Oargelpaad tijdens Tsjerkepaad, Jantine de Reus speelde op twintig orgels
Friesch Dagblad 26 augustus 2023
Jantine de Reus
De orgels in Fryslân bevinden zich bijna zonder uitzondering in uitstekende staat
NIJ BEETS | Stichting Organum Frisicum zet zich in voor de vele prachtige oude orgels
die onze provincie rijk is. Al een aantal jaren werkt de stichting samen met Tsjerkepaad.
Jantine de Reus maakte gebruik van de mogelijkheid om de orgels te bespelen.
Tsjerkepaad is de organisatie die al bijna twintig jaar initieert dat ruim 240 Friese
kerken in de zomermaanden op zaterdagmiddag hun deuren openen om gasten te verwelkomen.
Gastheren en gastvrouwen verwelkomen de bezoeker en vertellen over de historie van de kerk.
Organisten kunnen zich bij Organum Frisicum inschrijven om op deze middagen het orgel in
een kerk te bespelen. De orgels zijn nauwkeurig beschreven op de website: welke registers
er zijn, hoeveel manualen, is het pedaal aangehangen of niet, wie is de bouwer, in welk jaar
is het orgel gebouwd, enzovoorts. De provincie is ingedeeld in regio’s. Per middag zijn er
vier speelblokken van elk een halfuur. Zodoende kan een organist meerdere kerken aandoen
op een middag.
Buitenkans
Het is een buitenkans voor de orgelliefhebber om op deze manier de monumentale orgels te
mogen bespelen. De organisten komen dan ook van heinde en verre naar Fryslân. Want waar
maak je dit nu mee, dat de deuren van de kerk wagenwijd openstaan én dat het orgel zomaar
bespeeld kan worden?
Ik besloot me ook aan te melden en boekte vijf zaterdagmiddagen vol. Elke middag vier kerken
en orgels. Onder meer Hemelum, Woudsend, Noordwolde, Wons, Schraard en Longerhouw stonden op
het lijstje. Opgeteld twintig Friese kerken kon ik zo bezoeken.
In elke kerk ben ik gastvrij ontvangen: ‘Ah, jo binne de oargelist, wolkom!’ Voor en na het
bespelen van het orgel had ik met de gastheer/-vrouw vaak nog even een geanimeerd gesprek.
Over de kerk, over de bezoekers van de middag, over het weer. En over de kerkelijke gemeente
die haar erediensten houdt in deze kerk. Er is veel betrokkenheid, zo merkte ik. Dat is
prachtig om te zien. Een kopje koffie hoort er meestal ook wel even bij, soms werd het zelfs
speciaal voor me gezet.
Al snel vertrok ik naar boven, naar het orgel. Vaak werd het geheel me toevertrouwd, ik ‘zou
er wel verstand van hebben’ en ‘wel uitvinden hoe het orgel aan gaat’. Soms liep er even
iemand met me mee.
In één kerk was de vaste organist aanwezig. Zij legde uitgebreid alles uit over ‘haar’ orgel
en bleef naast me staan toen ik ging spelen. Eerst maar eens zien of er wel goed met het orgel
werd omgegaan… Maar na verloop van wat speeltijd ontstond er vertrouwen en herkenning en we
gingen allerhartelijkst weer uit elkaar.
Gordijntje
Er wordt goed op de orgels gepast, voor sommige hangt een keurig gordijntje, op andere ligt een
houten afdekkap, netjes met een dubbel gevouwen vaatdoekje eronder. Kandelaren links en rechts
van de speeltafel zijn ook niet ongebruikelijk, als verlichting in vroeger tijden.
Soms kwamen er toeristen langs bij het orgel. Er kwam een gezin kijken, moeder en twee dochters
in de basisschoolleeftijd. Zoiets hadden ze nog nooit gezien of gehoord! Ik liet ze wat toetsen
indrukken, speelde een modern wijsje en liet de onderste pedaaltoon even brommen. ‘Wow’, zei de
moeder, ‘wat prachtig is dit. Waarom weet niemand dit? En kun je dit ook leren?’ Ja natuurlijk
kan dat, ook voor het orgel kun je op muziekles.
