Hardorff-orgel in Baaium: ‘Ernstig versleten, maar nu gered’
Friesch Dagblad 03 februari 2023
Lodewijk Born
INSTRUMENT IS VOLLEDIG GERESTAUREERD
BAAIUM In Baaium wordt vrijdag het gerestaureerde Hardorff-orgel opnieuw in gebruik
genomen. Het instrument is volledig gerestaureerd, mede met giften van Stichting
Alde Fryske Tsjerken.
De kerk in Baaium is vrijdagmiddag tot de laatste stoel bezet. Omdat er voor betrokkenen
echt wat te vieren valt. "Het orgel was ernstig versleten en ernstig lek", zo vat Theo
Jellema de staat samen waarin hij het Hardorff-orgel bij inspectie destijds aantrof.
Jellema heeft de hele restauratie begeleid als adviseur. Orgelmakerij Bakker &
Timmenga in Leeuwarden voerde deze uit.
De orgelrestauratie zat er al ruim tien jaar aan te komen. "De precieze planvorming
dateert van ongeveer vijf jaar geleden", vertelt Jellema. Er moest een instrument
gered worden dat al vele jaren niet meer te bespelen was.
De kerk in Baaium is vrijdagmiddag tot de laatste stoel bezet. Omdat er voor
betrokkenen echt wat te vieren valt. 'Het orgel was ernstig versleten en ernstig lek",
zo vat Theo Jellema de staat samen waarin hij het Hardorff-orgel bij inspectie destijds
aantrof. Jellema heeft de hele restauratie begeleid als adviseur. Orgelmakerij Bakker
& Timmenga in Leeuwarden voerde deze uit.
Bouwjaar 1878
Het instrument is uit het jaar 1878. "Het is sindsdien weinig veranderd. Bakker &
Timmenga en Vaas & Bron hebben er in het verleden aan gewerkt. Hun werkzaamheden
leidden niet tot fundamentele wijzigingen." Wel kreeg het orgel enkele malen een andere
kleur. "De huidige kleur benadert nu weer de oorspronkelijke."
Het Hardorff-orgel kwam in de nieuwe kerk van Baaium, nadat het oude kerkgebouw in 1876
is afgebroken. In die kerk bevond zich ook al een instrument (bouwjaar 1860) van Willem
Hardorff (1815-1899) uit Leeuwarden. Dat werd 'herbestemd' in kerken elders. Eerst in
Hallum (1877), toen Burgum (1928) en daarna Achterberg (1958). Daar wordt het nu nog
altijd bespeeld in de plaatselijke Gereformeerde Bondsgemeente. In 2015 is dit instrument
gerestaureerd.
Baaium en Hardorff
"We weten niet hoe het contact tussen Hardorff en Baaium tot stand kwam, maar Hardorff
was een orgelmaker die meetelde. Twee van de grootste Friese dorpsorgels, in Easterein en
Menaam, zijn door hem gebouwd", vertelt Jellema. Je kunt hem in grote lijnen wel met
orgelbouwer Van Dam vergelijken, meent hij. "In details verschillen ze. Soms lijkt de een
moderner, soms de ander. Soms liet Hardorff zijn pijpen door een ander bedrijf maken."
De dorpskerk van Baaium is op 20 juni 2014 overgenomen door Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Die kregen daarmee een kerkgebouw in bezit dat helemaal gerestaureerd was, in drie fases:
het exterieur in 1998/1999, de toren in 2004/2005 en het interieur in 2011/2012. De kerk
is na 27 jaar leegstand op 29 juni 2012 weer in gebruik genomen.
Bijna een jaar werk
De leegstand en al het restauratiewerk hadden de staat van het orgel geen goed gedaan.
Daarom was er de grote wens in het dorp en bij de stichting om ook het Hardorff-orgel te
restaureren. Alles wat kapot was, is nu gemaakt, zegt Jellema.
"Wat versleten was, is vervangen. Elke pijp is goed nagelopen en heeft de optimale klank
gekregen."
