland.
Het orgel is in de loop der tijden drastisch gewijzigd. De grootste veranderingen vonden plaats in 1898 en 1925. Van belang is de wijziging in 1898 door de Leeuwarder orgelmakers L. van Dam en Zonen. Zij wijzigden het orgel ingrijpend en bouwden het om tot een romantisch instrument. Gelukkig bleef nog pijpwerk van Schnitger gehandhaafd, in totaal 8 registers. Bij de restauratie van 1986 tot 1988 vormde de situatie van 1898 het uitgangspunt. Maar de rugwerkkas, die sinds 1898 leeg was, werd weer van pijpen voorzien, waardoor een drieklaviers instrument met 37 registers ontstond. In feite is in de Grote Kerk van Sneek nu dus sprake van een Schnitger-Van Damorgel.
Ook buiten de orgelexcursies van de Stichting Organum Frisicum om is een bezoek aan Sneek de moeite waard. De binnenstad van Sneek, dat in 1427 het waagrecht en in 1456 stadsrechten kreeg, is beschermd stadsgezicht. Er bevinden zich prachtige oude gebouwen, zoals het stadhuis. Voor andere bezienswaardigheden verwijs ik naar het deel over Fryslân uit de boekenreeks ‘Monumenten in Nederland’, een uitgave van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist en Waanders Uitgeverij in Zwolle. De muziekliefhebber zal in Sneek ongetwijfeld een bezoekje aan muziek- en boekhandel Boeijenga, niet ver van de Doopsgezinde en Sint-Martinuskerk vandaan, willen brengen.
Zaterdag 13 september: nationale orgeldag
Eind 2001 is de Vereniging Nederlands Platform voor Orgelkunst en –cultuur (de VNPO) opgericht. In 2002 heeft deze vereniging de tweede zaterdag van september tot nationale orgeldag uitgeroepen. Die valt dus samen met de open monumentendag. De Stichting Organum Frisicum, die zich bij de VNPO heeft aangesloten, organiseerde vanaf 1996 een ‘open orgeldag’ in Friesland. Door het initiatief van de VNPO is deze omgedoopt tot Nationale Orgeldag in Fryslân. Het aantal deelnemende kerken groeit nog steeds. In 2003 doen vooral in het midden en het Zuidwesten van de provincie een aantal plaatsen voor het eerst mee: ik noem de hervormde Doelhofkerk van Âldeboarn (Oldeboorn) met het oudste Van Damorgel, de hervormde kerk in het statige Mantgum, twee kerken in Heerenveen, drie kerken in Joure en een hele serie kerken in het Zuidwesten van Fryslân, waaronder de hervormde kerk van Makkum, de Sint-Gertrudiskerk in Workum en de hervormde kerk in Hindeloopen. Alledrie schilderachtige plaatsen die aan een rijk verleden herinneren. De Martinikerk van Bolsward doet dit jaar nog niet mee aan de nationale orgeldag, maar de kerkvoogdij heeft toegezegd, dat dit in de nabije toekomst wél het geval zal zijn. Dit jaar vindt in de Martinikerk van Bolsward ter gelegenheid van de open monumentendag en de nationale orgeldag wél een orgelconcert plaats. Daarnaast vindt in de Doopsgezinde Kerk van Leeuwarden een concert door Jaike Bergstra (fluit) en Gerben Bergstra (orgel) plaats als afsluiting van de nationale orgeldag.
De voorlopige lijst van de aan de nationale orgeldag in Fryslân deelnemende kerken vindt u als bijlage bij dit artikel.
Amateur-organisten kunnen zich bij onze stichting aanmelden voor deelname aan de nationale orgeldag. Tussen 10.00 en 17.00 uur kan in een groot aantal kerken het orgel een half uur worden bespeeld.
Aanmelding voor de nationale orgeldag in Fryslân is uitsluitend mogelijk door vóór zaterdag 21 juni € 12,00 over te maken naar postbanknummer 2377793 ten name van de Stichting Organum Frisicum, Pluimzegge 6 te Veenwouden onder vermelding van ‘deelname nationale orgeldag’.
Vervolgens dient men in week 26 te bellen met de secretaris van Organum Frisicum, de heer A. Fahner (telefoon: 058 – 2127874) om de speeltijden en de kerkorgels van uw voorkeur af te spreken. De data en de tijdstippen waarop gebeld kan worden zijn: maandag 23 juni, dinsdag 24 juni en woensdag 25 juni van 19.00 tot 21.00 uur. Dan zijn de meedoende kerken definitief bekend. Vorig jaar hebben zich 96 organisten aangemeld, dit jaar hopen we het aantal van 100 deelnemers te overschrijden. Op genoemde avonden wordt door de telefoon direct uw speelrooster afgesproken. De Stichting Organum Frisicum zorgt voor de berichtgeving naar de desbetreffende kerken, zodat die precies weten welke organisten op welke tijdstippen komen spelen. De stichting houdt zich het recht voor om wegens bijzondere omstandigheden en om ‘roostertechnische’ redenen op een enkel punt van opgegeven voorkeuren af te wijken. Betrokkenen krijgen in dat geval daarvan bericht.