Behalve fanatieke bespelers van het orgel zijn er ook luisterfans. Zo heb ik al twee keer
dezelfde luisteraar ontmoet. Hij gaat op de zaterdagmiddagen ook alle orgels af, stelt een
rooster voor zichzelf samen om ze te beluisteren en foto’s te maken. Of ik misschien nog ‘een
fuga van Bach’ voor hem wilde spelen? Jawel, dat zou wel lukken.
Even zoeken
De orgels in Fryslân bevinden zich bijna zonder uitzondering in uitstekende staat. Het ene
speelt zwaar, het andere licht. Het pedaal is klein of groot, aangehangen of zelfstandig. Het
aantal stemmen voor onder- en bovenklavier verschilt. Bij de start is het altijd even zoeken
waar welke registers zitten en hoe ze klinken.
Er zijn ook kleine orgels, één klavier, een paar registers maar. Maar ook die zijn een genoegen
om op te spelen, er komt een prachtige klank uit voort. Het is sowieso genieten in de oude
kerken met hun goede akoestiek. De toeristen lopen ook niet massaal naar binnen waardoor de
muziek niet altijd onderbroken wordt door gesprekken.
Soms ‘speel’ ik de toeristen naar binnen. Ze horen de mooie klanken en stappen naar binnen.
Dan ontstaat er bij het weggaan vaak ook even een leuk gesprek. Welke muziek was dat? Ik zou ook
wel willen leren spelen, zou ik eens op les gaan?
Kleine dorpjes
Bijkomend genieten is dat ik op plekken kom waar ik nog nooit eerder ben geweest. Heel kleine
dorpjes, gelegen aan een doodlopende weg zo breed als een fietspad. Fantastisch, wat een rust en
wat een groen.
Zaterdag sluit ik mijn orgeltournee door Fryslân af, met bezoeken aan Raerd, Goutum, Leeuwarden
en Warten. Een onvergetelijke orgelzomer, dat was het.
Jantine de Reus (51) woont in Nij Beets. Haar eerste orgelles kreeg ze toen ze acht jaar was
Otto speelt al 53 jaar orgel in Friese kerken
Friesch Dagblad 17 juni 2023
Jan Auke Brink
Ik houd van orgelmuziek; ik heb thuis een paar duizend orgel-cd’s. En ik vind
het belangrijk om me in te zetten voor het geloof
Als ik met de auto Kimswerd inrijd, haal ik organist Otto Roelofsen op zijn lichtblauwe
fiets in. Hij is onderweg naar de Laurentiuskerk, om aan fotograaf Simon en mij uit te
leggen waarom hij iedere zondag achter het orgel kruipt.
In de kerk tref ik Roelofsen (76) op zijn knieën voor de zijkant van het orgel. Omdat
ik flink wat tijd kwijt was met zoeken van een parkeerplekje in de schaduw - mijn airco
is al enige maanden kapot, en dat wreekt zich op deze zonnige dagen - was hij er op de
fiets toch sneller dan ik.
Door de temperatuurverandering klinkt het instrument niet meer optimaal. Aan fotograaf
Simon, die ook al eerder dan ik in de kerk was, legt Roelofsen uitgebreid uit hoe hij
de klank van het instrument een beetje bijwerkt. Een lage trompettoon klinkt uit een
van de buizen. "Die is niet helemaal zuiver, hoor je dat?" Fotograaf Simon knikt, ik
sta er naast en probeer het ook te horen. Roelofsen pakt een ijzeren staafje en slaat
tegen een veertje aan de uitloper van de buis. Zo verandert hij de toon, totdat het
naar zijn zin is. Mijn gehoor blijkt slecht ontwikkeld; ik merk nauwelijks verschil.
Kerkvoogd
Roelofsen woont sinds 1987 in Kimswerd. Al snel na zijn verhuizing naar het dorp
stonden er een vrouw en een man op leeftijd voor zijn deur: of hij geen kerkvoogd wilde
worden van de plaatselijke hervormde gemeente. "Ik was toen 42 jaar oud, en ik kon het
niet over mijn hart verkrijgen om het te weigeren. Ik weet hoe het gaat in zulke dorpen:
er zijn maar weinig mensen die taken willen vervullen. Ik vond het sneu voor die mensen,
dus zegde ik maar toe."