Bakker & Timmenga heeft er van maart 2022 tot januari 2023 aan gewerkt. Zo zijn
bijvoorbeeld de magazijnbalg en de twee scheppers opnieuw beleerd. Het instrument kreeg
een nieuwe ventilator met dempkist. Ook de windladen van het hoofdwerk en bovenwerk zijn
gerestaureerd. "Het orgel is tot in de kern gerestaureerd. We hebben wel eens grotere
klussen gedaan, maar dit was een opdracht waar echt álles moest gebeuren. Het staat er
de komende dertig, veertig jaar probleemloos bij", vertelt directeur Bert Yedema.
De totale kosten van de restauratie bedroegen 140.000 euro. Ruim 750 donateurs van
Stichting Alde Fryske Tsjerken droegen daar 26.500 euro aan bij, na een oproep in juni
vorig jaar.
"Rijk en provincie subsidiëren orgelrestauraties nog steeds. Fondsen zijn ook nog
genereus, maar daarnaast kunnen particulieren niet worden gemist", meent Jellema. Hij
verwacht gemiddeld nog "drie tot vijf" orgelrestauraties per jaar in Fryslân.
De feestelijke ingebruikname is vrijdagmiddag vanaf 15.00 uur. Onder meer met bijdragen
van Theo Jellema, Bert Yedema en aansluitend een Bach-concert van Simon Bouma (orgel) en
Judith Oost (cello).
Het nieuwe Adema-orgel, ‘een prachtig werk’
Friesch Dagblad 29 oktober 2022
Lodewijk Born
Behalve dat het een groot en krachtig instrument is, is het ook wat registers betreft bijzonder
De Sint-Bonifatiuskerk aan de Voorstreek in Leeuwarden – naar
een ontwerp van bouwmeester Pierre Cuypers – beschikte over een
orgel dat de Leeuwarder firma Adema in 1899 bouwde, en dat in de
oorlogsjaren ingrijpend werd aangepast door de firma Verschueren.
Decennialang bevond het zich in een slechte staat.
Op zondag 11 september werd het geheel vernieuwde Adema-orgel
tijdens een plechtige hoogmis in gebruik genomen. Bisschop Ron van
den Hout van het bisdom Groningen-Leeuwarden wijdde het instrument
in door het te bewieroken, zoals dat in katholieke kring
gebruikelijk is. Festiviteiten die in dat weekend wel enigszins
overschaduwd werden door de vondst van een overleden man op het
dak van de Leeuwarder katholieke kerk.
Groot en krachtig instrument
Dat er gelijktijdig met de inwijding van het orgel een boek verscheen,
onderstreept de importantie van de uitbreiding en restauratie van het
Adema/Verschueren-orgel.
Op 8 oktober hield de Koninklijke Vereniging
van Organisten en Kerkmusici (KVOK) dan ook al snel een studiedag
rondom het orgel, in
de Bonifatiuskerk. Na een introductie door Peter van der Zwaag werd
het instrument door verschillende organisten bespeeld. "Een mooie
manier om dit relatief nieuwe orgel onder de aandacht te brengen",
aldus Siegfried Derks, organist van de Sint-Bonifatiuskerk en nauw
betrokken bij het hele restauratieproject.
Muzikale hoofdrol
Wat hem opviel: iedereen merkt meteen dat dit instrument anders is
dan anders. "Behalve dat het een groot en krachtig instrument is, is
het ook wat registers betreft bijzonder. Het heeft bijvoorbeeld negen
Frans klinkende tongwerken - trompetten en dergelijke - en de daarbij
passende speelhulpen, die vooral passen bij het zogenaamde Frans
romantisch repertoire", legt Derks uit. "Speel hier geen Bach of
Buxtehude, maar Franck en Vierne."
Het is een instrument "waar we jaren van gedroomd hebben", en dat
eindelijk de moeilijke, grote ruimte van de Sint-Bonifatiuskerk kan
vullen. "We moeten toegeven, het resultaat overstemt alle verwachtingen."
De Leeuwarder Bonifatiuskerk wordt niet alleen voor de liturgie
gebruikt - voor missen en andere vieringen - die er wekelijks worden
gehouden, zo schrijft pastoor Bert van der Wal in het begeleidende
boek Een prachtig werk. Ook tijdens concerten kan het nieuwe instrument
'een muzikale hoofdrol spelen', misschien in combinatie met
verrassende andere instrumenten.