Nieuw dit jaar is dat de informatie over de nationale orgeldag in Fryslân wordt ondersteund door de website van de Stichting Organum Frisicum. Deze website is in het algemeen een bezoekje meer dan waard, maar vanaf eind augustus staan op de website de disposities van de orgels in de aan de nationale orgeldag meedoende kerken alsmede de speelroosters van de amateur-organisten die zich opgegeven hebben. Op die manier valt via de website te controleren wat telefonisch met de organisten dan wel schriftelijk met de betrokken kerken afgesproken is.
De najaarsexcursie op zaterdag 27 september
Het lag in de bedoeling dit najaar de Martinikerk van Bolsward te bezoeken. Helaas kan dat dit jaar nog geen doorgang vinden. Met de kerkvoogdij van Bolsward is afgesproken dat we over twee of drie jaar, vóór de aanvang van de derde fase van de restauratie van het prachtige Hinsz – Van Damorgel, de Martinikerk van Bolsward in één van onze excursies zullen opnemen. De kerkvoogdij van de hervormde gemeente te Bolsward is van harte bereid daaraan mee te werken. In deze Friese Orgelkrant vindt u een uitgebreid artikel over de orgelrestauratie in Bolsward in de vorm van een interview met Aart Bergwerff die als adviseur bij de restauratie betrokken is.
De Stichting Organum Frisicum is er in geslaagd een bijzonder interessant programma voor de najaarsexcursie te organiseren, ondanks het feit dat Bolsward niet door kon gaan. Het is goed daarbij nog eens de onmisbare adviezen van de beide excursieleiders, Theo Jellema en Jan Jongepier, te vermelden. We sluiten de najaarsexcursie in elk geval in een Martinikerk af, echter in Easterein (Oosterend) in plaats van Bolsward.
We gaan naar één van de vroegst bewoonde delen van het Noord-Nederlandse zeekleigebied, thans de gemeente Littenseradiel. Het lag vroeger tussen de voormalige Zuiderzee en de voormalige Middelsee. Zeewater overstroomde deze kuststreek regelmatig. Daarom werden terpen opgeworpen. Drie van de vier dorpen, die we bezoeken, zijn terpdorpen: Itens, Lutkewierum en Wommels. Vanaf de elfde eeuw werden de eerste dijken ter bescherming tegen het water aangelegd, waardoor enkele poldereilanden ontstonden. Die rond Oosterend was daar één was.
We starten de excursie om 10.30 uur in het dorpje Itens, dat in een oorkonde uit 1381 reeds als parochie voorkomt. Ondanks haar geringe omvang en inwonertal heeft het dorp twee kerken: een hervormde en een doopsgezinde. Beide zijn te klein om een grote groep excursiedeelnemers in één keer te kunnen ontvangen. Daarom splitsten we de groep op voor twee korte bezoeken van een halfuur aan beide kerken. Voordat de excursie begint kunt u vanaf 10.00 uur in dorpshuis ‘De Lytse Fjouwere’ van Itens voor een kopje koffie terecht. In de hervormde kerk van Itens bevindt zich een éénklaviers orgel uit 1876 van de Leeuwarder orgelbouwer Willem Hardorff. Het heeft 8 stemmen en een aangehangen pedaal.
De doopsgezinde gemeente in deze streek is wel zo’n 450 jaar oud. In 1600 kreeg de gemeente haar eerste ‘vermaning’ en wel in Kromwâl. Honderd jaar later was sprake van een bloeiende gemeente met leden verspreid over wel 26 dorpen en gehuchten. Rond 1800 belandt de Doopsgezinde gemeente echter in de problemen: er is lange tijd geen predikant, het ledental loopt terug en daarmee ook de financiële situatie. De oude kerk van Kromwâl werd in de 19e eeuw zo bouwvallig, dat die moest worden afgebroken en vervangen. In 1864 kwam een nieuw kerkgebouw in het over land beter bereikbare Itens gereed. Het is deze kerk die wij gaan bezoeken. Per 1 januari 1998 zijn de Doopsgezinde gemeenten van Baard en Itens gefuseerd tot de Doopsgezinde gemeente Baard-Itens. De Doopsgezinde kerk van Baard wordt sindsdien niet meer gebruikt. De nieuwgevormde gemeente vormt een combinatie met die in Franeker, Pingjum en Witmarsum.
Er staat een éénklaviers orgel uit 1900 met zeven stemmen en een aangehangen pedaal in de Doopsgezinde kerk van Itens. Het werd gebouwd door de orgelbouwers Bakker & Timmenga. Er is plaats gereserveerd voor een Klarinet 8’.