Hij werd prompt voorzitter van de kerkvoogdij, een ambt dat hij 22 jaar zou vervullen.
Ook zit hij bijna vijftig jaar in de orgelcommissie die concerten organiseert in de
Grote Kerk van Harlingen (waar hij al 46 jaar tweede organist is), was hij twintig jaar
leider van de interkerkelijke jeugdcantorij in Harlingen en was hij 22 jaar voorzitter
van de mee door hem opgerichte Stichting Organum Frisicum - een stichting die de
betekenis en het culturele en historische belang van Friese orgels belicht.
Allemaal vrijwilligerswerk, dat hij deed naast zijn eigenlijke werk: docent op de
protestantse Prins Willem Alexanderschool in Harlingen – tegenwoordig Het Baken. "Het
kostte me veel tijd, maar ik deed het graag. Ik houd van orgelmuziek; ik heb thuis een
paar duizend orgel-cd’s. En ik vind het belangrijk om me in te zetten voor het geloof.
Dat is wel echt een drijfveer geweest: anders was ik veel eerder opgehouden als kerkvoogd.
En dan zou ik ook niet meer iedere zondag achter het orgel kruipen."
Roelofsen somt zijn jaarlijkse speelbeurten op: zo’n twintig keer op Vlieland, een keer
of twaalf in Arum en Kimswerd, ongeveer hetzelfde aantal keren in de Grote Kerk van
Harlingen, en dan wordt hij nog door andere kerken gevraagd om eens een losse keer te
komen spelen. "Zo ben ik bijna geen zondag vrij. Straks in september heb ik een zondag
niks in mijn agenda staan, dat komt bijna nooit voor. Per speelbeurt ben ik een paar uur
aan voorbereidingen kwijt. Voor het geld hoef je het niet te doen: er is slechts een
kleine onkostenvergoeding als vrijwilliger beschikbaar. Als ik op Vlieland speel krijg
ik alleen de reiskosten vergoed, maar mijn vrouw, die zelf geen inkomen heeft, gaat ook
altijd mee, dus eigenlijk kost het me alleen maar geld. Maar ik doe het graag; ik vind
het mooi om de gemeente zo goed mogelijk te begeleiden."
Geen ellenlang voorspel
Hij heeft het van huis uit meegekregen. Roelofsen is Nederlands-hervormd opgevoed en
zijn vader was orkestdirigent en kerkorganist. Muziek speelde een belangrijke rol in het
gezin. "Mijn vader was altijd met muziek bezig. Hij dirigeerde vijf orkesten en was de
vaste organist in Lekkum en Oudkerk/Roodkerk. Alleen op zondagmiddag was hij thuis, dan
vroegik mijn zus grappend: ken je die man die daar in de stoel ligt te slapen?"
Vanaf zijn achtste kreeg Roelofsen pianoles, op zondagen ging hij meestal met zijn vader
mee naar de kerk van Lekkum. "Na zijn overlijden in 1970 vroegen ze me of ik het niet
wilde overnemen. Ik sprak een proeftijd van drie maanden af, waarin zowel de gemeente
als ik konden aftasten of het beviel. En inmiddels speel ik al 53 jaar. Je helpt als
organist de mensen in de kerkdienst op te stijgen. Maar verder denk ik er niet heel
diepzinnig over: ik speel gewoon wat de dominee op de liturgie heeft gezet. En ik
probeer als organist bescheiden te zijn: ik houd bijvoorbeeld niet van ellenlange
voorspellen.”
Wanneer stop je als organist? Dat vindt hij moeilijk te zeggen. "Er zijn nauwelijks
jongeren die orgel spelen, dus er is veel vraag naar mijn diensten. Het risico is
natuurlijk dat je te lang doorgaat, dat het niet meer zo goed gaat. Dan is het wel
echt tijd om er mee op te houden. Maar dat heb ik nog niet gehoord van de gemeentes."