Het orgel is zeker in roomskatholieke kerken eigenlijk altijd een
dienstbaar instrument geweest, schrijft Victor Timmer, orgel(bouw)
historisch onderzoeker. Hij beschrijft de orgels en het orgelgebruik in
de diverse Leeuwarder staties (zes) en parochies van 1742 tot 1942.
In dat eerste jaar – 1742 – is voor het eerst sprake van een orgel, aan
de Nieuwestad. ‘In dat jaar werden – op last van de schout – preekstoel,
tabernakel en het op dat moment aanwezige orgel tijdelijk verwijderd.
Hoe lang dit orgel daar stond, is onbekend, maar het zal in elk
geval een bescheiden instrument zijn geweest gezien de beschikbare
ruimte’, schrijft Timmer. Toen het instrument in augustus 1752 werd
verkocht wegens de aanschaf van een ander orgel bracht het 'oude bij
verkoop nog het schamele bedrag van 25 gulden op'.
Daarna kwam er een huisorgel (1752) dat in bezit was van de Groninger
advocaat en landjonker Michiel van Bolhuis (1713-1764), en dat in 1805
weer van de hand werd gedaan. Toen brak er een orgelloze periode aan
tot 1835. 'Mogelijk werd het aanwezige zangkoor in die periode begeleid
door een of meer instrumentalisten, zoals ook elders in de provincie
voor kwam in kerkjes waar geen orgel stond.'
Brief van pastoor Aukes
Na een contract met de plaatselijke orgelmakers Luitjen Jacob en Jacob
van Dam in 1834 krijgt de statie aan de toenmalige Vleeschmarkt weer
een instrument. Nadat de nieuwe Sint Bonifatiuskerk in 1884 aan de
Voorstreek gereed is, wordt het orgel daarnaartoe overgeplaatst,
maar pastoor Aukes schrijft in 1898 aan de aartsbisschop van Utrecht:
'Het orgel in onze kerk vereischt dringende reparatie en mag werkelijk
onvoldoende voor onze kerk genoemd worden. Een paar registers zijn
versleten evenals de geheele mechaniek.'
Gevraagd wordt aan de gebroeders Adema om een plan voor een nieuw
orgel te maken. Omdat Sybrandus Adema dan al organist is in de
Bonifatiuskerk zijn de lijntjes kort. Het tweeklaviers instrument
wordt op 17 september 1899 in gebruik genomen. Prijs van het
orgel: 2000 gulden.
Invloed uit Duitsland
Nadat orgelmaker en organist Adema zijn werkzaamheden in 1939 om
gezondheidsredenen moet neerleggen – en in januari 1941 overlijdt
– is er niemand die de belangen van 'zijn' orgel meer verdedigt zoals
hij zelf had gedaan, zo schetst orgeladviseur Ton van Eck in zijn
bijdrage aan het boek.
Door de opkomst van een nieuwe Orgelbewegung vanuit Duitsland
wordt het orgel vernieuwd door Léon Verschueren 1942. Een van de
belangrijkste wijzigingen is dat de speeltafel elektro-pneumatisch
wordt en ook diverse registers worden aangepast. 'Ook al delen we al
enkele decennia niet meer de visie waarmee de ombouw van het
Adema-orgel in 1942 heeft plaatsgevonden, dit neemt niet weg dat deze
met goede intenties van de orgelbouwer en vanuit een voor die tijd
integere opvatting, gewetensvol is geschied', zo neemt Van Eck het
anno 2022 voor Verschueren op.
Rehabilitatie
Maar toch komt er dus een 'rehabilitatie' van het Adema-orgel. Al in
1981 schrijft de Leeuwarder Courant dat het orgel in de kerk aan de
Voorstreek zich in een 'kommervolle toestand' bevindt. 'Ofschoon er
nog wel iedere zondag op wordt gespeeld door organist Jacques Bos,
is een optimaal gebruik niet meer mogelijk. Het windwerk van het
orgel (de blaasbalg) is poreus, terwijl enige registers helemaal
buiten werking zijn. Het orgel zou eigenlijk totaal schoongemaakt
en gerestaureerd moeten worden.'
Geld is het grote probleem. Er is zelfs het idee om een ander orgel
in de Bonifatiuskerk te plaatsen, waarbij ook het Van Dam-orgel uit
de voormalige Westerkerk (later Theater Romein) nadrukkelijk in
beeld is. Dat kan echter niet ingepast worden in de architectuur
van het kerkgebouw. In 1999 is men weer 'terug bij af'.
