Dit jaar wordt het orgel in de hervormde kerk van Ferwert met een viertal registers uitgebreid. Voor enkele orgelliefhebbers ter plaatse is dat aanleiding geweest dit winterseizoen een serie van vijf orgelconcerten te starten. Als het even kan, willen zij hun initiatief voortzetten. Ferwert is bovendien één van de plaatsen die in de voorjaarsexcursie van de Stichting Organum Frisicum is opgenomen.
Reden genoeg voor een interview met de organist van de hervormde kerk aldaar, Harke Iedema. Harke Iedema (Anjum, 1940) behaalde in 1959 het Praktijkdiploma Kerkelijk Orgelspel. Later zette hij zijn studie voort aan het toenmalige conservatorium te Leeuwarden, dat in die tijd nog Muziekpedagogische Academie heette. In 1972 rondde hij zijn studie te Leeuwarden af met de Akte Muziekonderwijs B. Zijn hoofdvakdocent was de Leeuwarder orga nist Piet Post. In de periode rond zijn afstuderen schreef hij de bekend geworden orgelmethode 'De Jonge Organist'. In 1978 werd Harke Iedema directeur van de Streekmuziekschool voor Noord-Oost Friesland in Dokkum. Tijdens zijn directeurschap kende deze muziekschool een periode van ongekende bloei: de school telde gemiddeld 1600 leerlingen. Bij muziekuitgeverij J.C. Willemsen verschenen 5 bundeltjes orgelmuziek van zijn hand met in totaal zo'n 20 bewerkingen van gezangen uit het 'Liedboek voor de Kerken'. Momenteel werkt hij mee aan de serie 'Orgelklanken' van dezelfde uitgeverij, waarvoor hij een drietal koraalbewerkingen schreef. Harke Iedema geniet ook bekendheid als lokaal historicus van zijn geboorteplaats Anjum. In 1976 verscheen zijn dorpskroniek 'Van Anigheim tot Anjum' en in de periode 1990 - 1998 publiceerde hij jubileumboeken over '125 jaar Christelijk Onderwijs in Anjum', over het 90-jarige Christelijk Fanfarekorps 'Halleluja' uit Anjum en over de 50-jarige Voetbalvereniging Anjum. In die periode schreef hij ook nog de historische jeugdroman 'Willem Taeckes uit Anjum'. Het dorp Anjum zoals het vroeger was heeft hij ook in pen- en potloodtekeningen vastgelegd. We zochten Harke Iedema op in zijn woonplaats Dokkum.
Hoe lang speel jij al kerkorgel?
Eigenlijk al zo lang als ik me kan herinneren. Mijn vader was koster van de gereformeerde kerk in Anjum, dus het kerkorgel heb ik met de paplepel ingegoten gekregen, zou je kunnen zeggen. Van jongs af aan was ik gefascineerd door het kerkorgel en de orgelmuziek. Officieel speel ik ruim 47 jaar kerkorgel. 'k Was 13 toen ik voor het eerst de samenzang in de gereformeerde kerk van Anjum begeleidde. Dit onder de hoede van de toenmalige organiste Hieke Holwerda. Twee jaar later (in 1955) volgde een vaste benoeming. Na ruim 13 jaar elke zondag twee kerkdiensten te hebben gespeeld, meende ik in 1968 hiervoor te moeten bedanken. Voornaamste redenen hiervoor waren: de afstand (sinds 1953 woonachtig in Dokkum), kleine kinderen, drukke baan etc. en ....... gewoon eventjes geen zin meer.
Dat 'geen zin meer' heeft vast niet zo lang geduurd!
Nee, inderdaad niet. Na enkele maanden begon het alweer te kriebelen. Zondags niet meer spelen, was ook maar niks. Al spoedig volgde een benoeming aan de gereformeerde kerk te Dokkum. Mijn voorwaarde om vaste organist te worden van maar één van de drie gereformeerde kerken (in die tijd kende men nog een roulatiesysteem) werd ingewilligd. Zaterdagavond vóór mijn eerste kerkdienst kreeg ik te horen dat één en ander toch niet door kon gaan: de andere organisten waren het er niet mee eens.