Peter van der Zwaag nieuwe organist van Grote Kerk in Leeuwarden
Friesch Dagblad 20 februari 2023
Lodewijk Born
LEEUWARDEN Peter van der Zwaag (36) wordt de nieuwe organist van de Grote of Jacobijnerkerk
te Leeuwarden. Dat is zondag bekendgemaakt. Hij is de opvolger van Gerwin Hoekstra, die
november vorig jaar overleed.
"De aanstellingsprocedure is anders verlopen dan gebruikelijk", zo laat scriba Ina Brinkman-
la Roi van wijkgemeente De Jacobijner weten. Er vond geen nieuwe sollicitatieronde plaats.
"De reden daarvoor is dat de vorige procedure, waaraan ook Peter van der Zwaag deelnam, nog
maar kort geleden is, namelijk in het najaar van 2019." Ook functioneert Van der Zwaag al
geruime tijd "tot grote tevredenheid" als vervangend organist tijdens de ziekte en na het
overlijden van Gerwin Hoekstra
Vanwege deze bijzondere situatie is er nauw overleg geweest met de Dienstenorganisatie in
Utrecht van de Protestantse Kerk in Nederland. Die stonden positief tegenover een verkorte
procedure. De Commissie van Deskundigen, die in 2019 de prestaties van de zes kandidaten
heeft beoordeeld, ondersteunt nu de aanstelling van Van der Zwaag "van harte", aldus de
scriba. Van der Zwaag is geboren en getogen in Leeuwarden. "Hier heb ik ook mijn eerste
muzieklessen ontvangen. Vanaf mijn tiende jaar kreeg ik ook regelmatig orgelles in de
Jacobijnerkerk."
Studie in Groningen
Van der Zwaag (1986) studeerde orgel bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga aan het Prins
Claus Conservatorium te Groningen en behaalde in 2015 zijn diploma Master of Music.
Daarnaast studeerde hij als bijvak klavecimbel bij Johan Hofmann.
Hij won diverse prijzen op verschillende concoursen, waaronder de tweemaal de eerste prijs
op het Internationale Orgelconcours Jan Pieterszoon Sweelinck (2017 en 2019).
De benoeming in de Jacobijnerkerk is "een jongensdroom die uitkomt", vertelt hij. "Ik ben
al meer dan 25 jaar verknocht aan het Müller-orgel. Maar ook aan de kerkelijke gemeente,
waarvan ik velen ook al jaren ken."
Warme Vriendschap
"Uiteraard is het nog lastig om de wijze waarop ik deze kans krijg een plek te geven. Ik
was goed bevriend met mijn voorganger Gerwin Hoekstra en het gemis is groot. Desondanks
kijk ik terug op een warme vriendschap en een plezierige samenwerking in de Stichting
Orgelconcerten. Ik ben dankbaar dat ik daarom in een goede positie verkeer om zijn
muzikale nalatenschap vorm te geven."
Van der Zwaag is nu organist van de Salviuskerk (d’Alde Wite) in Dronryp en daarmee de vaste
bespeler van het Bader-orgel (1657), het oudste in de provincie Fryslân. "In Dronryp zal ik
helaas als kerkorganist moeten stoppen bij de protestantse gemeente. Wel zal ik betrokken
blijven bij de plannen voor de restauratie van het orgel."
De Leeuwarder is tevens artistiek adviseur van de Stichting Organum Frisicum en
hoofdredacteur van de Friese Orgelkrant. Daarnaast is hij eigenaar van de muziekhandel en
-uitgeverij Boeijenga Music aan de Groeneweg in Leeuwarden. De aanstelling in de Grote of
Jacobijnerkerk gaat in per 1 april.
Lintje voor Jouster organist en dirigent
Friesch Dagblad 12 december 2022
Organist en dirigent Hielke Faber (87) uit Joure is benoemd tot Lid
in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg de onderscheiding zondagochtend
na afloop van de dienst in de Hobbe van Baerdt-kerk in Joure opgespeld
door burgemeester Fred Veenstra van De Fryske Marren. Faber kreeg de
onderscheiding onder meer vanwege zijn jarenlange inzet voor de
kerkmuziek. Dit jaar vierde hij zijn 75-jarige jubileum als
kerkorganist. Hij bespeelde onder andere het orgel van de hervormde
kerken van Bolsward en Makkum.