Het is het jaar 2000 wanneer er een nieuwe parochiële werkgroep
samengesteld wordt onder voorzitterschap van Titus Hoogslag.
Achteraf gezien heeft die commissie het hele project vlot getrokken.
Ze vraagt verschillende orgelmakers om hun visie. Daaronder ook
Adema's Kerkorgelbouw uit Hillegom, dat geleid wordt door directeur
Ronald van Baekel. Hij levert een ambitieus plan in dat in de loop
van de jaren vele keren wordt bijgesteld, maar in 2017 wordt Adema
dan de opdracht gegund.
Een 'nieuw' orgel
Van Baekel komt in het boek zelf ook aan het woord. Feitelijk is
er een 'nieuw' orgel in een bestaand instrument gebouwd. 'In onze
eigen huisstijl, waarbij het pijpwerk uit 1899 hergebruikt zou
worden.' Een orgel dat hoog op de tribune gesitueerd is en veertig
stemmen kreeg – en daarmee nu een van de grootste orgels in
Fryslân is.
Ook van orgels in Ferwert en Haarlem werden materialen gebruikt,
waaronder een zogenaamde Barkermachine (een inrichting met
pneumatische hefbomen, LB). Daarom is het instrument nu ook veel
beter te horen in de héle kerk. Met name het Franse orgelrepertoire
(van bijvoorbeeld César Franck of Charles-Marie Widor) komt nu op
dit orgel goed tot zijn recht, zo meent ook Van Baekel.
De klankkleur is romantisch. Van Baekel en intoneur Bertjan van der
Weerd waren lang bezig om het orgel juist te stemmen. 'Wat je nu
beluistert, is het resultaat van een maandenlange klus, die
geklaard is onder extreme omstandigheden van koude, warmte, stress
en teleurstellingen, maar die uiteindelijk tot heel grote
tevredenheid stemt.' Het hele project kostte zo’n 300.000 euro en
werd gefinancierd door middel van fondsen en giften.
Zwaluwnest-orgel
Lezenswaardig zijn ook de geschiedkundige verhalen over de plannen
die Pierre Cuypers zelf ooit nog had voor de Sint-Bonifatiuskerk.
Hij wilde zelf een zogenaamd Zwaluwnest-orgel. 'Daarmee grijpt
Cuypers terug op de zogenaamde zwaluwnestorgels uit de late
middeleeuwen, die hangend aan de wand van presbyterium,
dwarsschip of middenschip waren aangebracht', zo vertelt kerk- en
kunsthistoricus Sible de Blaauw.
Onder meer in de Nôtre Dame in Straatsburg is daar nog een
voorbeeld van te zien. Het kwam er in Leeuwarden niet van, maar
Cuypers' zoon Joseph (1861-1949) voerde het concept uit in de
eerste kerk die hij bouwde: de St. Urbanuskerk in Nes aan de Amstel.
Ton van Eck beschrijft ook nog het ándere orgel dat in de Leeuwarder
kerk te zien en te horen is. Het Cavaillé-Coll koororgel (1886),
dat sinds 1984 in de Bonifatiuskerk staat. Het is Nederlands
kleinste orgel van de beroemde Franse orgelbouwer Aristide
Cavaillé-Coll (1811-1899). 'De meest vooraanstaande en invloedrijkste
orgelbouwer van de negentiende eeuw' bouwde bijna 600 orgels. Na
vele omzwervingen kwam het terecht in Leeuwarden – en het
overleefde zelfs de beschadigingen door brand. 'Een wonder', meent
Van Eck.
Het boek Een prachtig werk laat zien dat de geschiedenis
van orgels en orgelbouw nooit stilstaat. En dat door vereende
krachten er uiteindelijk ook een wonderlijk mooi Adema-orgel is
toegevoegd aan het rijke spectrum in Fryslân. Wie het Adema-orgel
zelf eens wil bespelen, kan daarvoor terecht op de site
www.ademaorgelleeuwarden.nl.