Betekende dat 'einde verhaal Dokkum'?
Nee, geen einde verhaal Dokkum, wél einde verhaal gereformeerde kerk in Dokkum. Maar al spoedig stond een kerkenraadslid van de remonstrantse gemeente op de stoep. Voordeel: één dienst per twee weken. Ik dacht dat het éénklaviers orgel in de remonstrantse kerk een nadeel zou zijn, maar ik heb hier met veel genoegen gespeeld. Zo'n twee jaar lang. Toen kwam Ferwert om de hoek kijken.
Hoe kwam je in Ferwert terecht?
Hoewel het meer dan 30 geleden is, herinner ik me dat nog als de dag van gisteren. In juni 1970 moest ik examen A aan de Muziekpedagogische Academie (MPA) te Leeuwarden doen. Enkele weken tevoren kwam ik op de wekelijkse orgelles bij Piet Post. Vooraf hadden we altijd even een babbeltje. Deze keer duurde dat babbeltje niet zo lang, want al na enkele minuten zei Piet Post: 'De organist van Ferwert, Fokke Riemersma, stopt ermee en nu zoeken de kerkvoogden per 1 juli een nieuwe organist. Ik ben benaderd voor een geschikte kandidaat. 't Is een groot drieklaviers orgel, net iets voor jou. Wat zeg je ervan?'
Ik reageerde natuurlijk enthousiast, hoewel ik het Ferwerter orgel helemaal niet kende. Ik heb mijn orgeldocent die avond een uurtje vrijaf gegeven en ben meteen terug naar Dokkum gereden. Eenmaal thuis had ik snel de toenmalige presidentkerkvoogd, Gerrit Jellema, aan de lijn. 't Was net of hij mijn telefoontje al verwachtte. Om een lang verhaal kort te maken: de volgende avond mocht ik in Ferwert komen voorspelen.
Voor wie en wat speelde je?
Die volgende avond zat ik met knikkende knieën achter de klavieren (net een grote cockpit) van het Ferwerter orgel. De commissie die mij kwam beluisteren en over mijn benoeming ging, bestond uit de eerdergenoemde presidentkerkvoogd en uit Fokke Riemersma, schoolhoofd en tot dan toe organist. Wat ik spelen moest? Uit mijn examenprogramma werd de bekende Passacaglia van Johann Sebastian Bach gekozen. Na het slotakkoord hadden de commissieleden het eigenlijk wel gehoord. Niettemin heb ik daarna nog twee psalmen gespeeld, te weten psalm 75 en psalm 6.
Een half uurtje later zaten we met z'n drieën in de keukenkamer van de familie Jellema aan de koffie. 'Ik vertrouw het orgel wel aan hem toe', hoor ik meester Riemersma nog tegen de presidentkerkvoogd zeggen. Later, veel later, besef je pas wat deze woorden eigenlijk inhielden. Hoe we ook over het instrument dachten, het Ferwerter orgel was 'het levenswerk' van meester Riemersma. Met pijn in zijn hart moet hij na 35 jaar organistschap afscheid genomen hebben van 'zijn' orgel. Niet veel later is de heer Riemersma in Leeuwarden overleden en begraven op het Ferwerter kerkhof.
Hoe trof je het orgel aan?
Al die eerste avond ging de gedachte door me heen: 'Dit orgel is geen lang leven meer beschoren'. De elektrische speeltafel stond als een reusachtige knoppen- en wippertafel bij het orgel opgesteld. Een aantal wippers weigerde hardnekkig dienst. Het elektrisch-pneumatische systeem werkte traag en slecht. Er waren storingen aan de lopende band. Wanneer je een vaste combinatie inschakelde was het net of in de verte een stel soldaten met mitrailleurs aan het oefenen was. Kortom: een wanproduct.