Organist Gerwin Hoekstra (30) was een groot talent, dat nooit helemaal tot bloei is gekomen
Friesch Dagblad 29 november 2022
Jan Auke Brink
In Memoriam
LEEUWARDEN Organist Gerwin Hoekstra is zondag 27 november overleden aan de gevolgen
van kanker. Hij was sinds 2020 de organist van de Grote of Jacobijnerkerk in
Leeuwarden.
Gerwin Hoekstra (1992) uit Groningen volgde per 1 januari 2020 Theo Jellema op als
nieuwe organist van de Grote of Jacobijnerkerk. Bij zijn aanstelling keek Hoekstra
in het Friesch Dagblad ernaar uit om te gaan spelen op het drieklaviers Müllerorgel
uit 1727 in de Leeuwarder kerk. Hij noemde dat orgel "adembenemend mooi, met een
bijzondere klank".
Uiteindelijk heeft Hoekstra het orgel maar weinig in drukbezochte kerkdiensten
kunnen bespelen: twee maanden na zijn aantreden brak de coronapandemie uit, waardoor
veel vieringen met kerkgangers vervielen. De laatste keer dat hij wel in de kerk
speelde was vlak voor Kerst vorig jaar, herinnert Jellema zich. "Daarna ging hij het
hele traject met zijn ziekte in. Maar er was wel steeds de blik op de toekomst. Ik
weet dat hij al bezig was met de voorbereiding van de kerstviering van dit jaar."
Jan-Jaap Stegeman, voorganger van de protestantse wijkgemeente De Jacobijner die
samenkomt in de Grote- of Jacobijnerkerk, zal zaterdag voorgaan in de afscheidsdienst
van Hoekstra. "Voor veel gemeenteleden zal het voelen alsof ze hem niet echt hebben
leren kennen. Met de online vieringen hebben wel veel mensen in de provincie van zijn
spel kunnen genieten, maar dan bouw je als gemeente geen persoonlijke band op met hem."
Desondanks verwacht Stegeman een volle kerk bij het afscheid, "met orgelvrienden van
Hoekstra uit Groningen, maar ook met veel mensen uit onze gemeente". Vrijdag is de
Grote Kerk geopend van 16.00 tot 18.00 uur voor schriftelijke condoleance. Tijdens dit
moment bespelen Hoekstra’s muzikale vrienden het Müllerorgel, en zijn de pastores van
de kerk beschikbaar voor een gesprek.
Hoekstra kreeg vier jaar les aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen van Erwin
Wiersinga en Theo Jellema. Na die vier jaar vertrok hij naar Amerika, om daar verder
te studeren voor een master Historical Keyboards aan het Oberlin Conservatory. Jellema:
"Dat typeert hem wel: het zegt iets over zijn zelfstandigheid en zijn onafhankelijkheid.
Hij ging zijn eigen weg, keek verder dan zijn eigen omgeving en koos niet voor het voor
de hand liggende."
Zo liet Hoekstra ook andere muziek klinken in de Grote- of Jacobijnerkerk dan zijn
voorgangers Jellema en Jan Jongepier. "Ook daarin zette hij zelf de toon. Ik herinner
me een sonate van Joseph Jongen. Dat is een moeilijk stuk, dat hij kon spelen omdat
hij technisch heel begaafd was."
Hoekstra won prijzen op orgelconcoursen in binnen- en buitenland, waaronder de eerste
prijs op het Govert van Wijn Concours in 2013. Predikant Stegeman roemt zijn klasse.
"Hij was een groot talent, dat nooit helemaal tot bloei is gekomen." Organist Jellema
herinnert Hoekstra als een belofte voor de Grote Kerk. "In de weinige tijd die hij
heeft gehad, liet hij dat ook wel horen."
Sinds vorig jaar kanker bij hem werd geconstateerd speelde Hoekstra niet meer in de
vieringen in de kerk. Hij werd vervangen door een pool van jonge en talentvolle
organisten. Zij spelen ook zaterdag tijdens de rouwdienst voor Hoekstra.