Leichel-orgel in Arum, een uniek instrument is gerestaureerd
Friesch Dagblad 16 juni 2022
Lodewijk Born
Zondag officiële overdracht aan gemeente
ARUM | Het orgel van de Lambertuskerk in Arum wordt zondagmiddag (19 juni - webm.), na een grondige
restauratie, weer overgedragen aan de kerkelijke gemeente. Omdat het slechts een
van de vier Leichel-orgels is in Fryslân, is het een belangrijke restauratie.
De orgelrestauratie is in oktober 2021 al afgerond, maar door coronamaatregelen
was er nog geen mogelijkheid om de overdracht gezamenlijk te vieren.
"Het orgel van de Lambertuskerk is een vrij uniek instrument", aldus Theo Jellema
die de orgelrestauratie begeleidde. Het is namelijk een instrument van de Duitse
orgelbouwer Friedrich Leichel (1824-1890), die zijn bedrijf aanvankelijk in
Düsseldorf had, maar tijdens de werkzaamheden in Arum naar Lochem verhuisde.
"Vier orgels bouwde hij in Fryslân om precies te zijn: in Arum, Pingjum,
Augustinusga en Kootstertille. Van die vier orgels is dat van Arum verreweg het
grootste. Een kleiner 'zusje' staat in de kerk van Pingjum, maar dit instrument
is momenteel onbespeelbaar."
Tamelijk jong orgel
Het Leichel-orgel in Arum dateert uit het jaar 1885, en is dus tamelijk jong. Bij
een brand in 1836 ging in de kerk een tweeklaviers-orgel verloren, waarvan het
hoofdwerk gemaakt was door Tobias en Coenraad Baden. Een deel van het pijpwerk
werd gered. Orgelbouwer Dirk Ypma plaatste daarin – met gebruikmaking van het
geredde pijpwerk – een nieuw orgel. Het was gereed in 1840.
Over de kwaliteit daarvan was de gemeente echter niet te spreken. En daarom kreeg
Leichel de opdracht om een nieuw orgel te bouwen. Een orgel met twee klavieren en
vrij pedaal en 22 registers (stemmen). "Leichel handhaafde wel de kas van het
Ypma-orgel, maar voegde er nieuw snijwerk en ornamentiek aan toe." Het oude orgel
van Arum ging naar Leens (Gr).
In 1940 vond een restauratie plaats door de firma H. Spanjaard, uit Amsterdam.
Daarna was er eigenlijk alleen onderhoud aan het instrument. De toestand van het
orgel is erna steeds verder achteruitgegaan.
Kerkrestauratie
Begin deze eeuw is de Lambertuskerk uitvoerig gerestaureerd en sindsdien wordt het
Leichel-orgel met het nodige kunst- en vliegwerk 'in de lucht gehouden'. Als de
kerk in maart 2008 weer in gebruik wordt genomen, gebeurt dat zonder orgel. Het
Leichel-orgel heeft het begeven. Het orgel stond er slecht voor. "Van de bijzonder
gecompliceerde mechaniek was alles ernstig ontregeld geraakt. Er was ook kalk in
het orgel gevallen."
"Eigenlijk was er te lang mee gewacht. In de jaren negentig was al duidelijk dat
een restauratie noodzakelijk was, maar dan moet er nog een adviesrapport worden
opgesteld, geld bijeengebracht worden, en dan ben je zo jaren verder", legt
Jellema uit.
250.000 euro
Er wordt als het orgel zwijgt, wel doorgepakt door het college van kerkrentmeesters
van de Protestantse Gemeente Kimswerd-Arum. Die laten Jellema een rapport opstellen,
in 2009, wat er nodig is om het instrument weer zijn oude allure te laten krijgen.
De dan berekende kosten: 250.000 euro. Onder meer met subsidies wordt hiervoor geld
bijeengebracht. De helft moet uit de kas van de kerkelijke gemeente en van fondsen
komen.
In oktober 2019 begint de restauratie, die uitgevoerd wordt door Orgelmakerij Bakker
& Timmenga uit Leeuwarden.
Klankkleur
De uitdaging bij de restauratie was om de mechaniek zo te restaureren en af te
stellen dat het orgel weer goed functioneert, aldus Jellema. "De dispositie van
1885, die in 1940 gewijzigd was, is bijna geheel hersteld; alleen de Koraalbas 4’,
die Spanjaard op het pedaal aanbracht, is gebleven."