In het schilderachtige Lytsewierrum (Lutkewierum) bezoeken we de oorspronkelijk aan Sint-Gertrudis gewijde hervormde kerk. De bouw van de laatgotische kerk werd in 1557 voltooid. De romano-gotische toren dateert mogelijk uit de 15e eeuw, maar is in 1722 deels beklampt. In en rond de kerk lijkt de tijd te hebben stilgestaan. In de kerk bevinden zich diverse grafzerken uit de 16e tot en met de 18e eeuw; uit de 18e eeuw een preekstoel, doophek en twee herenbanken. Het kerkinterieur wordt gedekt door een houten tongewelf met een beschildering uit 1928. Ook de olielampen die de kerk nog rijk is, vallen op. De Friese dichter Douwe A. Tamminga, die uit deze streek afkomstig was, schreef het gedicht ‘Palmpasen in Lutkewierum’, zoals het in het Nederlands heet. Het eerste vers luidt:
Hoe roerloos stil, als een lam gedwee
ligt het dorp in greiden zonder vee
op de plek die de wegwijzer eist
en de kaart van de streek aanwijst.
Maar de huizen, hoeven en zaten,
lijken wel van allen verlaten.
Treffender kan de stilte en de rust van het nietige Lytsewierrum, zoals het tegenwoordig officieel heet en dat voor het eerst in 1370 genoemd wordt als Lettinghe, niet in woorden worden gevangen.
Het orgel is in 1870 door Van Dam gebouwd en in 1982 door Bakker & Timmenga gerestaureerd. Het orgel heeft 15 stemmen verdeeld over twee klavieren. Het pedaal is aangehangen. Net als in het orgel van de doopsgezinde kerk te Itens is in het orgel van Lytsewierrum plaats gereserveerd voor een Klarinet 8’.
Na de lunchpauze in Easterein (Oosterend) bezoeken we de hervormde kerk van Wommels. Wommels is de hoofdplaats van de gemeente Littenseradiel en is in de sportwereld bekend van de Freulepartij, een kaatswedstrijd voor jongens tot en met 16 jaar. De hervormde kerk in dit grote terpdorp met zo’n 2200 inwoners dateert van het eerste decennium in de 16e eeuw. Tot de inventaris van de kerk behoren twee gebeeldhouwde zerken, een epitaaf (1638), een gesneden preekstoel (1661), drie zeventiende-eeuwse overhuifde herenbanken en vijf rouwborden uit de 18e eeuw.
De kerk heeft een Radersma-orgel uit 1847. Het orgel van deze Friese orgelmaker uit Wieuwerd heeft 15 stemmen verdeeld over twee klavieren. Het pedaal is aangehangen. De Dulciaan 8’ van het bovenwerk is het enig bewaard gebleven tongwerk van twee generaties orgelmakers Radersma.
Ook Oosterend – of officieel Easterein – waar we tot slot van de najaarsexcursie naar toe gaan, is een groot dorp. De hervormde Martinikerk heeft net als de kerken in Lytsewierrum en Wommels in kunsthistorisch opzicht veel belangwekkends te bieden. De kerk stamt waarschijnlijk uit de 14e eeuw met mogelijk oudere muurdelen. De toren werd vermoedelijk in 1688 gebouwd, nadat de vorige toren in 1672 door blikseminslag onherstelbaar was vernield. In de negentiende eeuw, waarschijnlijk in 1862, zijn kerk en toren ommetseld.
Het opvallendste en belangrijkste interieuronderdeel van de Martinikerk in Easterein is het uit 1554 daterende (d)oksaal, dat het koor scheidt van het schip van de kerk. Het werd hoogstwaarschijnlijk ontworpen door de uit België afkomstige Hein Hagart. Het als natuursteen beschilderde maar in eikenhout uitgevoerde oksaal is drie rondboogopeningen breed en bestaat uit twee verdiepingen, elk van drie traveeën. Korintische zuilen dragen de overdekte galerij of zangerstribune. Deze eveneens met drie rondbogen uitgevoerde galerij heeft een balustrade en kolommen met bewerkte panelen. De onderbouw wordt gedekt door houten stergewelven, de galerij door kleine netgewelven. Het geheel wordt afgedekt door een zware kroonlijst. De decoratie bestaat uit bijbelteksten, bijbelse scènes, kariatiden, Persen of Atlanten en ornamenten. Van de kerkinventaris is voorts vermeldenswaard een grafzerk (eveneens door Hagart vervaardigd), de witte 19e-eeuwse preekstoel en vier overhuifde herenbanken.
Niet alleen door het schitterende (d)oksaal, ook door het machtige Hardorfforgel uit 1869/70 vormt Easterein de climax van de najaarsexcursie. Het orgel heeft 25 stemmen verdeeld over twee manualen en een pedaal en behoort daarmee tot de grootste dorpsorgels in Friesland.
Wie de excursie meemaakt, zal beamen dat het de moeite waard is deze streek van Friesland op eigen gelegenheid nog eens te bezoeken. De liefhebber van kerken en orgels, die dit leest maar nog niet eerder deze regio heeft bezocht, raden we aan dat op afzienbare termijn te doen. En wie nog niet eerder met onze orgelexcursies mee geweest is, kunnen we van harte aanbevelen zich een volgende keer als deelnemer aan te melden.