Het orgel is voor Jochem een orkest onder handbereik
Friesch Dagblad 24 oktober 2022
Berber Bijma
De registers fan it Van Damoargel yn de Martini hawwe allegear in
hiel eigen karakter
Wie een orgel bespeelt, heeft bijna de mogelijkheden van een heel orkest
onder handbereik. Jochem Schuurman uit Drachten groeide op met
orgelklanken in huis en heeft een ander instrument nooit serieus
overwogen. Komende zaterdag geeft de organist van de Martinikerk in
Franeker samen met Vocaal Ensemble Vocalibre een concert over 600 jaar
kerkmuziek.
"It koe hast net oars", zegt Jochem Schuurman (33) uit Drachten over
zijn keuze voor het orgel. "Us mem hat oant har trouwen oargelspile,
ús heit spilet no noch. We hienen thús in elektroanysk oargel te stean.
Doe't ik op oargelles gie op de muzykskoalle yn Drachten, gie it heel
goed. En dat stimulearret fansels." Tegelijk is zijn keuze voor het
orgel ook echt zijn eígen keuze, benadrukt Schuurman. "Myn broerke en
suskes binne gjin oargelisten wurden."
Hij hield op school ook wel van economie en wiskunde, dus de
accountancy was ook een prima keuze geweest. Maar hij heeft nooit echt
in dubio gestaan. "It kin lêstich wêze om as oargelist genôch wurk te
hawwen. Moatst yn elts gefal wol lesjaan wolle, of wat oars derby dwaan
wolle. Der binne yn Nederlân hast gjin musisi dy’t fan allinnich it
útfierende wurk bestean kinne."
Bekendheid door de Omrop
Schuurman heeft in zijn woonplaats Drachten inmiddels een goede
leerlingenkring opgebouwd, met zo'n beetje een derde orgelleerlingen
en twee derde pianoleerlingen. Maar écht bekend is hij door het werk
dat hij veel minder uren in de week doet, als organist van de
Martinikerk van Franeker. In het begin van de coronacrisis gingen de
beelden van de orgelspelende Schuurman de hele wereld over, toen
Omrop Fryslân de kerkdiensten vanuit de Martinikerk uitzond. Die
bekendheid kreeg hij in de schoot geworpen, glimlacht hij.
"De Martini hat útstraling. Dat ik dêr oargelist bin, leveret
útnoegingen op oare plakken op, ek om’t ik de simmeroargelkonserten
yn de Martini mei organisearje. Sa haw ik fan 't simmer bygelyks yn
de Domtsjerke yn Utert spile."
Grote verscheidenheid
Wie orgel speelt, kan in feite een heel orkest simuleren. Dat vindt
Schuurman een van de grote charmes van het instrument. "De registers
ferwize nei de instruminten yn in orkest: trompet, fioel. Ek de
'dulciaan', in bekend oargelregister, ferwiist nei in ynstrumint,
al bestiet dat hjoeddedei net mear. Dat ferskaat oan registers
jout de mooglikheid om yn dyn ientsje grutte stikken te spyljen, mei
somtiden grutte folumeferskillen. Boppedat: kinst solokonserten jaan,
koaren begeliede, yn tsjerketsjinsten spylje of mei oare ynstruminten
of sjongers optrede. In oargel hat in hiel soad mooglikheden en der
is in ferskuorrend soad muzyk foar skreaun. Hast alle ferneamde
komponisten hawwe wol foar it oargel skreaun. As oargelist kinst dyn
hiele libben nije stikken spylje fan goeie kwaliteit."
Met het orgel van de Martinikerk prijst hij zich gelukkig. Verscheidene
andere orgels in vergelijkbare kerken zijn minder van kwaliteit. "By in
soad oare oargels lykje de registers mear op elkoar. De registers fan
it Van Dam-oargel yn de Martini hawwe allegear in hiel eigen karakter.
It is beslist gjin straf om dêr alle wiken op te spyljen."