Het instrument klinkt nu al weer geruime tijd in de eredienst op zondag, tot
tevredenheid van de gemeente maar ook van de organisten die het instrument
bespelen. Als Jellema nu de klankkleur van het instrument zou moeten omschrijven,
typeert hij die als "Duits-romantisch."
Zondagmiddag wordt de restauratie afgerond. Dan zal Jellema de restauratie toelichten
en ook zal te horen zijn wat de mogelijkheden zijn van het orgel in een aantal korte
bespelingen. Daarnaast vertelt Bert Yedema, directeur van Bakker & Timmenga, over
hoe voor hen de restauratieklus was. Daarna wordt het orgel overgedragen aan de
protestantse gemeente. De bijeenkomst begint om 15.45 uur.
Overdracht orgel Kollumerzwaag vrijdag 26 november
11 november 2021
Auke de Boer
Het orgel in de Grote Kerk (voormalige Ger. Kerk) in Kollumerzwaag is sinds begin
januari eruit geweest vanwege groot onderhoud. Bij het Mense Ruiter orgel uit 1980
was dit na veertig jaar dienst ook wel nodig.
Bij de bouw van dit orgel met een hoofdwerk, rugpositief en een zelfstandig pedaal
met onder meer een Trompet en Bazuin zijn ook goede delen uit het vorige orgel
opgenomen. Unicum aan het orgel is ook dat het een derde klavier als koppelklavier
heeft. Het instrument , met een barokfront, wordt naast de kerkdiensten ook
intensief voor orgellessen gebruikt. Het instrument is weer technisch geheel
nagezien, de klavieren zijn gereviseerd, het pijpwerk is schoongemaakt en de
intonatie, de klank van het orgel geheel gecorrigeerd. Dit laatste was erg nodig.
In de loop der tijd is er een en ander aan het kerkgebouw veranderd en daardoor
de akoestiek van de kerk sterk is veranderd. Zo is het zacht board plafond ooit
vervangen door een houten plafond en heeft de kerk bij de renovatie een
tegelvloer gekregen. En zijn de banken door stoelen vervangen. Hierdoor klonk het
orgel zeer boventoon rijk. Dit is nu bijgewerkt en het orgel klinkt nu als nooit
tevoren.
Dit orgel mag zich in Noord Oost Friesland tot de topinstrumenten rekenen en
klinkt buitengewoon fraai in de gerenoveerde kerk.
Op vrijdagavond 26 november om 19.30 uur zal de overdracht geschieden in een
feestelijke bijeenkomst, waarbij ieder van harte wordt uitgenodigd. De heer Bauke
Hoekstra zal een verslag van de ingrepen aan het orgel geven. Orgelbouwer Sander
Booij zal het orgel in al zijn aspecten laten horen en organist Auke de Boer zal
een causerie houden over het bijzondere orgellandschap van Noard East Fryslân.
Op zaterdag 27 november is er voor de liefhebben gelegenheid om het orgel van
dicht bij te bekijken en bovendien de gelegenheid voor organisten uit de regio om
tussen 10.00 en 16.00 uur er op te spelen. Zo men wil, kan men er ook een tijd
voor reserveren via kerkrentmeesters@kerkinkollumerzwaag.nl.
Op zondagavond 28 november speel organist van de Grote – of Martinuskerk in Dokkum
de heer Auke de Boer om 19.30 uur een orgelvesper. In deze vesper klinkt het
in literatuur werken rond Advent.
(meer info: Auke de Boer 06-40335580)
Wij zien dit als de start van een nieuw hoofdstuk voor parochie
Leeuwarder Courant 20 juli 2021
Maria Del Grosso
In de Zuiderkerk van Sneek klonken zondag (18 juli, webm.) de laatste klanken van het Proper/Reilorgel.
Over een paar maanden schittert het instrument in de oud-katholieke kerk van het Poolse Lódz.
Het is deze maandag een komen en gaan op de trappen van de Zuiderkerk aan de Rienck
Bockemakade in Sneek. Het kerkorgel wordt ontmanteld. Vrijwilligers kunnen de grote
orgelpijpen slechts met één tegelijk naar beneden tillen. De kleinere gaan wat
makkelijker en gaan met meerdere tegelijk. Iedereen heeft plastic handschoenen aan om
maar niets te beschadigen.