Al in 1962 schreef dr. ir. W.H.C. Knapp in het maandblad Het Orgel over het Ferwerter orgel: 'Indien dit prachtige instrument in oorspronkelijke staat zou moeten worden teruggebracht, zal dit zulke kapitalen kosten, dat niet aan te nemen is, dat het in de naaste toekomst zal geschieden'.
Maar het liep anders
Zeker. Met diverse acties was inmiddels al een flink kapitaaltje vergaard. Daar kwam nog bij dat de kerkelijke gemeente een stukje grond verkocht aan de burgerlijke gemeente ten behoeve van een nieuwe sporthal. Dat tikte lekker aan, want het economisch tij om grond te verkopen was gunstig.
Eind jaren zeventig werd de knoop om te restaureren definitief doorgehakt. Orgelbouwer Verschueren uit Heythuisen werd uitverkoren de klus te klaren.
De acties ten bate van het orgelfonds werden opgevoerd: bazars, rommelmarkten, oliebollen bakken en uitventen, lucifersdozen met een foto van het orgelfront en de speeltafel verkopen, renteloze obligaties aan de man brengen, een verjaardagsfonds en natuurlijk concerten en nog eens concerten. Elke actie leverde een batig saldo op (ook de concerten dus), want heel het dorp Ferwert stond als één man achter deze restauratie. Werkelijk uniek.
Wanneer werd de restauratie ter hand genomen?
De restauratie werd uitgevoerd in de jaren 1982/1983. De feestelijke ingebruikname vond plaats op 8 december 1983. Op dat moment ontbraken nog de Clairon 4' van het hoofdwerk, de Bazuin 16' van het pedaal en het pijpwerk van het onderpositief.
Daarom gingen de acties in Ferwert met evenveel enthousiasme onverminderd door. Ondanks de onvermijdelijke 'prijsverhogingen' was er in 1989 zoveel gespaard en bijeengebracht dat de Clairon en de Bazuin geplaatst konden worden. In 1993 werd het derde klavier bespeelbaar gemaakt door plaatsing van drie van de zeven ontbrekende stemmen van het onderpositief. En vorig jaar is aan de firma Verschueren de opdracht verstrekt om binnen niet al te lange tijd de vier resterende stemmen te plaatsen. In de loop van dit jaar zal dit dus gebeuren.
En daarmee is het orgel compleet?
Inderdaad. Met het plaatsen van de laatste vier stemmen op het onderpositief is het Adema-Verschueren-orgel compleet. Vergeleken met het wanproduct zoals dat in 1939 en 1950 was ontstaan, heeft Ferwert dan nu weer een orgel dat er mag zijn. Orgelbouwer Léon Verschueren heeft een stukje vakwerk afgeleverd. Het instrument heeft een uitstekende windvoorziening, het toucher is prima en de klankopbouw steekt goed in elkaar. Een minpuntje is, dat de kerk, akoestisch gezien, niet optimaal meewerkt. Dat komt door de houten vloeren en een tussenschot tussen schip en koor van de kerk. Deze situatie als gevolg van een 'kerkrestauratie' in 1927 zal waarschijnlijk - althans voorlopig - niet ongedaan worden gemaakt.
Een concertserie de komende jaren?
Ja, dat is wel de bedoeling. De afgelopen jaren zijn er ad hoc wel heel wat orgelbespelingen geweest, maar vorig jaar is een commissie in het leven geroepen die één en ander wat structureler gaat organiseren. Daarbij wordt gedacht aan zo'n vijf tot zes concerten in de periode oktober tot en met maart. Het afgelopen winterseizoen werden Everhard Zwart, Theo Jellema, Piet Wiersma, Sietze de Vries en Martin Mans gecontracteerd. Zoals je ziet, organisten van diverse pluimage. We hopen natuurlijk in de toekomst nog lang met orgelconcerten door te kunnen gaan. Het nieuwe, complete Verschueren-Ademaorgel in de hervormde kerk van Ferwert is dat meer dan waard.