Een groot deel van het orgel in de Martinikerk stamt uit 1722, maar
diverse kleine delen van het orgel zijn van nog eerdere datum. "Foar
in part hat dat in kwestje fan kosten west: de materialen fan in oargel
wienen doe al djoer, dus werbrûke wie in ferstannige kar. Mar Van Dam
hie ek respekt foar dat âlde materiaal, hy hat him ynspirearje litten
troch de tradysje en de klank fan it eardere oargel fan de Martini.
De klank fan dy âldere dielen wurket troch yn de nijere dielen fan it
oargel."
Teruglopend Kerkbezoek
Het kerkbezoek loopt nog steeds gestaag terug, maar Schuurman vreest
het einde van het kerkorgel niet. "Tsjerketsjinsten wurde minder, mar
sille altyd bestean bliuwe, ferwachtsje ik. Miskien ha we it
djiptepunt al hân. Boppedat: in oargel kinst net allinnich yn
tsjerketsjinsten brûke, mar ek foar oare muzikale optredens."
Hij is in de Martinikerk op zondagochtend vaak een van de jongste
kerkbezoekers. "Dat is wol spitich, mar der binne gelokkich noch wol
in pear mear jongeren. Boppedat: ik haw my fanôf it begjin – no hast
fiif jier lyn – hiel wolkom field yn Frjentsjer. It is in positive
groep minsken."
In de meer orthodoxe kerkgenootschappen zou hij meer mensen van
zijn leeftijd treffen, naast veel kinderen, maar daar is het werk van
de organist vrijwilligerswerk. "Myn berop bringt mei him mei dat ik yn
de PKN spylje. Dat is prima. Ik spylje sneintemiddeis trouwens yn de
tsjerke dêr’t ik sels lid fan bin, de Fontein yn Drachten." Ook daar,
in de vrijgemaakt gereformeerde kerk, is orgelspelen vrijwilligerswerk.
"Mar yn ruil dêrfoar mei ik de tsjerke brûke om troch de wyks les te
jaan. Dêr bin ik hiel bliid mei."
600 jaar in vogelvlucht
De Martinikerk in Franeker viert dit jaar zijn 600-jarige bestaan.
Komende zaterdag geeft Schuurman in het kader van dat jubileum een
concert samen met Vocaal Ensemble Vocalibre onder leiding van
Egbert Klazenga. In het concert zal 600 jaar kerkmuziek in vogelvlucht
klinken. "In echt oersicht oer dy 600 jier is fansels op ien jûn net
mooglik, dan soest wiken dwaande wêze. We hawwe in moai programma
gearstald, mei út alle ieuwen wat", vertelt Schuurman.
De toehoorders worden op zevenmijlslaarzen door zes eeuwen kerkmuziek
heen geloodst. Het eerste lied zal klinken zonder begeleiding van het
orgel, zoals tot de Reformatie gewoonlijk was in de kerk. Daarna
klinken onder meer Bach, Sweelinck, Mendelssohn en Schütz. Het
programma eindigt met een lied van de hedendaagse dichter en theoloog
Sytze de Vries, gezongen op een Engelse melodie.
Hoe de muziek van vier tot zes eeuwen geleden toentertijd heeft
geklonken, is onderwerp van doorgaande discussie. "Kinst der hiel wat
oer lêze, mar hoe’t bygelyks Bach útfierd waard yn syn eigen tiid,
sille we noait écht te witten komme",
zegt Schuurman. "De ynterpretaasjes dêrfan lizze aardich fier út elkoar
en nijste ynsichten binne faak in reaksje op dy fan dêrfoar. De ôfrûne
jierren lei it útfieringstempo fan âlde muzyk behoarlik heech, yn
ferliking mei de jierren dêrfoar. No sjochst wer in tsjinbeweging
opkommen fan wat stadiger útfieringen."
Schuurman werkt al jarenlang regelmatig samen met Vocaal Ensemble
Vocalibre en dirigent Egbert Klazenga. Het ensemble heeft bovendien
ervaring met onder meer werken van Bach en Schütz. Verhitte discussies
over hoe de werken komende zaterdag moeten klinken, zijn er dan
ook niet geweest. "Egbert en ik kinne it hiel goed fine op artistyk flak.
Oars hienen we it ek net sa lang mei-inoar útholden."