De PKN (Protestantse Kerk Nederland) in Sneek zoekt een andere bestemming voor het
witte pand. Diensten werden er al niet meer gehouden in de voormalige gereformeerde
kerk. De leden van de kerk komen nu samen in de Martinikerk. Er waren eerst nog wel
jeugddiensten, vespers en zangdiensten in de Zuiderkerk, maar de laatste tijd werd het
orgel niet meer gebruikt.
Al heel vroeg begreep organist Folkert Binnema (83) dat met het sluiten van de kerk ook
een bestemming gezocht moest worden voor het Proper/Reilorgel. Binnema is sinds 1990 de
vaste organist van het kerkinstrument. "Yn it begjin wienen der op snein noch twa
tsjerketsjinsten", vertelt hij, terwijl hij tussendoor helpt bij vragen.
"Dat is oktaaf 8", wijst hij naar één van de pijpen op de grond.
Zondag raakte hij de toetsen en het pedaal van het orgel voor het laatst aan. Toen gaf
hij een demonstratie van de mogelijkheden aan de nieuwe eigenaar: de oud-katholieke
parochie van Lódz. Vier afgevaardigden van deze Poolse gemeente waren daarbij aanwezig
en blijven de hele week in Sneek om te helpen met de demontage en het inpakken van alle
orgelonderdelen. De afscheidsdienst werd door veel meer mensen gevolgd, vertelt de vrouw
van de pastoor, Agnieszka Zdrosewska. Er was een livestream op Facebook die door zeker
nog eens driehonderd mensen uit Lódz werd gevolgd en wereldwijd door nog honderden anderen.
De oud-katholieke gemeenschap is één grote wereldwijde familie, vertelt Zdrosewska, die
jaarlijks bijeenkomt in Utrecht. Het is dankzij haar dat het Sneker orgel naar de 700.000
inwoners tellende stad Lódz verhuist. Toen zij rond 2007/2008 voor de Rabobank werkte,
leerde ze de zoon van Binnema, Jacob, kennen. Ze hielden altijd contact. Toen het orgel
beschikbaar kwam, tipte Binnema de Poolse kerkgemeenschap.
Er was meer belangstelling, vertelt Binnema senior. Fransen kwamen langs om te kijken of
het instrument in hun kathedraal zou passen en vanuit Luxemburg was er serieuze
belangstelling. De voorkeur van de Sneker PKN ging uit naar een Oostblokland. Daar zijn
ze dolgelukkig met de aanwinst, die ze voor een symbolisch bedrag van 1 euro aanschaften.
Toch zijn er al talloze acties opgezet om de kosten te kunnen dekken. De afbraak en
opbouw gebeuren onder leiding van orgelmakerij Reil uit Heerde en die begeleiding moet
betaald worden, evenals de kosten van het transport.
In Lódz zal het orgel in de avonduren weer opgebouwd moeten worden. Zdrosewska schat
in dat haar kerk daar een maand of drie, vier voor nodig heeft. Dan hopen ze Binnema
uit te nodigen bij de ingebruikname. "Dêr hoopje ik by te wêzen. Ik ha o sa’n nocht
oan reizgjen", meldt de organist.
Hij vertelt dat het orgel in 1890 gebouwd is door orgelbouwer Proper. Het bevatte toen
slechts twee klavieren. "It wie bedoeld as oargel foar de 'kleine luiden'." Het
instrument moest 450 zitplekken kunnen bespelen. Maar dat groeide naar 900. Daarom
werd het orgel in 1950 uitgebreid door Johan Reil. Er kwamen registers bij tot het
instrument er 22 telde. Alle mogelijkheden laten zien, kon zondag niet meer.
"Dizze tsjerke is ekstreem drûch. Dat hat neidielich west foar de meganyk fan it
oargel." Ook speelt lekkage een rol. "By grutte grepen rint der lucht fuort."
De Poolse kerk redde zich tot nu toe met een elektronisch instrument. "Wij zien dit als
de start van een nieuw hoofdstuk voor onze parochie. De kerk kan nu ook opengesteld
worden voor culturele doeleinden en voor concerten", zegt Zdrosewska. Volgens haar moest
het zo zijn. De naam van hun stad betekent boot en toen ze in Sneek arriveerden, zagen
ze alleen maar boten.